11 De heer BROOS moet hierop antwoorden, dat die punten door hem toen gewoon zijn ontkend. Yerdere details zyn hem dus helemaal niet bekend. De VOORZITTER dacht dat de heer Broos toen gezegd had: dat kan nooit kloppen. Waarop spreker toen weer heeft gezegd: u staan alle verdere acties open en u doet maar. De heer BROOS wil eerst precies weten waarover het exact gaat. Dan kan hy er gens op terug komen en over praten. De voorzitter heeft hem in dat gesprek ook niet wyzer kunnen maken, dus dat had dan ook weinig zin evenals het nu/zin heeft voor de voorzitter om naar dat gesprek te verwijzen. /geen De VOORZITTER achtte zich op dat moment niet verder gerechtigd dan alleen om aan te duiden waarover het ging. De heer Dekkers heeft om een besloten vergadering gevraagd, maar spreker vreest dat, als hier een gedeeltelijk besloten vergadering over gehouden gaat worden, B.& W. - en dan praat hij zuiver procedureel - niet anders zullen kunnen doen dan de noodzaak van een openbare behandeling te verduidelijken door reeds be paalde dingen te noemen en dan zit men in precies hetzelfde schuitje. De heer BROOS zegt, dat het niet besloten behoeft te zyn. Als hij ergens van be ticht wordt, mag iedereen dat gerust weten. Als hy eerst maar weet waarover het gaat zodat hij zich ook kan voorbereiden. De VOORZITTER dacht, dat dan eventuele dingen eerst in beslotenheid gezegd zou den kunnen worden die dan later in het openbaar weer herhaald zouden moeten worden, In feite is men dan echter al zo ver. De heer MASTENBROEK dacht dat het helemaal niet gaat over in het openbaar ver gaderen of in beslotenheid. Het gaat er om dat de heer Broos eerst moet weten waarvan hy exact beschuldigd wordt. Dan is een aanduiden niet voldoende. Hij zal dat precies en nog eens precies moeten weten. Dat zal eerst vanuit het college geregeld moeten worden. Dan zal het pas in het openbaar besproken kunnen worden. De VOORZITTER wil hierover eerst even een kort overleg in het college en van daar schorst hij de vergadering voor enkele minuten. Na heropening van de vergadering zegt de VOORZITTER, dat het het college het beste lijkt, deze zaak te verwijzen naar de commissie economische zaken en daar voor Han b.v. de volgende week een extra vergadering van die commissie bijeen te roepen, waarin deze zaak dan besproken kan worden. De heer NIJPELS hoopt dan, dat dat toch wel kan gebeuren op een dag dat ieder een kan. De VOORZITTER zegt, dat dat dan nog even bekeken moet worden. Plus, zegt de heer MASTENBROEK, dat de heer Broos dan toch tevoren schriftelijk geïnformeerd moet worden over de aan zijn adres geuite beschuldigingen. De heer VAN HEIJST zegt, dat hem dat wel op die commissievergadering medegedeeld zal worden. Nee, zegt de heer BROOS. Van te voren én schriftelijk. De VOORZITTER dacht van de raad te hebben begrepen, dat die meent dat deze zaak niet rijp is voor een debat in het openbaar. Hier moet eerst maar eens in de commissie economische zaken over gepraat worden. De heer MASTENBROEK wil toch wel graag weten welke problemen er nu zijn om, als een college of een wethouder iemand beschuldigt dat deze iets niet goed zou hebben gedaan of onjuiste informatie heeft gegeven, deze dan daarvan eerst even schriftelijk exact op de hoogte te brengen. Dan zal daarover in die commissie met zin gepraat kunnen worden. Dat raadslid heeft er toch recht op om precies te weten waarvan hij beschuldigd wordt. Dat is toch geen enkel probleem, althans behoort het althans niet te zijn als alles normaal is.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 176