16 Dat is een heel aparte procedure. Dat zal nooit in een bestemmingsplan ingebouwd kunnen worden of aan een bestemmingsplan kunnen worden gekoppeld. Dan is het eind wel helemaal zoek, Hy wil dan ook nog wel zeggen, dat men b.v. zou moeten opdraaien voor de witte spikkeltjes die de spiritusfabriek wel eens heeft veroorzaakt. Als gemeente za.l men zoiets nooit kunnen aangaan, dacht hij. De heer BROOS wil daar ook de wateroverlast via de riolering aan verbinden. Dat is heel wat anders, meent de VOORZITTER, Daar gaat het over een gemeentelijke riolering. Dat is dus geen vergelijking. Hier gaat het over schade die wordt toegebracht door een particulier bedrijf Moet die schade dan verhaald worden op degene die in het bestemmingsplan het par ticuliere bedrijf mogelijk heeft gemaakt. Dat is nog nooit vertoond, meent hij. Hy vindt dus, dat dat absoluut niet gekoppeld kan worden. Hij dacht dat het idee is gelanceerd om die toegebrachte schade eventueel min of meer als collectief te zien, vanuit de veroorzakers dan, en dal daarbij het schap een rol kan spelen. Hij wil nogmaals het voorstel sec doen, om aan de raad te vragen of het college de opdracht mee kan krijgen om aan het bestemmingsplan de Linie verder te werken. De heer M.J.FRAKKEN wil daarover dan wel graag hoofdelijke stemming. De heer BLANKEN zou dan toch, als hij daaraan mee zou willen werken, daar de res trictie aan willen verbinden, omdat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid voorspeld kan worden dat er schade zal komen, dat die bestemming er niet aan ge geven wordt alvorens die collectieve waarborg gegeven kan worden. De VOORZITTER vindt dit prematuur. Zijn voorstel luidt alleen maar om het college opdracht te geven verder te werken asm het bestemmingsplan. Dat ligt nog niet ter beoordeling aan de raad voor. De raad heeft altijd nog de vrijheid om te zeggen dat dat bestemmingsplan niet wordt vastgesteld alvorens er zekerheid is omtrent de schaderegeling. Dat ligt aan de raad. Dat hoeft dus geen voorwaarde voor déze opdracht te zijn. Hij wil dan maar overgaan tot stemming. Uit de stemming blijkt, dat het college-voorstel met 18 stemmen voor en 8 tegen wordt aangenomen. Voor stemmen: de dames Elseman en Videier en de heren van Kemenade, de Lact, Hendriks, Mastenbroek, Parel, Gorrissen, Westerhof, Blanken, Dekkers, Hopmans, Arnoys, KSrtel, van Heijst, van Kaam, van den Bulck en van der Stoel. Tegen stemmen: mevrouw Vlug en de heren Nijpels, M.J.Franken, van Wijk, A.J.Franken, M.J.M.Franken, P.M.L.Franken en Broos. De heer VAK KEMEEAHE is voor, omdat een nieuwe lokatie precies dezelfde problemen met zich mee zal brengen. De heer BIJPELS is tegen omdat hij vindt dat er best nog eens een maand gestudeerd zou kunnen worden. Het college zou best aan het bestemmingsplan verder mogen v/erken van hem maar dat houdt niet in, dat een andere lokatie zonder meer afgewe zen moet worden. Mevrouw VLUG is tegen omdat zij vindt dat voor de langste weg gekozen gaat worden. De heer WESTERHOF is voor, gezien de toezeggingen vóór het bestemmingsplan in be handeling komt. 4. Voorstel tot het vaststellen van de Verordening tot tweede wijziging van de Ar- chïöfvêrorïïëning'.' {Verzameling 197Ö nr. AZ/35). 5. Voorstel tot het vaststellen van de Winkelsluitingsverordening 1977 {V£rzamëïIrg~T~f]0 nrï AZ/33JT 6. Voorstel tot verkoop van een perceel grond, gelegen in het bestemmingsplan ""WestêXijk' Stadsdeel" aan cKrStok ie' Bergen op Zoom. VerzameTïngT978 nr. R0j2rjj^ Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 4 tot en met 6 aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 124