In ieder geval is er een provisorische vluchtweg, c.q. aanvalsveg.
Eu de historie zelf. Hij dacht dat men een goed onderscheid moet maken tussen en
kele zaken. Ten eerste is er de opstartvergunning, verleend door G.S. Die is
verleend en voor zover hij weet - anders moet zijn buurman hem maar corrigeren -
is B.& V. van Bergen op Zoom daar niet officieel over gehoord.
De heer VAN HEIJST zegt indertijd wel gehoord te zijn over het opstarten van de
me thyleen-fabriek
De VOORZITTER zegt, dat het nu over het phosgeengedeelte gaat en daar is B.&
dus niet over gehoord.
De heer VAN DEN BULCK vraagt, of dat niet in tegenspraak is met artikel 25.
De VOORZITTER vraagt of daarin dan staat, dat dat verplicht is.
De heer VAN DEE BULCK zegt dat daarin staat, dat G.S. B.& en daar wordt
dan ook bijgenoemd de Inspecteur voor de Volksgezondheid en het Districtshoofd
van de Arbeidsinspectie in de gelegenheid moeten worden gesteld om hen van
advies te dienen.
Dat vindt de VOORZITTER allemaal best, maar bij zijn weten is voor de phosgeenaf-
deling nooit om advies aan B.& W. gevraagd.
De heer MASTENBROEK zou dan graag weten, of de burgemeester of B.& W. van Hal
steren ook niets gevraagd is.
Dat weet de VOORZITTER niet. V/at aan die mensen soms allemaal wordt gevraagd
daar kan hij niet achter komen.
De heer NIJPELS vindt het ook heel logisch dat het college van Bergen op Zoom
niets is gevraagd omdat er ook geen officieel sluitingsbevel is gegeven.
Het was een vrijwillig sluitingsbevel wat inhoudt dat met het opstarten op vrijwil
lige basis werd gestopt. Dan hoeft ook niet om advies gevraagd te worden als men
opnieuw wil gaan opstarten, dacht hij.
Dat weet de VOORZITTER zo ook niet. Hij antwoordt op een vraag. Er is dus een op
startvergunning gegeven door G.S. voor de phosgeenafdeling. Dat bleek dan een
meerderheidsbesluit te zijn van G.S. Er is daarover aan B.& een mening ge
vraagd en B.& hebben toen gezegd: als G.S. in meerderheid van mening zijn
dat dit besluit moet worden genomen en naar men mag aannemen, beschikken G.S.
over alle relevante informaties, dan heeft het college vertrouwen in het besluit
van G.S. Zo is dat naar buiten gebracht als B.& -standpunt.
Nu is er echter een andere procedure bezig, n.l. de heer van der Ploeg, de in
specteur voor milieuzaken enzovoorts, heeft naast zyn gewone advies daarna een
beroep gedaan op de Commissaris van de Koningin - ingevolge bijzondere bevoegd
heden artikel 43 "Ie lid - om de fabriek te sluiten. Dat kan de Commissaris doen
wanneer hij onmiddellijk gevaar aanwezig acht voor de volksgezondheid enz.
Dat kan dan voor 14 dagen en het besluit kan hij dan iedere keer per week verlen
gen, ook eventueel definitief opheffen enzovoorts.
Deze procedure is door de heer van der Ploeg aanhangig gemaakt en dan is de Com
missaris inderdaad verplicht, naar hij meent, om o.a. de betrokken burgemeesters
te horen en om advies te vragen. Dat advies heeft hij gegeven en de Commissaris
heeft dan bij zijn weten in de pers laten weten dat hy 2 onafhankelijke deskundigen
zal aantrekken om hem voor te lichten, die er tot nu toe nog niets mee te maken
hebben gehad en dat hij daarna zijn besluit zal nemen.
B.& staat daar officieel buiten;omwille van de menselyke relaties heeft hy ui
teraard v/el de collegeleden even opgebeld engezegd dat hij van plan was om dat en
dat te schryven, maar dit is een hele bijzondere taakstelling voor de Commissaris
en voor hem als burgemeester. De Commissaris dus los van G.S. en de burgemeester
los van college en raad. Dat is ook wel goed, want het gaat hier over onmiddellyl
dreigend gevaar. In de hele wetgeving zal men v/at dat betreft dit soort bevoegd
heden tegenkomen. Vandaar ook, dat dat zoveel mogelijk in êên hand wordt gehouden,
Dit staat buiten de normale procedure van vergunning, beroep daartegen enz.
Vandaar ook de korte termijn, 14 dagen en dan iedere keer een week verlenging.
Dan moet dat onmiddellijk dreigend gevaar inderdaad aanwezig zijn.
Dat staat aan de Commissaris ter beoordeling.
De heer van der Ploeg heeft gezegd van wel en heeft daarbij gezegd - en dat is