15 wiens echtgenote een halve dagtaak heeft in Bergen op Zoom, niet aan de orde zou kunnen komen. Als er echter voldoende andere gegadigden zijn, die dus wel aan alle gestelde kriteria voldoen, vreest hij toch, dat dat nooit gerealiseerd zal kunnen worden. Ter overtuiging van de ernst waarin men terecht aan het komen is wil hij opmer ken, dat juist de laatste maand tientallen aanvragen binnen zijn gekomen voor bungalow-percelen, terwijl het aanbod nauwelijks is toegenomen. Hij wil voorstellen in dit opzicht de redactie, zoals in de nota staat, aan te houden. De heer Mastenbroek kon zich in een heleboel dingen vinden maar vroeg of inplaats van "laatste jaren" geen getal moest worden ingevuld. Ook dat vindt spreker weer een moeilijke zaak, want er kan natuurlijk een aanvrager zijn die toch wel z6 duidelijke verbetering van woonomstandigheden nodig heeft dat het niet altijd zinvol zal kunnen zijn om aan een strakke limiet coute que coute vast te houden. Hij stelt voor om de redactie zo maar te laten. Hij dacht dat voor ieder geval in de commissie economische zaken verantwoording moet worden afgelegd waar aan iemand een kavel werd aangeboden. Wat het schuine streepje in artikel 6 lid 1 betreft heeft de heer Mastenbroek daarin natuurlijk gelijk. Daar moet inderdaad een komma staan inplaats van dat schuine streepje. De kwestie van het Garantieinstituut Woningbouw. Als het tweede deel van die lange zin, zoals de heer Mastenbroek dat uitdrukte, zou worden weggelaten, schept men voor dat Garantie Instituut een monopolie-positie. Er zijn momenteel stromingen in de bouwwereld die zodanige garanties kunnen geven, dat naar de mening van het college het toch eigenlijk onrechtvaardig zou zijn om al deze men sen te koppelen aan dat Garantie Instituut Woningbouw. Hij dacht dat het niet helemaal eerlijk was om iedereen te verplichten daaraan geld te besteden. Het kost n.l. ook iedere keer geld. Daar moet men wel rekening mee houden. Hij dacht de heer van den Bulck met het eerder door hem gezegde toch wel indirect te hebben beantwoord. Als beide personen een halve dagtaak hebben in Bergen op Zoom wordt dat voor één dagtaak geteld. Daar ziet hij geen enkele moeilijk heid in. Er komen echter ook gevallen voor waarbij b.v. de man een volledige dagtaak heeft in Roosendaal en de echtgenote een bijtaakje van een halve dag in Bergen op Zoom en dan in Bergen op Zoom een bungalow-perceel claimen. Dan vindt hy gewoon dat tegen zo iemand best mag worden gezegd: probeer het maar eens in Roosendaal. U4.t- Verder dacht hij dat deze nota meer moest worden gezien als een aantal nchtly- nen die gehanteerd zullen moeten worden en dat het ook niet altijd mogelijk zal zyn om met een volkomen sluitend puntenstelsel in dit opzicht te handelen. Er zullen echt wel eens randgevallen voorkomen waar dan toch best wel goede ar gumenten voor kunnen worden aangedragen om dan een perceel voor particuliere woningbouw uit te kunnen geven. Mevrouw VLUG hoorde van de wethouder het verzoek om de redactie niet te veran deren, maar zij zou het toch wel graag wél veranderd zien. Zij kan met de argu menten van de wethouder meegaan waar deze zegt dat zal moeten worden gekozen tussen iemand met een hele of met een halve dagtaak en zij kan. zich zelfs voor stellen dat ook nog een belang kan zijn over wat voor werk het gaat. Zij kan zich b.v. goed voorstellen dat als er een schoolarts voor halve dagen nodig is, de ze best een woning krijgt of een plekje voor een woning. Zij wil er wel de discriminatie uit hebben van die echtgenote. Waarom moet die apart behandeld worden. De heer VAN HEIJST zegt, dat het juist het verzoek van de WD-fractie bij de al gemene beschouwingen is geweest, om ook voor de echtgenote een aparte bepaling in te bouwen. Mevrouw VLUG wil haar verhaal eerst even afmaken. Zij zou toegevoegd willen zien onderaan: Hieronder verstaan wij dat aanvrager of aanvraagster werkzaam moet zyn enzovoorts. Die laatste alinea van dat punt a kan dan gewoon vervallen. De wethouder kan dan wel zeggen dat B.& W. dat soepel zullen interpreteren, maar het gaat hier over een ambtelijk stuk wat naar buiten gaat en waarmee ge werkt wordt. Degene die kennis wil nemen van mogelykheden in Bergen op Zoom wordt met deze nota geconfronteerd en dat kan zo iemand dan al weerhouden om iets niet te durven vragen. Niet iedereen is zo vrij in zijn optreden.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 180