23 Mevrouw VLUG vindt dat er toch wel een gegeven uit het rapport is gekomen, n.l. dat in hoofdzaak naar eengezinshuizen met 3 en 4 kamers wordt gevraagd en dat vindt zy toch wel belangrijk. De heer WESTERHOF wil daaraan toevoegen: voor alleenstaande 18-jarigen. Mevrouw VLUG zegt nee. Men moet de nota maar eens goed lezen. Het is ook nog eens uitgebreid in de commissie behandeld en zij zal er nu weer niet helemaal op ingaan want zij heeft er toen al genoeg over gekletst. De VOORZITTER wil constateren, dat dit laatste dan de eigen formulering van mevrouw Vlug is. De heer H3RTEL kan zeggen, dat hetgeen mevrouw Vlug zegt inderdaad een van de openbaringen van dat rapport is geweest. Dat zal het ook wel zyn voor het mi nisterie, dat deze rapporten verzamelt en deze hele zaak; begeleidt. Hij kan verder zeggen, dat het rapport bedoeld is om ter plaatse de woningbe hoefte van alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens te peilen. Dat is dan op een zeer royale manier gebeurd door het Bouwcentrum. Zó royaal, dat lang met alle gegevens gebruikt zijn. De heer V/esterhof sprak; bewondering uit voor het rapport wat door de dienst gemeentewerken, het sociografisch bureau van de dienst n.l., er naast is gelegd. Dat is gebeurd dank zy het feit dat de hele uitdraai van de computer is gebruikt om alle gegevens te verkrijgen, waardoor men eigenlijk exacter op de zaak kon ingaan. Het rapport van het Bouwcentrum is wat dat betreft dus oppervlakkiger. Dat de immigranten, als hij die zo even mag noemen, er niet bij staan is verder overal zo. Dat is ook de moeilijkst te peilen factor, Hy kan wel beloven, dat bij de opzet van het woningbouw-programma daar wél reke ning mee gehouden zal worden. Hier ging het om het rapport, waarvoor voorschriften waren gegeven zelfs via enqute-formulieren door het ministerie, waar geen rekening met de immigranten is gehouden. In het woningbouw-programma van de gemeente zal dat zeker wel worden gedaan, ook al is het een onzekere factor. j Men zal proberen dat zo nauwkeurig mogelijk te benaderen, waaruit dan blykt dat dit getal dus groter zal worden, op dit moment eigenlijk al groter moet zyn dan er uiteindelijk uitgekomen is. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 27. Voorstel tot het verlenen van een krediet ad 64.000.- voor de aanschaf van een tractor met laadschop. (Verzameling 1978 nrR0/42) 28. Voorstel tot het verstrekken van een krediet ad 137»000«- vo9?_dg_g££Z- koon van een huisvuilwagen. "(Verzameling 19/8 H0/52) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 27 en 28 aangenomen. 29 Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet van ^285.000.- voor lnschakeling"vaïï~HëT Ingenieursbureau Witteveen en Bos bij ïnrichtingsplan- nin~"Verdronken Land van het Markizaat". (Verzameling 1978 nr» RO/43) De heer MASTENBROEK zegt, dat op 28 oktober 1977 de raad het college toestemming gaf tot inschakeling van het ingenieursbureau Witteveen en Bos by de inrichtings plannen voor het Verdronken Land van het Markizaat. Genoemd bureau is aan het werk gegaan en is onder meer tot de volgende conlcusie gekomen. Ten eerste is er op de Molenplaat geen sprake van een logische bodemopbouw. Ten tweede, voor wat betreft de drainage-mogelijkheden van de grond, moet worden geconstateerd, dat van een logische profiel-opbouw weinig sprake is. Ten derde: wanneer de bo venste 2 meter worden afgegraven is misschien fundering op staal mogelyk. Ten vierde: de grondwaterstand zal aanzienlijk verlaagd moeten worden, waardoor zettingen optreden die plaatselyk aanzienlyk kunnen zijn, hetgeen gevolgen kan hebben voor wegen, plantsoenen, woningen en leidingen, wanneer op staal wordt gefundeerd. Ten vijfde: deze zettingen kunnen worden beperkt door de grondwater stand later weer enigszins op te trekken. Ten zesde: belangrykis het, dat on regelmatige en ongelijke zettingen zoveel mogelijk bestreden moeten worden en dat

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 188