6 Over punt t. wil de heer VAN DER STOEL opmerken, dat hij eigenlijk namens zyn frac tie een waarschuwing uit wil spreken, dat het heel gevaarlijk is om dit rapport te gaan interpreteren. Lat is dan heel simpel, omdat het rapport uitgaat van aanname's - hetgeen dan een heel lelijk woord is maar het heet nu eenmaal zo waarvan er dan geen enkele wordt gemotiveerd. Als men van een aanname ^g^* en die dan niet motiveert, gelooft hij dat men met een conclusie ook nauwelyks rekening zou kunnen houden. Daarbij komt, dat er nog al wat conclusies in de rapportage zitten die tegenstrijdig zijn. Dat sluit dan allemaal met uit voor het feit dat hij waardering op kan brengen voor een aantal feiten die hier Dy elkaar zijn gebracht, maar met de interpretatie heeft hij toch wel grote moeite. Om een klein voorbeeld te noemen: in de Boutershemstraat zouden de huizen slecht zyn. Nu doet het feit zich voor, dat in die buurt toevallig veel eigen woningen ziin. Van diezelfde buurt zegt men dan ook, dat er erg veel bejaarden wonen en dat het daarom, sociaal gezien, een zwakke buurt is. Verderop zegt men dan weer dat er erg veel jongeren wonen maar dat er weinig jongeren daar gebruik maken van middelbare scholen en dat het daarom ook een sociaal zwakke buurt is. Die 2 dingen sluiten dan elkaar van tevoren natuurlijk al uit. Kortom zou hij alleen maar een waarschuwing willen plaatsen, dat men erg voorzfc tig moet zijn om met dit rapport iets te gaan doen. De heer VAN KAAM vindt de geplaatste opmerkingen van de heer van der Stoel zeer terecht. Dat is ook in de laatste vergadering van de commissie welzijnszaken wel overduidelijk gebleken, dacht hij. Het is een rapport wat is opgemaakt door het provinciaal opbouworgaanwat dan met een 2-tal bestuurderen naar Bergen op Zoom is gekomen om het rapport met de gemeente te bespreken. In aie bespre king is al de nodige kritiek op het rapport geuit. Hii wil er nog aan toevoegen, dat het provinciaal opbouworgaan het rapport wil de afchecken in een 6-tal buurten, op een 6-tal plaatsen in Bergen op Zoom. Van die 6 bijeenkomsten zijn er nu 2 gehouden en wat hem daarvan is medegedeeld is, dat de eerste bijeenkomst maar matig bezocht was en de tweede maar zeer ma tig, om dan maar geen andere termen te gebruiken. Hij is dan benieuwd hoe de resterende 4 bijeenkomsten bezocht zullen gaan worden. Dan zal men zich kunnen afvragen, hoe de bevolking nu op dit rapport reageert, waar er toch inderdaad wel een aantal zaken in voorkomen waarvan men kan zeg gen dat die toch wel een nadere bestudering zouden vergen. Hii is het met de heer van der Stoel eens, dat men met dit rapport en zeker oo met de resultaten die straks eventueel uit de verschillende besprekingen naar voren zullen komen, men daar toch wel zeer voorzichtig mee zal moeten zyn. De heer VAN DEN BULCK zou tot de wethouder willen zeggen dat het wel eens zo zou kunnen zyn, dat de matige opkomst wel eens een ondersteuning zou kunnen zyn van de conclusie die in het rapport wordt getrokken. De heer VAN KAAM heeft hierop geen verder commentaar. De heer LEKKERS had naar aanleiding van de mededeling van de wethouder, dat die bijeenkomsten klaarblykelyk maar matig zyn bezocht willen vragen of er aan die bijeenkomsten wat meer publicatie gegeven zou kunnen worden. De eerste byeen- komst was op de avond van Witte Donderdag. Misschien dat nog .eens bekeken kan worden, of soms daags tevoren nog even wat publiciteit aan die byeenkomsten ge geven zou kunnen worden. Dat zou n.l. best eens een rol gespeeld kunnen hebben. De heer VAN KAAM moet zeggen, dat er een maand of 3 geleden ook een rapport be sproken is. Toen is t.a.v. het bekendmaken van het rapport en de te houden ver gaderingen natuurlijk de nodige kritiek binnengekomen. Daar heeft men natuurlyk wel zoveel mogelijk lering uit getrokken. Jammer genoeg heeft men nu moeten er varen dat, ondanks het feit dat aan die opmerkingen gevolg werd gegeven, genen die die opmerkingen maakten nu weer zonder meer verstek lieten gaan. De VOORZITTER kan dan alleen maar zeggen: al doende leert men. Bij punt s heeft de heer VAN DEN BULCK gelezen, dat aan de raad wordt gevraagd om adhaesie te betuigen aan de motie van de gemeenteraad van Hoensbroek inzak de neutronenbom. Hij zou dat voorstel willen overnemen en willen vragen om de raad van Hoensbroek daarvan in kennis te stellen alsmede de regering en e Staten Generaal.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 171