14 9. Nota inzake het gronduitgiftebeleid. ^Verzameling 1978 nr. R0/7Ï"J. Mevrouw VLUG heeft wat moeite met de redactie van de nota. Als zij b.v. onder a ziet staan in de laatste alinea; deze economische binding wordt ook aanwezig geacht indien de echtgenote van de aanvrager aan de hiervoor gestelde normen voldoet en een volledige dagtaak uitoefent, begrijpt zij niet waarom hier speci aal "echtgenote" staat. Zij dacht dat er tegenwoordig ook andere manieren van samenwonen zijn. V/at dit betreft zou zij dan ook willen voorstellen om bij punt a te beginnen met; hieronder verstaan wij, dat de aanvrager of aanvraagster werk zaam moet zijn enzovoorts. Dan wordt dat allemaal ondervangen, dacht zij. Zij begrijpt ook niet waarom iemand persé een volledige dagtaak moet hebben. Iemand met een halve dagtaak kan minstens zulke nuttige en economische verant woording dragen als iemand met een volledige dagtaak, meent zij. De heer MASTENBROEK vond het hard nodig dat er zo'n nota kwam en hij is er dan ook erg blij mee. Hij kan voor het grootste gedeelte met de nota wel akkoord gaan. Hij heeft een paar kleine opmerkingen die hij graag even wil toelichten. Allereerst kan hij meegaan met wat mevrouw Vlug daarnet opmerkte. Op de 2e plaats staat by punt c tussen haakjes "laatste jaren". Hij dacht dat dat toch wat duidelijker omschreven moest worden. Hij kan zich voorstellen dat daar een getal komt te staan, omdat men anders toch weer de schijn op zich kan gaan laden van willekeur. Verder staat bij artikel 6 in de 2e alinea van onder van pagina 217 inclusief grond/ondernemerswinst en omzetbelasting. Hij dacht dat die schuine streep ver vangen moest worden door een komma. Nu zou het n.l. kunnen betekenen grondwinst en ondernemerswinst. Op bladzijde 218 bij punt 5 staat dan die erg lange zin, waarbij hij dan graag de woorden na;bij het Garantie Instituut Woningbouw aangesloten aannemings- en/of bouwbedrijven zou zien vervallen en achter die woorden dus gewoon een punt te zetten. Dat lijkt hem gewoon verstandiger omdat ook hier anders het college be ticht zou kunnen worden van eventuele willekeur. Hij vindt het toch verstandiger om dat op voorhand al uit te sluiten. Ook de heer VAN DEN BULCK is blij met dit stuk. Het was een zaak waar men al een aantal jaren tegenaan liep te hikken en waar dringend een regeling voor nodig was. Een aantal van zijn opmerkingen zijn reeds door vorige sprekers genoemd. Wat mevrouw Vlug zei, daar wil hy nog even wat dieper op ingaan. In toenemende mate delen partners banen of hebben ieder een halve baan. Hij vindt dat ook als mensen geen volledige dagtaak hebben, men daar toch rekening mee moet houden. De heer VAN HEIJST meent, dat als men met een nieuwe opzet komt, het vrywel on mogelijk is om de eerste keer reeds volledig te zijn. Ook hier blijkt dat weer duidelijk. De commissie economische zaken is er getuige van in wat voor tempo de nota is geschreven. In die commissie waren er gedachten ontwikkeld en daar in werd toen ook gezegd, dat dat eigenlyk in de raad in de vorm van een nota behandeld zou moeten worden. Hij dacht dat het op zijn plaats was om hier en nu te zeggen dat de betrokken ambtenaren dat in een uiterst korte tijd hebben ge realiseerd. Dat er dan misschien een paar onvolledigheid je s in zijn geslopen is natuurlijk wel verklaarbaar en daar zou de raad best wel eens begrip voor op kunnen brengen, dacht hy. Mevrouw Vlug had het over het woord echtgenote nu er ook andere manieren van samenwonen zijn. Hy dacht dat het college best bereid was om het begrip echtge note hier niet al te letterlijk op te vatten. Dan was er nog een opmerking over volledige dagtaak en halve dagtaak. Als zij samen natuurlijk een hele dagtaak hebben in Bergen op Zoom is dat een voldoende economische binding. Dan is er voor het college ook geen enkel pro bleem. Het wordt echter wel een probleem als de kaveltjes die worden uitgegeven een dermate distributiegoed worden zoals thans het geval aan het worden is. Als er dan gevallen bij zijn waarbij de echtgenoot een volledige dagtaak heeft in Bergen op Zoom en de echtgenote/een halve dagtaak ook in Bergen op Zoom, dacht hy dat men verplicht was om aan de eerste de voorkeur te geven. /van een andere gegadigde Hij dacht dat dat bijna onontkomelijk was, wanneer men tenminste met een distri butieartikel zit. In de nota heeft men eigenlijk alleen maar willen aangeven welke kriteria het zwaarst wegen. Dat betekent niet, dat straks ook niet ieman

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 179