18 De VOORZITTER wil aan de heer van Heijst vragen of deze bijles wil geven of moet spreker dat doen. Hij dacht toch dit in de commissie financiën wel goed uitgelegd te hebben. In onderwijskringen is echter het verschynsel bijles goed bekend en vandaar zijn vraag. De heer VAN HEIJST zag graag, dat de voorzitter deze bijles dan eens gaf. De VOORZITTER zegt, dat het heel eenvoudig zo is, dat wat de gemeente moet betar- len, ver onder het bedrag ligt wat zy er voor kan krijgen krachtens afspraak. Alle voorzieningen die daar bovenuit gaan komen niet voor rekening van de ge meente maar voor rekening van de koper, hetzij voor, hetzij na aftrek. De heer M.J.M.FRANKEN dacht, als de voorzitter zegt dat de koper er meer voor geeft, hij dat zou rangschikken onder geraamde opbrengsten en niet de bedragen die in het voorstel staan. De VOORZITTER wil daarop antwoorden dat er een cijferopstelling is gemaakt van wat er allemaal moet gebeuren en wat daar naar de mening van het college alle maal moet gebeuren is gedeeltelijk een taak, voor een groot deel zelfs, van de toekomstige koper. Het is er echter wel even bygezet. Het had echter gekund, en dat is in de commissie financiën ook gezegd, dat dit voorstel zonder enige toe lichting beperkt had kunnen worden tot: wij kunnen Loose kopen voor 66.000.- en gaat u daarmee akkoord of niet. De heer M.J.M.FRANKEN zegt dat in de opstelling staat: wij gaan het verkopen. Geraamde opbrengst monumentaal pand 70.000.—, grond voor 7 kleine woningen 80.000.- is totaal 150.000.—. Resteert - en dat staat er duidelijk - geraamd tekort. Dat is dan toch duidelijk nederlands, en dan staat daar bij: 79.000.Dat snapt hij dan niet. De VOORZITTER zegt, dat dit is omdat in theorie het raadsvoorstel uitgaat van het feit dat de koper en het bedrag dat deze gewaarborgd heeft en de condities waaronder niet officiëel op papier staan, terwijl die ondershands wel bekend zijn. Als men dat dan gaat uitrekenen en men levert het terrein dus helemaal kant en klaar opgeruimd en alles wat daarbij hoort, gerestaureerd enzovoorts op, dan zou dat tekort ontstaan. Maar toen indertijd in principe werd gezegd: hier duiken wij in, was er al de garantie, dat het niet zo zou hoeven. Vandaar dat er dus tegenspraak is in zekere zin tussen het officiële raadstuk waarbij de toe komstige koper als nog niet bekend wordt verondersteld, terwijl het in feite is uitgelegd, dat dat wel zo is en dat de gemeente op zijn minst quite speelt en als de gemeente hard zakenman zou zyn en gedane toezeggingen ongestand zou doen, er dan zelfs aan zou verdienen. Zo zit deze zaak precies. De heer WESTERHOF zou dan willen zeggen: dank voor deze bijles. De VOORZITTER dacht dat men er altijd van uit moest gaan dat bylessen nuttig zijn want anders zou er vaak niet zoveel geld voor betaald worden. De heer M.J.M.FRANKEN zegt, dat dit dan gratis was. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 11Voorstel tot verkoop van het pand Rozemarijnstraat 28 aan B.A.Sondag te Ber gen op Zoom. (Verzameling 1978 nr. RO/47)* 12. Voorstel tot verkoop van het perceel Rozemarijnstraat 50 z&n I«J«v3-n Cruijnin— gen te~Bergen op Zoom. (Verzameling I9/8 RO/55) De heer MASTENBROEK wil deze 2 punten tegelijk behandelen. In het eerste voorstel staat bij de verkoopvoorwaarden onder punt 15 iets geheel anders dan bij het twee de voorstel onder datzelfde punt in de verkoopvoorwaarden. Dat zijn dan 2 verschillende punten voor 2 gelijke woninkjes. Van dat pandje no. 50 is aan diegene die dat pandje wenste te kopen geschreven, dat samenvoeging van de pandjes 28 en 50 niet in overweging kon worden genomen, gezien de vraag naar kleine woningen. Dat is hij wel helemaal met het college eens, maar dan vindt hy dat ook voor deze beide kleine woninkjes dezelfde voorwaarden moeten gelden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 183