Hebben de verzoeken om subsidies aan hogere instanties voor dit project nu resul
taat gehad of niet. Zijn er afwijzingen binnengekomen of wordt er niets vernomen.
Als er afwijzingen zijn binnengekomen, acht het college dit project dan nog haal
baar. Een duidelijk antwoord zou hij zeer op prijs stellen.
Op zijn opmerking, dat het college zo weinig mogelijkheden geeft voor woningen in
de beschutte sfeer stelt de wethouder dat de woningbouw-corporaties dit maar moe
ten halen van de woningbouwterreinen die voor de woningwetbouw zijn aangewezen.
Dat antwoord verdriet hem zeer. Wetende dat er zoveel mensen wachtende zyn op een
huurwoning, mensen met een urgentieverklaring van de gemeentearts, van hun huis
dokter, van maatschappelijk werkers, van werkgevers, mensen die soms in bijzonder
trieste omstandigheden leven, kan men nauwelijks waarmaken dat de geplande wonin
gen voor deze categorie minder zouden moeten worden. Het is ook zo, dat woningen
in de beschutte sfeer noodzakelijk zijn. Juist voor de jonge mensen, maar niet voor
hen alleen, is het kopen van een duurdere woning een onmogelijkheid geworden.
Woningen bouwen in de beschutte sfeer zou ook de druk van de absurde koopprijzen
wat kunnen doen afnemen. Immers, door meer aanbod komt een druk naar beneden op
de prijzen. Woningen in de beschutte sfeer, hij zei het al eerder, zouden dus ook
met name voor de jongeren enorm voorzien in een grote behoefte.
Met klem vraagt hij het college zich nog eens over deze problematiek te beraden.
Hij zou verder willen vragen of er al spoedig een uitspraak te verwachten is of
Bergen op Zoom en/of Roosendaal groeistad moeten worden. Hij heeft al eerder ge
steld in een geleidelijke groei van Bergen op Zoom te geloven, niet in wild-groei.
Hij gelooft ook niet zo erg in bevolkings-prognoses. Om een voorbeeld te noemen
zag hij een dezer dagen nog eens een brochure: ontwikkelingsschets voor de oude
stad, uitgegeven in 1972. Daar stond dan in, dat Bergen op Zoom en Halsteren in
1980 samen 70.000 inwoners zouden hebben. Hij dacht niet, dat dat cijfer gehaald
kon v/orden. Indertijd was het wel een indrukwekkende prognose.
De VOORZITTER meent, dat men toen ook nog dacht aan 20 miljoen inwoners in neder-
land in het jaar 2.000.
Dat klopt inderdaad, zegt de heer A. J.PRAMEN.
Hij wil verder gaan met wethouder Arnoys. Deze begint zyn antwoord met het aan
prijzen van zaken die ook in het winkeltje van de heer Arnoys te koop zijn. Laat hij
dan gerust zijn. Die kent zijn fractie wel.
De portefeuillehouder voor milieuzaken heeft op zaterdag 14 januari j.l. in De
Stem verklaard, dat door de nieuwste informatie van de bergse milieuambtenaren
ook in andere delen van de phosgeeninrichting van G.E. zodanig gevaarlijke situa
ties kunnen ontstaan, dat hij daarvoor geen verantwoording wenst te dragen.
Volgens hetzelfde artikel zou hy, en waarschijnlijk het hele bergse college, zich
alsnog tegen de opstart-vergunning opstellen. Hij zou graag willen weten of dit
juist is verwoord. Heeft B.& W. alsnog bij G.S. bezwaar gemaakt tegen de opstart-
vergunning.
De heer NIJPELS kan er niets aan doen, maar ieder van de raadsleden heeft toch we]
een abonnement op een paar kranten en daar heeft men toch heel uitgebreid in kun
nen lezen dat de burgemeester een brief heeft geschreven aan de commissaris van
de Koningin, waarin deze kennelijk heeft gezegd dat die zaak niet opgestart mag
worden.
De heer A.J.FRANKEN denkt dan, dat de heer Nijpels enkele zaken door elkaar haalt.
Voor het woningbedrijf heeft hij er op gewezen, dat de onderhoudreserves onvoldoen
de zijn en dat andere reserves zullen moeten worden aangesproken. Een landelijk
beeld overigens. Daarbij werd er dan wel op gewezen, dat men in Bergen op Zoom nog
zit met het houtrot-probleem. Hij heeft daarbij gevraagd: hoe lang nog en zou het
op prijs stellen dat hierop een antwoord werd verkregen met daaraan gekoppeld een
vrijblijvende raming van de kosten.
Hij heeft ervoor gepleit, dat een onafhankelijk deskundige het woningbedrijf eens
sou doorlichten en dan wel speciaal de financiële aspecten voor de naaste toekomst.
Dat acht hij voor een juiste vaststelling van het beleid voor de komende jaren
van groot belang. De heer Arnoys stelt, dat na zo'n onderzoek zou kunnen blijken
dat in de toekomst de lasten de baten zouden kunnen overtreffen en dat dan de re
serves zouden zijn uitgeput. Hij dacht, dat dit nu juist voorkomen moest v/orden.
Een deskundig rapport zou hierin enorm belangrijk kunnen zijn om dan weloverwogen
de juiste beslissingen te kunnen nemen.