Y De mening van zijn fractie mag hierin als bekend worden verondersteld, zodat hij nu hier niet verder op behoeft in te gaan. Zeer positief heeft hij ontvangen de ideeën over het gronduitgiftebeleid. Het ja renlange streven van zijn fractie ziet hij nu voor een gedeelte beloond. Inderdaad is grond een schaars artikel en hiermede zal dan ook niet gespeculeerd mogen wor— den. Waarom dan in sommige kringen altijd die angst om maatregelen te nemen; maat regelen die door de wethouder worden aangekondigd kunnen een begin zijn om onge wenste situaties te voorkomen en tegen te gaan. Na discussie in de daartoe aange— wezen commissies ziet hij met instemming voorstellen tegemoet. Natuurlijk heeft de wethouder gelijk wanneer hij stelt dat er moeilijkheden kunnen ontstaan wanneer Bergen op Zoom eenzijdig tot erfpacht over zou gaan, alhoewel er gemeenten bestaan met erfpacht die dan zijn omringd door gemeenten die deze vorm van grondpolitiek niet kennen. Dat zijn dan echter practische problemen. In de algemene beschouwingen heeft zijn fractie betoogd van het college een visie te hebben gemist over het voeren van een grondpolitiek. Een visie zou kunnen zijn, dat principieel erfpacht een rechtvaardige zaak is, maar dat door practische om standigheden hiervan wel eens van afgeweken zal moeten worden. Een soort visie dus, die de CDA-fractie bij de winst op de nuts-bedrijven hanteert. De door de wethouder van stal gehaalde bureaucratie is iets wat altijd naar voren wordt gebracht als het gaat om gemeenschapszaken in gemeenschapshanden te bren gen en klinkt hem niet overtuigend in de oren. Er zijn immers toch wel goeddraai- ende gemeentelijke, provinciale en rijks-afdelingen te noemen. Kijk b.v. maar eens naar de afdelingen onderwijs en sport en openluchtrecreatie van de gemeente Ber gen op Zoom. Wat de sportbeoefening in gezinsverband betreft lijkt het volgens de wethouder niet mogelijk om velden die door verenigingen worden bespeeld en aangesloten zijn by de officiële sportbonden. De voor de hand liggende vraag is dan waar die mo gelijkheden wel geschapen kunnen worden. De wethouder heeft het waarschijnlijk over de jeugdsport als hij spreekt over de huidige subsidieverordening die in goed en eerlijk overleg met de sportwereld tot stand is gekomen. Hij had ook niets anders verwacht. Waar hij om vroeg en wat ook verleden jaar is toegezegd was, hoe de sportwereld denkt over de andere manier van subsidiëring en is dit met de sport wereld doorgesproken, is zijn vraag. Overgaand tot wethouder Hartel wil hij opmerken in zijn algemene beschouwingen uit voerig te zijn ingegaan op de plannen die bestaan over de groei van Bergen op Zoom, maar vooral over de gedachtengang die achter deze groeigedachte aanwezig is. Hij heeft in de nota van aanbieding een visie van het college gemist, in welke ma te menselijkerwijs gesproken het inwonertal in de toekomst moest toenemen en waar om. Hij heeft zich afgevraagd, waarom de term: voorshands tot ruim 50.000 inwo ners niet werd genoemd en er niet wat nader aandacht werd besteed aan de term voorshands. Rijkhalzend keek hij daarom uit naar het antwoord op de algemene be schouwingen van de wethouder R.O., mede ook gezien het feit dat die wethouder in een recente gemeenteraadsvergadering had toegezegd hierover uitleg te geven. Het was daarom teleurstellend in het antwoord van de wethouder niets te kunnen lezen over deze, voor Bergen op Zoom toch uiterst belangrijke zaak. Eerst als er door resultaten van verder onderzoek nieuwe gezichtspunten naar vo ren zijn gekomen is een discussie over mogelijkheden en wenselijkheden van woning bouw in het Verdronken Land van het Markizaat weer op zijn plaats, was het ant woord. Hieruit blijkt dan, dat op de eigenlyke vraag van de PvdA—fractie geen antwoord is gegeven. De raad van Bergen op Zoom heeft in een eerdere raadsverga dering zich uitgesproken voor een groei tot voorshands ruim 50.000 inwoners. In de loop van de tijd blijkt er verschil van inzicht te bestaan over de inhoud van het woord voorshands. Hij vraagt van het college niets anders dan een duide- lyke uitleg van dit begrip. De raad zal zich dan kunnen uitspreken of ingestemd kan worden met die uitleg. Dat heeft dan niets te maken met de studie over woning bouw in het Verdronken Land van het Markizaat. Het is verder opvallend, hoe weinig in de Nota van Aanbieding en in het antwoord van de wethouder wordt gezegd over die zaken die voor de toekomst van Bergen op Zoom van zoveel belang kunnen zijn. Het is onjuist alle discussie over allerhande belangrijke zaken nu uit te stellen tot het be-eindigen van een studie over mo gelijkheden en wenselijkheden in het Land van het Markizaat. De ontwikkelingen rondom de Hollandse Tuin, maar ook andere ongewenste ontwikke lingen kunnen alleen maar worden tegengegaan wanneer een bestemmingsplan aanwe zig is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 24