12 De VOORZITTER zegt, dat dan ieder wel de eigen handdoek en zeep mee moet brengen. De heer VAN HEIJST zou dat wel goedvinden, maar het zou dan toch niet de bedoeling zijn dat de commissieleden daar de wekelijkse wasbeurt doen. Sport in gezinsverband was ook nog een probleem, maar hij meende begrepen te heb ben dat de PvdA—fractie gevraagd had om bij de aanleg van nieuwe accommodaties met deze sportbeoefening rekening te houden. In zijn antwoord heeft hij daarop dan ook gezegd, dat dat niet kan in die accommo daties die eigenlijk moeten voldoen aan nonnen, te stellen door de landelijke bon den. Dat neemt niet weg, dat in diezelfde accommodaties natuurlijk wel sport in gezinsverband kan plaatsvinden. Bij de stichtings-afmetingenzal men daar echter geen rekening mee kunnen houden, dacht hij. Hij dacht verder dat het plan rondom de Zanderijen momenteel ter verdere afwerking op de tekentafel ligt bij gemeentewerken en dat ziet hij met belangstelling tege moet De heer VAN KEMENADE vraagt, of daar ook een termijn voor te noemen is. De heer VAN HEIJST noemt liever geen termijnen want dan is men daar zo met handen en voeten aan gebonden. Hij wil wel toezeggen zijn best te zullen doen, om dat bin nen een redelijke termijn op tafel te krijgen. De heer VAN KEMENADE wil dan niet precies een datum weten maar wordt het een kwestie van maanden of weken of zo. De VOORZITTER dacht van de heer van Heijst gehoord te hebben dat deze zijn best zal doen om het binnen redelijke termijn op tafel te krijgen. Dat is dan al wel een be paalde termijn, dacht hij. De heer VAN KEMENADE wil vragen, of dat dan in ieder geval voor september zal zijn. De heer VAN HEIJST weet ook niet hoever zijn arm reikt. De heer van Kemenade had toch, nadat spreker hem had toegezegd dat er misschien wat beleids-notities zouden komen over het toekomstige sportvoorzieningen-plan, nog enige moeite daarmee. Hij kan dan de heer van Kemenade wel verzekeren, dat het tijdstip waarop die hearing met de sportwereld zal plaatsvinden en waarop die no tities eventueel zullen ontstaan, hij die als politiek wethouder inderdaad wel redelijk zal kiezen. Dat zal niet na de verkiezingen verschijnen. De heer VAN KEMENADE had ook niets anders verwacht. De heer VAN HEIJST wilde er ook helemaal niet om liegen. In 1975 is er nog al wat heen en weer geschreven over de samenwerking tussen de dienst SOR en de plantsoenendienst. Hij is bereid om die notities nog eens een keer naar boven te laten halen en in de commissie SOR ter kennis te brengen en indien nodig daar dan ook over te debatteren. Doordat hij de hele zaak toch weer enigszins hoofdstuksgewijs heeft willen samen brengen bestaat natuurlijk de kans dat hij hier en daar toch niet alle vragen heeft beantwoord. Hij heeft nog wel iets wat hij graag zou willen opmerken. De heer Franken van de Stadspartij heeft er op aangedrongen om vooral bij de grond- uitgifte b@ denken aan de woningbouw in de beschutte sfeer, omdat zoveel mensen een eigen woning willen hebben. Datzelfde geldt dan natuurlijk ook voor een aan tal mensen die zelf een woning willen bouwen of een woning die door een aanne mer is gebouwd willen kopen. Hij dacht dat juist deze laatste woningen nog al een rol speelden bij de terugkeer naar Bergen op Zoom van een aantal spijt-bergenaren. Van een deel van het kader wat in het verleden naar de randgemeenten is getrok ken. Dat is dan niet alleen te bereiken met beschutte sfeer-woningen maar ook met directe koopwoningen. Hij wil verder aan de heer van den Bulck kwijt op diens vraag op welke punten spre ker het met hem eens zou zijn, dat hij hem toch niet teveel illusie wil laten. Hij wil wel uitdrukkelijk zeggen, in tegenstelling tot wat de voorzitter daarover heeft opgemerkt, dat hij het toch in nog al wat punten met hem oneens is. Er zijn ook nog opmerkingen gemaakt over de thans geldende wijze van begrotings behandeling en de heer van den Bulck heeft daarop ingehaakt. Hij persoonlijk is een voorstander van de oude manier van begrotingsbehandeling, gewoon de mondelinge behandeling dus, ook in eei'ste instantie. Dat geeft dacht hij aan de raadsvergaderingen een grotere vorm van levendigheid en niet wat er nu

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 53