26 inrichtingsmodel I uit het interim-rapport buiten beschouwing moet blyven en dat alleen de modellen die inhouden de bouw van 8000 woningen nog interessant zijn. Om dan tot het krediet van 285.000.- terug te keren, voor de kosten in het jaar 1978 van advisering door het genoemde ingenieursbureau bij de inrichtings plannen voor het Verdronken Land van het Markizaat wil hij tot de volgende con clusie komen. Zoals men weet is zijn fractie van mening, dat bij een groei tot voorshands ruim 50.000 inwoners, bouw buiten de vaste wal van Bergen op Zoom niet noodzakelijk is. Voorts vindt men dat Bergen op Zoom geen uitnodigende ge baren moet maken en dient de hogere overheid alternatieven aan te geven. Het wordt voorts steeds duidelijker, dat de wens van de gemeenten Bergen op Zoom en Roosendaal niet zal worden gehonoreerd, d.w.z. dat beide gemeenten geen woningen mogen verdelen. Dit kan dan 2 dingen betekenen. Als Bergen op Zoom als groeistad wordt aangewezen is dit in flagrante tegenspraak tot hetgeen de ge meenteraad van Bergen op Zoom wil en is het onzin medewerking te verlenen en 285.000.- ter beschikking te stellen voor een onderzoek naar iets dat men niet wil. Als Roosendaal als groeistad wordt aangewezen is bouwen buiten de vaste v/al geheel onnodig en in dat geval is ook verder onderzoek niet nodig. Op welke manier men het ook bekijkt, de uitgave van 285.000.- betekent alleen maar datbedrag in het water gooien. Het is gewoon onzinnig om nu dit krediet beschikbaar te stellen. Als de hogere overheid vindt dat Bergen op Zoom groei stad moet worden, laat die hogere overheid dan maar geld uitgeven voor onder zoeken, vindt hij. Zoals men zal begrijpen, is zyn fractie tegen dit voorstel omdat men vindt dat het uitgeven van dit geld geld weggooien is. Hieraan wil zijn fractie niet mee doen. 285.000.- is veel geld wat aan veel zaken kan v/orden besteed in de bergse samenleving. Er is discussie over mogelijk waar dat geld aan kén worden besteed. Een ding is zeker. Het dient niet in het water te verdwijnen. Mevrouw VLUG gaat niet over die enquete en welles-nietes spelletjes praten. Voor haar is wel een probleem, dat de enquete is gehouden over zaken die abso luut nog niet te overzien zijn en waar nog het nodige inzicht in moet komen, waarvoor dan dit onderzoek nodig is. Haar fractie is n.l. van mening, dat dit onderzoek wel nodig is. Er wordt n.l. niet alleen onderzocht of er gebouwd kan worden maa-r» ook de recreatie-mogelijkheden. Als over geld in het v/ater gooien wordt gepraat, als daar een hele goede recreatietoestand uit kan ontstaan, is het de vraag of dat dan weggegooid geld is. Als t.z.t. een beslissing moet worden genomen wil zij dat graag zo gefundeerd mogelijk doen en met een zo goed mogelijk inzicht in mogelijkheden en wenselijkheden. Daarna, na afweging van be langen, een besluit nemen. Zij wil er ook nog aan verbinden, dat, als men er van uitgaat dat door b.v. ge zinsverdunning op een gegeven moment er gebouvdmóet worden en men wil niet het bos in, men dan de mogelijkheden onderkent en dat men dén kan gaan afwegen van: wat gaat dat kosten, want het zal natuurlijk ook een financiële zaak zijn; als het om een paar huizen gaat waarvoor een enorme kostbare voorziening nodig is weet iedereen gewoon wel dat dat toch niet doorgaat. Of Bergen op Zoom groeistad wordt of niet, daar heeft de heer Mastenbroek heel wat over gezegd, maar ieder weet dat sinds de Verstedelijkingsnota verschenen is en de voornemens die daar in zijn vastgelegd, een heleboel groeicijfers al lang weer zijn achterhaald. In de Randstad doet men alle mogelijke moeite om de mensen vast te houden. Zij ziet het allemaal zo'n vaart nog niet lopen. Zij weet dat het voor het college niet leuk is en vaak ook erg moeilijk om meer informatie te geven dan gegeven werd, maar zij is toch van mening, dat de mensen die het beleid uitmaken té zuinig zijn met informatie naar buiten, al is die in formatie misschien onvolledig. Men kan die dan beter toch maar v&st geven. Nu is er een be—invloeding van een bepaalde kant waar dan van de zyde van het college niets tegenover staat. In de commissie R.0. heeft zij het hare gezegd over de interim-nota die is verschenen. Die is dan gewoon goed om inzicht te krijgen in de materie waar het over gaat, ook over een keuze die men t.z.t. al of niet wil maken. Het houdt niet in dat men ja zegt. Men gaat belangen afwe gen maar dat moet dan wel mogelijk zijn. Die interim-nota was dan alleen maar aan de leden-raadsleden van de commissie R.0. gegeven en niet eens aan de niet- raadsleden leden van die commissie. Van al dit soort zaken vindt zij, dat iet college meer vaart en meer druk achter de verstrekking van informatie naar bui ten moet zetten.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 191