21 situatie. De heer van den Bulck vroeg om verschillende straten tot openbaar erf te gaan maken. Als deze echter goed heeft gekeken op de plan-kaart, ziet hij dat tussen alle woningen dat als openbaar erf staat aangegeven, maar dat wel de ont sluitingswegen niet als openbaar erf staan aangegeven, maar dat die wegen, die inderdaad voor de ontsluiting van dat gebied met de aansluiting op de stad-straten staan aangegeven, er gewoon moeten zijn en dat daar ook nooit een woon-erf van gemaakt kan worden. Wat nu als openbaar erf staat aangegeven, en dat is nog al wat, daar kén ook woon-erf van gemaakt worden. De 2 straten zullen echter toch gehandhaafd moeten blijven als verkeersstraat, voor de ontsluiting van dat gebied. De heer WESTERHOF meent, dat wat de Churchilll-laan betreft, wel 2 zaken onder scheiden moeten worden, n.l. de gangen tussen de woningen die om onverklaarbare redenen particulier eigendom zijn - wat niemand ooit geweten heeft de gemeen te heeft er tegelpaden in aangelegd, er ligt riolering; het is dus een heel ver warde toestand - maar daar zal men als bestuurders weinig aan kunnen doen. Hij dacht, dat de bewoners daar wel een civiele procedure over aan zullen gaan spannen om hun recht op doorgang te behouden, wat zij al 18 of 19 jaar hebben. Dat staat dan wel buiten het bestemmingsplan en daar wil hij het dan verder ook niet over hebben. Waar het wel over gaat is het afsluiten van de weg achter de Churchill-laan. De argumenten die dan door de wethouder worden aangevoerd van b.v. meer parkeerruimte, ziet hij niet zo erg zitten en ook de bewoners klaar blijkelijk niet. Daarvan zullen de nadelen groter zijn dan de voordelen, dacht hij. Als daarbij dan wordt gezegd, dat er dan een race-baan van zal worden gemaakt, moet hij toch opmerken, dat, als dat dan zó erg wasde bewoners er wel voor zou den zijn dat het afgesloten werd. Het overgrote deel van de bewoners echter is er tegen, dat de weg wordt afgesloten zoals in het voorstel staat opgenomen. Hij dacht ook niet dat een dergelijke rigoreuze maatregel nodig wasAls er n.l. een paar drempels in worden aangebracht zal er ook wel niet hard worden gereden. Hij is dus persé tegen dit onderdeel van dit bestemmingsplan. Als het plan in stemming zal komen, zal dit er dus in veranderd moeten worden, anders moet hij tegen zijn. De heer DEKKERS wil toch wel graag van de wethouder horen, of het zo is dat die stroken grond die van bepaalde hoekpand—'bewoners eigendom zijn, nu volgens het thans voorliggende bestemmingsplan afgesloten kunnen worden. Als hij het dan goed heeft begrepen, zouden die stroken zelfs geheel volgebouwd kunnen worden. Hij dacht niet dat dat de bedoeling zou zijn. De heer MASTENBROEK is het op de eerste plaats eens met wat de heer Westerhof op merkte, wat dan betekent dat zijn fractie ook tegen het bestemmingsplan zal zijn als die zaken niet veranderd worden. Die doorgang zal dus gewoon doorgang moeten blijven. Terder wil hij ook vragen wat de heer Dekkers vroeg, n.l. dat het ook be slist niet de bedoeling van zijn fractie is, dat die paden volgebouwd gaan wor den. Die paden zullen moeten blijven zoals zij zijn, Als dat niet kan, zal er toch op de een of andere manier gezocht moeten worden naar maatregelen, dat die zaak daar niet volgebouwd kan worden. Hij voorziet daarbij grote problemen. Mevrouw VLUG wil toch wel graag een echte uitspraak van de wethouder hebben of het nu kan of niet, het bestemmingsplan gedeeltelijk vaststellen. De wethouder heeft op de konsekwenties gewezen van het -uitlichten van een gedeelte van het plan maar heeft daarbij niet gezegd, of het beslist kon of niet kon. Daarnaast had zij eigenlijk uit de tekening begrepen, dat het pad achter de huizen een voetpad zou worden in het nieuwe plan en dat dat wel degelijk een doorlopend pad zou zijn. Het is zelfs door de groene strook die er is doorgetekend. Verder wil zij zich aansluiten bij de vorige sprekers die opmerkten dat zij de be staande toestand willen handhaven. Ook de heer M.J.FRANKEN kan zich geheel aansluiten bij de opmerking van de heer Westerhof. Hij wil ook de weg achter die huizen gehandhaafd zien. Hij zou het een jammerlijke zaak vindon als die tussenpaden bebouwd konden worden. De heer BROOS sluit zich niet aan. Hij is onafhankelijk. Hij blijft bij zijn eerdere opmerkingen. De heer VAN DEN BULCK lijkt de afsluiting van de doorgang verkeerstechnisch gezien een zeer zinnige maatregel. Daar is hij dus gewoon voor. Hij is het met de vorige sprekers eens wat betreft het volbouwen van die doorgangen en van het verkrijgen

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 129