29
De wethouder schrijft dan dat de geboorte achterwege blijft of vermindert en ver
minderd is en dat standpunt kan spreker volledig delen. De wethouder moet daarbij
dan echter niet vergeten, dat veel jonge gezinnen in het verleden Bergen op Zoom
hebben verlaten. Daar zit dan de basis van de procentuele verhoging van de oude
ren. In feite zeggen de wethouder en hij dus hetzelfde, al. Ie en de wethouder inter
preteert dat uiteraard op zijn eigen manier. Er zit echter wel dezelfde inhoud in.
De VOORZITTER meent, dat de heer Hartel zijn proefschrift dan maar eens xaoet gaan
herschrijven.
Als de lieer Broos dat nu zo zegt, zal dat inderdaad wel moeten, meent de heer
HaRTEL.
Dat hoeft dus van de heer BROOS niet, maar als de wethouder de feiten naast el
kaar legt zal deze daar echt wel uitkomen.
De heer H2RTEL wil dan vragen wat hij precies naast elkaar moet leggen. Soms de
algemene beschouwingen van de heer Broos en zijn proefschrift.
De heer BROOS trekt van zijn algemene beschouwingen geen geld en hij mag aannemen
dat de heer Hartel er nog viel iets aan zal overhouden, aan zijn proefschrift dan.
Hetgeen hij hem trouwens ook best gunt.
De heer H3RÏEL kan alleen maar zeggen dat hij er niets aan over heeft gehouden.
Hot heeft hem alleen maar handen vol geld gekost.
Dat vindt de heer BROOS dan alleen maai' jammer.
Wat de wethouder heeft neergeschreven over de Hollandse Tuin wil hij hem daarover
een compliment geven. Hij heeft de indruk dat er een penalty genomen gaat worden
maar helaas dan niet door de gemeente. Hij is bang dat een ander die zal gaan ne
men en dat het college als keeper mag fungeren, omdat er getruckt, geflest, mis
schien bespeeld, gebruikt of onderuitgehaald is.
Door een zakelijke bril zou hij het zonodig misschien anders kunnen zien.
Ook dat mag men hierbij niet uit het oog verliezen, dacht hij.
Wat de brug over de Zoom betreft, ook daarover niets anders dan een compliment
aan het adres van de wethouder,
V/at wethouder van Kaam betreft wil hij zeggen, dat, hoewel de heer van Kaam en hij
verschillende jaren scherp tegenover elkaar hebben gestaan, hij nu niets anders
kan constateren, op een enkel verschil in gezichtspunt na, zeer tevreden te zijn
over de wijze van beantwoording van deze wethouder.
Wat het Wijkcentrum Oost betreft zegt de wethouder dat een groot multi-fimotioneel
gebouw daar niet gewenst is en daarover verschilt hij dan uiteraard met spreker
van mening.
Wat de echtscheidingscommissie betreft en als de wethouder dan schrijft of dat is
ter voorkoming van of ter bevordering van, kan hij zeggen dat volgens hem niets
te bevorderen en niets te voorkomen valt. Het instellen van een commissie uit
sluitend voor deze problematiek zodat misschien van een verbetering zou kunnen
worden gesproken, lijkt hem toch wel zinvol. Hy zegt daarmee niet dat het nu
slecht zou gaan maar misschien zou het toch nog beter kunnen.
De heer NIJPEL3 heeft over deze zaak de hele dag al na zitten denken en hij zou de
heer Broos willen vragen of deze nu eens precies uit wil leggen wat hij nu daarmee
bedoelt. Het is voor zyn fractie ook n.l. een vraag.
Be heer BROOS wil, als daar behoefte aan bestaat, de WD—fractie daar na deze
vergadering graag nader over inlichten.
De heer NIJPELS zou het nu graag willen horen.
Dat is best mogelyk, zegt de heer BROOS, maar de heer Nypels maakt hier toch de
dienst niet uit. Hij is niet van plan om zich op enigerlei wijze door de heer Ny
pels te laten beinvlceden.
De heer NIJPELS wil de heer Broos niet beinvloeden maar hem alleen verzoeken om
een vraag te beantwoorden.
Daar heeft de heer BROOS nu net geen behoefte aan.
Wat het winkeltje van de heer Arnoys betreft wil hy daar erg kort over zyn. Ach
ter hem hangt een heel groot plakkaat en hij hoopt dan maar dat de voorzitter daar
nog een3 een effen bord van maakt, het dan meeneemt naar het woningbedrijf en het