12
Het tracée van de Zoomweg is nog steeds in studie. Bergen op Zoom groei-stad is
een grote vraag. Rondom de verstedelijkingsnota is het inmiddels erg stil geworder
Zij zou dan eigenlijk willen vragen: wie wacht er nu eigenlijk op wie.
Een ander punt wat voor Bergen op Zoom vreselijk belangrijk is, is de grootte van
de sluis in de Oesterdam, waar geen enkele zekerheid over bestaat. Een indicatie
is er wel want de commissie compartimentering oosterschelde is van mening, dat
een sluis van 24 bij 240 meter, waarom de gemeente Bergen op Zoom en de' Kamer van
Koophandel Breda hebben gevraagd, gerust buiten beschouwing kan worden gelaten.
Zij heeft dus geen vragen over al deze onderwerpen aan het college, want zij neemt
aan dat het college daar niet meer over weet dan zy. Met elkaar zal men dus toch
niets wijzer kunnen worden.
Het antwoord van wethouder HSrtel biedt ook weinig houvast. Een onderwerp wat
haar erg zwaar op de maag ligt is de Hollandse Tuin. Zy kan zich dat zo voorstel
len, want zy heeft als lid van de commissie R.O. zo het gevoel dat dat iets is
waar men nog wat greep op heeft. Nu blijkt dan doodgewoon, dat een wet zoveel
mazen heeft, dat ook d£t niet altijd loopt zoals men graag zou willen.
Zy moet dan ook de gang van zaken om die Hollandse Tuin erg betreuren.
Men zal echter wel realistisch moeten blijven. Men kan van een ondernemer niet
verlangen dat hy een dief wordt van zyn eigen portemonnaie. Als de wet dan iets
toelaat kan de gemeente zoiets niet tegenhouden, al zou men dat nog zo graag
willen.
Be heer VAN BER STOEL wil over 3 punten het woord voeren.
Onder het hoofd personeel zegt het college van plan te zijn om een maatschappelijk
werker aan te stellen voor het personeel bij de gemeente. Men heeft zich daar in
zijn fractie over beraden en ook een lijstje gezien van vergelijkbare gemeenten.
Na het nalezen van de antwoorden op de schriftelijke vragen heeft hij ook zitten
aarzelen tussen een full-timer en een part-timer. In eerste instantie geeft hy
dan toch de voorkeur aan een part-timer omdat dat toch wel enige voordelen biedt.
Bie kracht zou n.l. eerst eens gaan kunnen inventariseren wat de taken voor zo
iemand zouden kunnen zijn. Bie kan de knelpunten aan gaan geven en misschien de
kostenfactor eens gaan berekenen, die toch ook wel een rol speelt. Be ervaring
zal dan vanzelf wel leren of er een full-time of een part-time kracht moet ko
men. Het college verwijst overigens zelf naar de gemeente Roosendaal waar ook een
part-time kracht zou zijn.
Verder iets over de medezeggenschaps-commissie waarover vanuit zijn fractie een
vraag is gesteld. In het antwoord van het college staat, dat er 3 dergelijke com
missies zijn, tw. bij de dienst gemeentewerken, de dienst gemeentebedrijven en bij
het gemeentelijk woningbedrijf. Vermeden wordt daarbij te vernielden waarom die dien
sten alleen een dergelijke commissie hebben. Wel wordt erbij vermeld, dat de se
cretarie zo'n commissie niet heeft omdat het chefs-contact voldoende zou zijn.
Hij zou dan wel graag willen weten wie die constatering doet. Naar zijn mening is
bij een dergelijke vraagstelling de mening van het personeel zelf doorslaggevend.
Wat cultuur betreft wil hy opmerken dat de museumnota van de minister, waarvan
men nog niet weet of de nieuwe regering die over zal nemen - die staat nog
steeds ter discussie - het over het museum van Bergen op Zoom heeft wat dan
maar een regionaal museum zou moeten worden. Baarmee zal Bergen op Zoom zyn ge
meente-museum gewoon kwijt raken, althans de zeggenschap daarover. Ban houdt men
alleen nog maar over, dat het Markiezenhof toevallig in Bergen op Zoom staat.
Zijn fractie heeft contact gezocht met de betreffende specialisten in de tweede
kamerfractie en ook in de statenfractie en daarby ook het punt van de provinciale
subsidie daarby betrokken. Hij wil wethouder Arnoys alsnog een compliment maken
voor de wijze waarop deze de belangen van het bergse gemeentemuseum in Ben Bosch
heeft verdedigd.
Wat de rest van het cultuurbeleid in Bergen op Zoom betreft verwijst het college
ook terecht naar de brief die zyn fractie heeft ingezonden en naar de uitvoerige
ambtelijke discussie die daarop is gevoerd. Baar wil hij zich kortheidshalve ge
woon by aansluiten.
Over welzijn wil hy zeggen eerst een opmerking te willen maken in de richting van
de wethouder en wel, dat ook de wethouder het zou betreuren, als de WB niet meer
met hem zou willen discussiëren. Bat heeft deze n.l. alleen tegen de heer van
den Bulck gezegd.
Een verdere opmerking is, dat inzake welzijn er dit jaar waarschijnlijk nog wel een
aardige discussie zal volgen n.a.v. het sociaal kultureel plan.