11 geen gegadigden zijn in die sector, dan zou de rest vrygelaten kunnen worden. Dat zal dan echter wel eerst aangetoond moeten worden. Hij heeft duidelijk het idee, dat nog over verschillende wijzigingen in de verkoop voorwaarden gepraat zal moeten worden en daarvoor zyn naar zyn mening de commis sies wel de juiste plaatsen. Hij wil bij de heer Hijpels en bij de heer de Laet ook wel - want die denken altijd dat het college de problemen van de vrouw niet ziet - het idee wegnemen, dat het college ook niet van mening zou zijn dat ook een vrouw economisch gebonden zou kunnen zijn aan de gemeente. Dat zal dan ook zeer zeker mede in acht worden geno men. Hij dacht ook niet dat in zijn antwoord ergens stond dat de economische gebonden heid zich beperkte tot de man, anders zou hij daar graag op gewezen worden. De heer VAH KEMEHADE moet hierbij opmerken, dat in een aantal gemeenten deze ge vallen inderdaad wel spelen. De heer VAH HEUST kan verder zeggen, dat met scherpere verkoopvoorwaarden in derdaad elders al ervaringen zijn opgedaan. Hij meent dat op dit terrein de meeste ervaringen zijn opgedaan in Eindhoven en in Dordrecht en met de secretarieën van die beide gemeenten heeft Bergen op Zoom daarover dan ook contact gehad. De heer Mastenbroek mist nog altijd een principiële uitspraak over erfpacht. Als deze dat dan zo graag v/il horen kan spreker wel zeggen, van mening te zijn dat niet automatisch alle grond in het bezit van de overheid behoeft te zijn. Hij dacht dat men hier in een land leeft, waar ook nog de ondernemingsgeest enige mogelijkheid tot ontplooiing moest krijgen en daarin kan ook de grond een rol spe len. Hij is echter ook van mening, dat die gronden die b.v. voor stadsuitbreiding enz. noodzakelijk zijn toch op een eenvoudiger manier door de overheid zullen moe ten kunnen worden verkregen als thans het geval is. Wat sport betreft, had het CDA een duidelijker uitspraak gehoopt te krijgen omr- trent Kijk in de Pot. Hij dacht dat vorig jaar reeds is gezegd dat het college van mening is dat de sport op die terreinen een belangrijke plaats zal moeten hebben en hy dacht daar nog aan te kunnen toevoegen: iedere andere vorm van openlucht recreatie. Tot de heer van Kemenade zou hy willen zeggen - of was het misschien de Stadspartij - - nee, het was de heer Franken van de Stadspartij of liever van D'66 - dat er op het ogenblik nog niets gebleken is van een andere instelling van de Stichting voor Draf- en Rensport, veeleer heerst nog de mening dat daar eigenlijk nog altijd de concentratie op enkele plaatsen in het land de voorkeur heeft boven een spreiding over de rest van nederland. Over een grote of kleine sporthal, wat dan wel een probleem was bij de heer van Kemenade die zei dat een dubbele hal teveel financieringsmiddelen zou vragen - hetgeen spreker dan misschien ergens heeft gezegd - kan hy nu opmerken, dat dat misschien inderdaad ook wel waar is. Als naast de volgende sporthal nog t.z.t. een volgende sporthal elders gebouwd wordt in de stad, zal die ook geld kosten. Dat had de heer van Kemenade link opgemerkt. Hij dacht echter dat het niet zozeer ging om het benodigde kapitaal maar ook over het gebruik en de exploitatie van iedere hal. Hij ziet een betere exploitatiemo gelijkheid voor 2 hallen op enige afstand van elkaar staande en daardoor beide goed gesitueerd zijnde t.o.v. onderwijsinstellingen, dan één grote hal vlak bij een onderwijsinstelling. Het gaat dus ook om de betere exploitatiemogelykheid en niet alleen om de aanvangs-investering. Een ander detail waren de douches op het sportpark in de kleedruimten. Daar heeft hij een uitvoerig rapport over waarvan hij dan niet alle finesses zal vertellen. Toch zyn er na iedere wedstrijd 250 liter water beschikbaar in ieder kleedlokaal. Dat betekent dan, als 2 elftallen en 1 scheidsrechter douchen, dat zij in ieder geval ieder 9 liter water ter beschikking hebben, en dat is ongeveer een emmer vol. Dat water kan men dan natuurlijk in brede stromen over zich heen laten lopen. Het college heeft gemeend daar toch wel iets aan te kunnen doen door een fijnere douche-kop aan te brengen en daar zal dan eens mee ge-experimenteerd gaan worden. Dan kan men met dezelfde hoeveelheid water 2 keer zolang toe. Het zou best eens zo kunnen zijn, dat dit dé oplossing is. Het is beslist niet helemaal een lachertje. De heer HIJPELS wil vragen of niet eens met de commissieleden van de SOR daar een werkbezoek gebracht kan worden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 52