40 Als de heer van Eeijst dan vraagt of raadsleden wel normale mensen zijn moet hij daarop toch antwoorden van mening te zijn dat dat inderdaad toch wel zo is. /men Als er dan voor deze zaak 3 avonden zijn uitgetrokken en/dan het tijdstip van nu in ogenschouw neemt, als daarnaast het college toch recht heeft op een uitvoerig "beantwoording van de replieken en de raad dan nog eens kan interrumperen en zo, dacht h:j dat de vergadering nu moest worden he—eindigd en dat maandag verder moest worden gegaan. Dan is in ieder geval nog één vrije avond, n.l. de dinsdag avond over. De VOORZITTER had gedacht de raad voor te stellen om na een korte schorsing door te gaan en aks dan de vragen blijven staan, die eventueel hij de normale raadsver gadering van volgende week vrijdag te behandelen zodat zov/el de maandag als de dinsdagvergadering zouden kunnen vervallen. De raad bepaalt echter zelf zijn werkwijze De heer VAR KEMEHADE heeft ook liever één lange avond nu als 2 avonden. De VOORZITTER moet dan constateren, dat de meningen hierover dus heel duidelijk uiteen lopen. Hij wil bij handopsteken vragen wie er voor of tegen voortzetting is. Voor het gemak wil hij dan vragen wie het voorstel van de heer Gorrissen wil steu nen om nu de vergadering te sluiten en maandag verder te gaan. Daaruit blijkt dan, dat 16 leden véér het voorstel Gorrissen zijn. De heer ETJPELS zou dan wel graag zien, dat de motie nog in stemming werd ge bracht. Dat is geen beleids—zaak maar alleen wordt er een beroep gedaan op de Commissaris van de Koningin en op G.S. De VOORZITTER vindt, dat de motie gewoon aan het eind van de antwoorden van het college aan de orde moet komen. Dat is een normale zaak. Daar is de heer NIJPELS het gewoon niet mee eens, In de motie wordt een beroep geuaan op G.S. Hij dacht dan dat geen enkel belang er zich teggen verzette om vanavond dat beroep op G.S. te doen. Als het een zaak zou zijn waar het college ook nog een uitgebreide visie op zou moeten verkondigen zou het wat anders zijn maar deze zaak staat helemaal buiten deze raad. Hij vindt het dan ook kinder achtig om nu niet verder over deze motie meer te praten en deze in stemming te brengen. Dat is de VOORZITTER niet met de heer Nijpels eens. Deze motie die om publiekma- king van stukken vraagt aan G.S. kan toch pas maandag, maar waarschijnlijk pas dinsdag by G.S. aankomen. Als de motie maandag in behandeling wordt genomen kan dat hoogstens een dag verschillen in de behandeling door G.S. De motie zal pas in de vergadering van woensdag van G.S. in behandeling kunnen komen en dan maakt die ene dag verder ook niets uit, dacht hij, zeker niet als hy belooft dat de motie, als die maandag zou worden aangenomen, dan in ieder geval dinsdag in Den Bosch zal zijn. Hij vindt het overigens procedureel onjuist om een motie, die deel uitmaakt van de debatten, te behandelen alvorens die de batten zijn afgesloten. Als het echter ook nog wat zou uitmaken zou het misschien anders zijn, maar in wezen maakt het geen verschil. De heer MASTENBROEK is van mening, dat daarnet werd besloten om deze vergadering te besluiten. Hy vindt verder dat over de motie ook het college zyn zegje zal moeten kunnen doen. Hij stelt dan ook voor om nu te stoppen en maandag verder te gaan, ook wat de motie betreft. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van MINUUT 116 secretxcis, de raad van 24 februari 1970. De voorzitter,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 41