i 42 Hig weet wel, dat de heer Mastenbroek geen hoge hoed opheeft t.a.v. het woningbe drijf, zoals meerderen in deze raad. Het is n.l, altijd en overa.l mooi om tegen een gemeentelijk woningbedrijf aan te trappen. Laar is iedereen wel mee akkoord. Als de wethouder van het woningbedrijf dan eens wat tegengas geeft, is het natuur lijk heel gemakkelijk om dat als eigenwijsheid te betitelen. Over de concept-brief, waar de commissie geen spaan van heel liet en die dan toch werd verzonden, daarvan wil hij opmerken, dat die brief niet verzonden is door een wethouder, maar die is na gezamenlijk beraad door het college van B.& W. verstuurd nadat verschillende overwegingen naast elkaar waren gezet en toen werd besloten die brief op een andere manier te versturen. Hij dacht ook, dat het col lege rtofl-i- de vrijheid voor had, want de commissie van het woningbedrijf kan advi seren maar tenslotte maakt het college van B.& W. ten aanzien van het beleid van het woningbedrijf toch nog steeds de dienst uit, dacht hij. Om er dan de situatie V/armoeskerken bij te halen is dat misschien een leuk aardig heidje voor de mensen De heer MASTENBROEK zegt, dat dat een van de vele voorbeelden was die hij er nog bij zou kunnen halen om de wethouder te kunnen betichten van eigenwijsheid. Hij heeft dus maar één voorbeeld aangehaald. De heer AKNOYS zegt, dat dit er dan ook inderdaad is bijgehaald. Hij kan zeggen dat hij in het college altijd voor V/armoe skerken heeft gevochten De heer BROOS moet dan toch zeggen: Pardon, wethouder. Wat zegt u daar. De heer WESTERHOF wil vragen, of men zich tot de hoofdzaken zou willen bepalen. De heer ARNOYS zegt, dat ook hier sprake is van een brief die 2 dagen voor de commissievergadering werd gehouden werd verstuurd. Het is dus een brief van het college, waartoe het college de volledige bevoegdheid heeft. Al3 het college dan geen behoefte heeft om daar voordien de commissie van het woningbedrijf over te raadplegen, is dat een normale zaak, dacht hij. Dat kan dan wel een recht zijn van het college, meent de heer WESTERHOF, maar het. is ook niet erg verstandig om dat niet te doen. Dat is dan weer een ander punt, meent de heer ARNOYS. Om het echter dan in de schoenen te gaan schuiven van de wethouder van het woningbedrijf vindt hij dan toch nog al erg goedkoop. Dat vindt de heer MASTENBROEK beslist niet goedkoop. Hij heeft van de wethouder van het woningbedrijf nooit gehoord dat die beide brieven in het college heelt verdedigd. Hij heeft nooit gehoord dat hij de adviezen van de commissie voor het woningbedrijf bij het college heeft verdedigd. Dat is nog nooit gezegd. De heer ARNOYS zegt, dat er verschillende raadsleden zijn die graag de notulen of zelfs een bandopname van de vergaderingen van het college van B.& W. zouden heb ben terwijl zelfs al eens is gevraagd om erbij te mogen zitten. Als de heer BROOS de wethouder zo hoort, lijkt het hem ook wel hoog tijd worden. De heer ARNOYS vond het verder een erg goedkope opmerking als werd gesteld dat hij altijd zou hebben beweerd dat het college is geadviseerd door de Nationale^ Woningraad. De vertegenwoordiger van die raad zegt dan nu dat dat niet waai* is. Dan wordt dat zo zonder meer maar aangenomen. Dan wordt niet een uitspraak van de wethouder geaccepteerd maar zonder meer wel de bewering van die vertegenwoordiger of eventueel die zo uitgelegd, als dat zo toevallig te pas komt. Hij wil hier en nu in deze openbare raadsvergadering zeg gen, dat de Nationale Woningraad niets apders heeft geadviseerd en het college van B.& W. heeft geadviseerd om, nu de Vlierstraatbewoners door omstandigheden, ook door de heer Nagelsmidt naar voren gebracht, buiten de renovatie liggende, de renovatie in de Vlierstraat te stoppen en met andere complexen verder te gaan. De heer MASTENBROEK moet vragen, of dat dan betekent dat de vertegenwoordiger van de Nationale Woningraad in de laatste commissievergadering, toen deze de concept-brief en wel het laatste gedeelte waar het om ging voorlas, toen loog. De heer ARNOYS meent dat de heer Mastenbroek de verschillende zaken niet uit el kaar kan houden. Wat betreft de renovatie is het advies van de Nationale Woning-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 150