45 Het is niet de bedoeling, dat B.& W. vraagt aan het opbouwwerk of zij alstublieft dit willen gaan doen, er is zelfs van de heer van den Bulck in die commissie een opmerking geweest van; pas op; als B.& W. dat zouden durven dan gaat er wat ge beuren. Het noodzakelijk onderhoud zal onder e.e.a, niet lijden. Hij heeft in de commissie aan de heer Mastenbroek gevraagd; er wordt steeds over dat noodzakelijk onderhoud gepraat maar zegt u nu eens wat u precies daaronder verstaat. Baar wil de heer Mastenbroek dan geen antwoord op geven, maar het zou wel klach ten regenen, hetgeen dan ook in verschillende publikaties staat, o.a. in de Peper korrels van het opbouwwerk. Daar is de heer MASTENBROEK dan allemaal niet verantwoordelijk voor. De heer Mastenbroek komt dan wel steeds in de commissie met; "al die vele klach ten over het woningbedrijf", zegt de heer AENOYS. Dat heeft hij dan eens uit laten zoeken. De heer Arnoys moet laten uitzoeken dat de heer MASTENBROEK dat steeds heeft ge zegd. Daar is n.l. niets van waar. Dat zijn dan wel anderen geweest. De heer ARNOYS is dan erg blij met deze uitspraak van de heer Mastenbroek waaruit blijkt dat deze geen klachten heeft over groot onderhoud in de Vlierstraat. Dat heeft de heer MASTENBROEK niet gezegd. Hij heeft alleen gezegd, dat hij in de commissie voor het woningbedrijf nooit gesproken heeft over; het regent klachten. De wethouder moet hem dan ook niet in de schoenen schuiven dat hij duidelijk zou weten wat groot onderhoud is of dat hij daar zo verschrikkelijk vaak op zou hebben aangedrongen. Hij heeft gezegd, dat, wanneer men met bewoners gaat praten, men hen het verschil zou moeten laten zien tussen een aantal methoden die kunnen wor den gehanteerd. Een van die methoden is dan groot onderhoud. Een andere is reno vatie, Hij heeft nooit zomaar gezegd, dat een bepaald complex aan groot onderhoud onderhevig zou zijn. De wethouder zuigt gewoon dingen uit zijn duim. De heer ARNOYS moet zeggen, dat de hoeveelheid klachten van de Vlierstraat mini maal is ten opzichte van die in andere complexen. De heer MASTENBROEK meent, dat daaruit dan 2 dingen te constateren zijn, maar goed. Mevrouw VLUG vindt het nu een beetje muggenzifterij worden. De heer ARNOYS vindt het nu ook wel een beetje "op de man spelen" aan het worden. Y/anneer de heer Mastenbroek dan zegt, dat niet te willen, voelt sprexer hek aio zodanig toch wel duidelijk aan, ook al gezien diens vraag om een commissie ad hoe. Zo'n commissie ad hoe vindt spreker in dit geval een waardeloos iets, omdat het rijk verplicht een extern advies-bureau, dat voldoende kennis heeft over dit vak, in de arm te nemen. Het college heeft dan gezegd; laat hen dan komen met hun procedure en dan zullen wij die volgen. In zijn antwoord heeft hjj al toegezegd, dat de Nationale Woningraad nog meer ingeschakeld zal worden daar waar mogelijk en noodzakelijk. Als zodanig zou hij alleen maar op prijs stellen, als de raad een beter en juister inzicht zou krijgen van hoe het woningbedrijf er in Bergen op Zoom nu werkelijk bijstaat. Er zijn nu alleen maar indianenverhalen over in omloop van; het is daar maar een troep. In de interpellatie wordt er dan ook nog de Zeekant bijgehaald en het Fort. Waarschijnlijk zyn die complexen van dien aard, dat de pro vincie er niet over denkt om daar enige renovatieprocedure in gang te zetten, omdat zij vinden dat die woningen qua onderhoud nog veel te degelijk zijn. De heer MASTENBROEK heeft zich wat vergist in de mogelijkheid van een 2e termijn en vandaar zijn veelvuldige interrupties bij het betoog van de wethouder. Hij wil nog wel graag een paar opmerkingen maken. Mevrouw Vlug had het even over muggenzifterij. Dat vindt hij n.l. niet maar hij dacht dat mevrouw Vlug dat zei, omdat zij nog nooit een commissievergadering van het woningbedrijf heeft bijgewoonc Daarin vinden dan vaak discussies plaats waarvan hij moet zeggen; ja; het gaat allemaal om zulk soort dingen; de wethouder zegt een aantal zaken die dan weer niet helemaal blijken te kloppen; dan probeer je hem tot wat meer duidelijkheid te dwingen en worden er weer een aantal andere dingen gezegd. Het wordt dan allemaal zo gecompliceerd en zo moeilijk dat niemand er meer wat van begrijpt. Daar gaat het nu om.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 153