16
De VOORZITTER dacht dat mevrouw Vlug 2 dingen door elkaar haalt, n.l. het feit
of er wordt gediscrimineerd als gezegd wordt aanvrager, aanvraagster of echtge
note, Als hij de bedoeling van mevrouw Vlug goed begrijpt dacht hij dat e.e.a.
beter verwoord zou worden als wordt gezegd: hieronder verstaan wij dat de aan
vrager of aanvraagster, maar dan zouden natuurlijk alle mannelijke woorden in de
wet vervangen kunnen worden met tevens het vrouwelijke woord. Hij weet niet of
dat nu wel nodig is. De algemene rechtspraktijk is toch wel, dacht hij, dat het
mannelijke woord ook voor de vrouw wordt gebruikt. In de wet wordt er nooit an
ders gesproken dan over de Koning b.v. terwijl er als sinds 1890 een Koningin is.
Dat maakt dus in wezen helemaal niets uit, V/aar het dan in feite over gaat is
niet de echtgenote. Daar zou dus ook echtgenoot kunnen staan.
Het lijkt hem dan veel zinvoller om aan het eind te zetten van punt a: Deze
economische binding wordt ook aanwezig geacht indien de echtgenoot of de echt
genote enzovoorts.
Dat beantwoordt dan niet aan de wens van zijn fractie, zegt de heer NIJPELS.
Hij begrijpt de voorzitter dus erg goed, maar het gaat er in zijn fractie juist
om dat mén ongeacht de relatie die een man en een vrouw samen hebben, toch^in
aanmerking kan komen als een stuk grond wordt aangevraagd. Hij vindt het reëel
dat inderdaad wordt gelegd, dat, als men een halve dagtaak heeft en iemand
anders heeft een hele dagtaak, dat die laatste dan eerder in aanmerking kan ko
men.
De heer VAN HEIJST is bang dat er hele merkwaardige situaties zullen gaan ont
staan om aan een perceeltje bouwgrond te kunnen komen.
Daar heeft de heer NIJPELS dan geen enkel bezwaar tegen.
De heer VAN HEIJST wel.
De VOORZITTER zegt dat het ook zo is, dat b.v, bij woningtoewijzing bij het woning
bedrijf, waar normaal gerekend wordt met echtparen, bij de huidige praktijk onder
echtparen ook wel eens andere vormen van samenwonen worden verstaan.
Dat vindt de heer NIJPELS schitterend en dan zal men het er uit moeten halen.
De VOORZITTER vindt het moeilijk om hiervoor op dit moment de juiste geijkte ter
men te gaan gebruiken in wettelijke stukken. Hij dacht dat het college tegemoet
kwam aan de wensen van mevrouw Vlug als inplaats van echtgenote zou worden ge
schreven echtgenoot/echtgenote.
De heer NIJPELS dacht dat het punt van discussie was dat van de echtgenoot wordt
gevraagd dat die een volledige dagtaak heeft. Dat wil zijn fractie er gewoon uit
laten.
De VOORZITTER zou willen vragen of de heer Nijpels dan graag ziet dat als de
echtgenote b,v. een volledige dagtaak heeft, dat dan ook zou gelden.
De heer NIJPELS heeft geen echtgenote dus dan zou hij de boot ingaan.
Vandaar het voorstel van de VOORZITTER om te zeggen: indien de echtgenoot of de
echtgenote. Dan heeft de WD fractie toch haar zin.
Het gaat naar zijn mening om het geval, als b.v. de aanvrager zelf niet economisch
gebonden is en zijn partner wel. Moet dan dat woord partner er in of zet men
echtgenoot of echtgenote.
De heer NIJPELS zegt dat in het andere geval men gewoon de andere echtgenoot of
de partner het aan laat vragen. Dan is het hele probleem opgelost.
De VOORZITTER meent, dat dat soms niet zal kunnen. Dat hangt af van de tenaam
stelling en zo. Er is heel goed een geval denkbaar dat b.v. een vrouw een wo
ning—perceel aanvraagt voor koop en dat men vraagt: wat is uw economische bin
ding waarbij dan de aanvrager, in dit geval de echtgenote, zal moeten zeggen:
mijn echtgenoot is economisch aan Bergen op Zoom gebonden. Hoeveel huizen staan
er momenteel niet op naam van de vrouw.
De heer WESTERHOF dacht niet dat de discussie zich moest gaan toespitsen op za
ken waarby ieder woord en iedere komma of punt er op aankomt, terwijl het een
nota betreft die aangeeft binnen welk raam men denkt te moeten gaan werken.
Hij vindt dit debat een beetje zinloos aan het worden.