26 maar het laat zich nog niet goed voorspellen wanneer de studies zijn afgerond en de dienst kan gaan starten. Dezerzijds willen wij de toezegging doen om, wanneer dat mogelijk is een eventueel interim-rapport aan uw raad, via de ge-eigende ka nalen aan te bieden. Vandaar zijn vraag in de algemene beschouwingen of die mogelijkheid er nu inzit. Over de stimulering en uitbreiding van het vrijwilligerswerk is hij bijzonder te spreken. Vooral Meilust en Fort/Zeekant zijn inderdaad voorbeelden waar vrijwilli gers uitstekend werk verrichten. Toch zal beslist niet vergeten mogen worden, dat Fort/Zeekant voortdurend de wens te kennen heeft gegeven een beroepskracht te willen hebben. Herverdeling van beroepskrachten en middelen vindt hij een uit stekende zaak maar allereerst dienen achterstanden te worden weggewerkt. Hij hoopt dat het sociaal kultureel plan het een en ander wat duidelijker zal doen zyn. Hij wil eindigen met de wethouder voor milieu enzovoorts. Deze wethouder begint zijn antwoord met een opsomming van allerhande zaken die niet zijn gevraagd. Het is hem dan werkelijk niet duidelijk waar dit toe dient. Hij vindt het jammer dat de wethouder schriftelijk over zaken moet uitweiden die niet aan de orde zijn gesteld. Het zou misschien beter zijn geweest dat niet alleer. de fracties maar ook de wethouder zelf wat algemene beschouwingen had ingediend waarin hy dan nog veel meer vragen aan zichzelf had kunnei stellen, zodat zijn schriftelijk antwoord op zyn eigen vragen op zijn plaats had kunnen zyn. Kortom, de wethouder had dan ook die dingen in zijn antwoord kwijt gekund waarop hij gerekeï d had dat vragen over zouden kunnen worden gesteld. V/at de inhoud van de beantwoording van de wethouder betreft meent de wethouder van verkeer, dat de stelling dat de voetganger zich niet veilig kan voelen in de binnenstad niet is onderbouwd. Hij zou dan toch de wethouder eens willen advi seren op een zaterdagnamiddag in de Zuivelstraat te gaan wandelen en winkelen en dan steeds te wisselen van straatkant. Er zijn nu eenmaal aan beide kanten van deze straat winkels. Voortdurend uitkijken is dan geboden. Een centrum waar de voetganger zich veilig kan voelen wordt niet bereden door snelverkeer maar be staat uit wandelstraten, zoals in zo veel gemeenten. Dat het streven moet lig gen in het niet gemotoriseerde verkeer buiten het centrum te helpen is natuur lijk een waarheid als een koe, maar men is er dan niet met de aanleg van diverse verkeerslichten-installaties, reconstructie van de Halsterseweg en de brug over de Zoom. In de algemene beschouwingen van zyn fractie had men het over fiets paden naast verschillende wegen en het veilig bereikbaar maken van scholen. Hierover heeft de wethouder geen mededelingen gedaan. Daarentegen praat de wethouder wel over de bomen die dreigen te verdwijnen aan de Halsterse..eg en haalt daar dan een uitspraak bij, dat een eventueel gespaard men senleven belangrijker is dan alle bestaande bomen op deze weg en suggereert dan in de richting van; kennelijk is niet iedereen gelukkig met deze uitspraak. Het gaat hier beslist niet om het al of niet gelukkig zijn met een uitspraak maar om een uitspraak waar geen zinnig mens het mee oneens is. Waar men echter ook totaal niets aan heeft. Er zijn nog honderden uitspraken op deze manier te verzinnen, zoals b.v. een mensenleven is belangrijker dan honderd cactussen, dan 500 fuchsia's. Hy meent dat dit allemaal onzin is. Het plan wat zijn fractie lanceerde t.a.v. de Halsterseweg was overigens beslist niet minder veilig dan dat van het college en dat van de directeur gemeentewer ken, dat dan later ook een plan van het college werd. Ten aanzien van een gewestelijke dienst voor het milieu zegt de wethouder dat het collegestandpunt hierover texughoudend is. Hy zou dan wal graag een motivering horen van de wethoudei" voor dit standpunt omdat naar zijn mening juist t.a.v. het milieu in gewestelijk verband moet worden gewerkt. Al staat G.E. dan voor het grootste gedeelte op het grondgebied van Bergen op Zoom, betekent dat nog niet dat Halsteren en Tholen geen last kunnen hebben van dat bedrijf. Als de wethouder spreekt over een gewestelijke dienst stelt hy, dat wel belangd- rijk is de eigen verantwoordelijkheid van grote en kleinere bedrijven. Soms wordt de PvdA verweten in hun midden een aantal idealisten te hebben. Is het echter niet erger om naïef te zijn, zou hij willen vragen. Het de ervaringen met G.E. in het hoofd toch de verantwoordelijkheid verder by de grote bedrijven naar voren te willen halen. De wethouder moet weten, dat bij grotere bedrijven geen Commis saris van de Koningin in dienst is om wanneer het noodzakelijk is het bedrijf tijdig

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 27