17 7* Voorstel tot verkoop van het voormalig zwembad aan de Cal and weg aan Piet van Egeraat en Zn. B.7,gevestigd te Bergen op Zoom. (Verzameling 1978 nr. RÓ/jSÖ}. De heer BROOS heeft een vraag by dit voorstel, en wel of egalisering van de bas sins nog konsekwenties heeft voor de gemeente. Voorts, of voor de andere koper dezelfde voorwaarden gelden bij de eventuele koop van het andere stuk grond en ook dezelfde prijs. Ook wil hij wel zeggen, van een fractievoorzitter van een chris telijke partij wel verwacht te hebben, dat deze zyn vergissing zou durven toegeven, gemaakt in de vorige vergadering. De heer DEKKERS zegt, dat de heer Broos hiermede kennelijk hem bedoelt. Spreker had n.l. in de vorige vergadering opgemerkt dat de heer Broos gezegd zou hebben dat iets onwaar was. Dat woord heeft hij dan inderdaad niet gebruikt, heeft hij uit de notulen kunnen lezen. Als men echter de hele zin leest, zou men dat kort samen gevat t.beh wel ongeveer met dat woord kunnen betitelen. Het woord onwaar is ech ter niet gebruikt en als de heer Broos dat dan zo graag wil horen, wil hij daar graag gevolg aan geven. Daar heeft hij geen enkele moeite mee. Dat vindt de heer BROOS dan erg fijn. Dit was dan misschien te wijten aan een klei ne politieke onrijpheid van de heer Dekkers. De heer VAIJ HEIJST kan zeggen dat de bestaande gebouwen en bassins door de koper verwijderd moeten worden en als zodanig heeft dus de egalisatie van dit terrein voor de gemeente geen verdere gevolgen. De heer Broos gaat echter nog verder en wil mi reeds de voorwaarden weten voor het andere stuk dat aangeboden gaat worden aan de koper. Aan de koper van het achterliggende bassin. Eigenlijk is dat niet aan de orde. Eigenlijk zou spreker dus moeten zeggen: de heer Broos zal zijn nieuws gierigheid nog even moeten bedwingen tot dat stuk op tafel komt. De heer Broos kennende, dacht hij dat het toch wel nuttig was om te zeggen, dat die prijzen niet gelijk zullen liggen. Dat is ook wel logisch, dacht hij, want de koper van dit terrein moet een heleboel sloopwerk verrichten, moet er bassinran- den uit gaan halen. Op het volgende terrein staan geen opstallen en zijn er ook geen betonnen bassin-randen en is dus veel eerder gebruiks-gereed dan het onder havige terrein. Hij dacht dan ook, dat dat voor een hogere prijs voor de toekom stige koper aanvaardbaar was. De heer BROOS wil hieruit dan concluderen, dat de prijs van grond wordt bepaald door de geaardheid daarvan en van de situatie. De heer VAIJ HEIJST dacht, als de heer Broos in de commissie economische zaken ook eens wilde luisteren naar de zaken die daar gewoon reglementair aan de orde komen, deze daaruit zou hebben kunnen onthouden, dat er bij dit zwembad naar ge streefd is om een grondprijs te maken van ongeveer 1/3 van bouwrijpe grond, omdat men er van overtuigd was dat dit zwembad grote kosten aan bouwrijp maken met zich m ee zou brengen voor de koper. Als op een ander terrein de kosten van bouwrijp maken door de keper lager worden geacht, meent hij ook dat voor het andere terrein een hogere prijs gevraagd zal mogen worden. De heer BROOS moet zeggen dat voorzover hem bekend is - de heer van Heijst had het dan over reglementair en goed luisteren en zo - - misschien luistert hij dan wel té goed - hern toen gezegd is geworden dat het verschil in grondprijs geënt is op een nieuwe grondprys, ingaande 1 januari 1978. Hiet zoals dat thans wordt uit gelegd. Op basis daarvan, als dat zo is, en da heer van Heijst bevestigt dat, vindt hij per soonlijk dat dan toch ook wel een lankmoedigheid van het college een rol speelt. Als iemand véér die datum duidelijk te kehnen heeft gegeven dat hij een stuk grond wil kopen, was het misschien van het college sportief geweest om voor 1 januari die grond aan te bieden. De heer VAIJ HEIJST vindt het eigenlijk te dol, dat nu wordt gesproken over een grond-aanbieding die nog in de raad moet komen. Iedereen kent echter de heer Broos en hem is niets te dol. Het is ook zo, dat vanaf 1 januari, ook voor industrie terreinen van een hogere grondprijs wordt uitgegaan, maar het verschil wat men zal aantreffen in het voorstel van het college over de verkoop aan de volgende gegar- digde met de grondprijs wan dit perceel, kan hij nu reeds volledig verklaren zon der van die verhoogde grondprys ook maar iets in rekening te brengen. Dat is n.l.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 125