7
De heer DEKKERS kan zeggen, dat zijn fractie er op tegen is om dit punt in de
raad te behandelen. Hij dacht dat dit probleem op andere niveau* behandeld moest
worden.
De heer MASTENBROEK zegt, dat in de motie van de raad van Hoensbroek onder meer
staat, dat de neutronenbom speciaal als mensenvernietiger is geconstrueerd.
Dat ook bekend is van de Nato—top, de neutronenbom in europa, dus ook in neder—
land te installeren en tijdens conflicten in te zetten. Dat daardoor gesteld
moet worden, dat het operationeel maken en inzetten van de neutronenbom in flar-
grante strijd is met de bescherming van de mensenrechten. Dat de gemeenteraad
zijn afschuw uitspreekt over invoering of dreiging tot invoering van de neutro
nenbom en dat in nederland reeds 600.000 handtekeningen voor de werkgroep: "Stop
de neutronenbom" tegen die bom zijn verzameld.
Hij dacht dat dan wel heel gemakkelijk gezegd kan worden dat dit zaken zijn die
in een gemeenteraad niet thuishoren. Als men echter constateert, dat 600.000
handtekeningen in nederland zijn verzameld t.a.v. een zaak die in nederland ont
zettend iedereen in beroering heeft gebracht, dacht hij, dat het toch niet al
■te veel moeite zou mogen zijn voor de gemeenteraad van Bergen op Zoom om achter
de motie van de gemeenteraad van Hoensbroek te gaan staan en daar adhaesie aan
te betuigen en dit ter kennis te brengen van die organen die de heer van den
Bulck daarnet al opnoemde.
De heer NIJPELS kan zeggen, dat zijn fractie met zeer veel interesse kennis
heeft genomen van de motie van de gemeenteraad van Hoensbroek. Er zijn in het
land al heel veel gemeenteraden die zich bezighouden met zaken die hun niet aan
gaan. Hij vindt dat de gemeenteraad van Bergen op Zoom dat slechte voorbeeld van
andere gemeenten niet moet volgen en weni deze zaak dan ook verder alleen maar
voor kennisgeving aan te nemen.
De heer A.J.FRAKKEN kan zeggen dat zijn fractie van mening is, dat de kwestie
van de neutronenbom ook geen zaak van de gemeenteraad is. Ofschoon practisch
de meeste leden van zijn fractie tegen deze bom zijn, is men van mening dat dit
een zaak is van het parlement. Zoals eerder gezegd dus niet van de gemeenteraad.
Daarom ook zal zijn fractie de gevraagde uitspraak niet steunen, gewoon omdat
deze zaak hier niet thuishoort.
De heer M.J M.FRAKKEN onderschrijft in grote lijnen het betoog van de heer Mas
tenbroek,
De heer HENDRIKS vindt dat dit iedere gemeente in de wereld aangaat.
Het lijkt dan de heer NIJPELS een wijs besluit om ook in de toekomst de begroting
van defensie te gaan behandelen in de gemeenteraad omdat men daarover dan ook
zijn oordeel uit zal kunnen spreken. Dat gaat uiteindelijk ook iedere gemeente
aan over de gehele wereld.
De heer VAN HEIJST moet dan vragen, of men het dan ook niet moet hebben over
de Cubanen in Zuid—Afrika.
De heer MASTENBROEK meent, dat het er natuurlijk wel inzat, dat er op z^n ma
nier gereageerd zou worden. Dat had hij ook wel verwacht. Hij had gedacht: over
deze zaak gaat beslist niet inhoudelyk gepraat worden. Er zijn echter wat men
sen die wat moeite hebben om er hun mening over te geven klaarblijkelijk en dan
wordt het een orde-debat. Hij zou dan wel willen vragen om dit orde-debat erg
kort te houden en gewoon te vragen aan de raadsleden wie er voor of tegen deze
motie van de gemeente Hoensbroek is.
De VOORZITTER kan alleen maar iedereen het woord geven die dat vraagt.
Hij kan zeggen, dat het college de mening deelt van diegenen die gezegd hebben
dat dit een zaak is, hoe ernstig ook, die elders behandeld moet worden. Er zijn
ontzettend veel ernstige zaken aan de orde heden ten dage die iedereen direct
aanbelangt maar die niet in een gemeenteraad behandeld behoren te worden.
Dat vindt het college dan ook van deze kwestie. Hij vindt het dan een beetje een
kwestie van manouvreren als men dit dan toch in behandeling wil brengen om te
kunnen bekijken wie er nu precies voor of tegen is. De raadsleden zo die hier
zitten als vertegenwoordigers van politieke partijen kunnen te bestemder plaa
se beslist wel hun meningen naar voren brengen, dacht hij.