10
In zijn antwoordman de PPR schrijft de wethouder, dat nog gedurende zijn zittings
periode een peiling in o.m. de vorm van een informatieavond zal plaats vinden
om te zien welke behoeften in de sportwereld leven en welke prioriteiten gesteld
moeten worden. En dan komt het: mogelijk zal deze hearing leiden tot enige be-
leids-notities, staat dan in het antwoord.
Zijn fractie kan zich nauwelijks voorstellen, dat voor het maken van die enige be-
leids-notities, zoals dat er letterlijk staat, een complete informatieavond nodig
zou zijn. Hij kan zich dan niet aan de indruk onttrekken, dat beleids-notities in
dit geval een ander woord is voor beleids-nota.
Nu dacht de heer VAN HEIJST juist iedereen een plezier te doen.
Het is echt nooit goed of het deugt niet. Dat blijkt hier ook weer eens uit.
De heer VAN KEMENADE meent, dat men er vanzelf wel uit zal komen.
Hij kan n.l. zeggen, dat zijn fractie dit initiatief in hoge mate waardeert.
Hij zou juist deze keer - de heer van Heijst was wel wat vlug met zijn reactie -
willen zeggen: een 10 voor de heer van Heijst, maar dan wel met een minnetje erbij.
Wat hem n.l. wel een beetje bevreemdt is, dat het college hier nu pas mee komt
want in de beschouwingen van 1975» 1976 en 1977 en in die van dit jaar is door
zijn fractie al aangedrongen op een beleids-nota, op een visie op de toekomst.
De heer VAN HEIJST dacht, dat men dan nu wel met verouderde exemplaren had geze
ten.
De heer VAN KEMENADE heeft zich dan ook afgevraagd - hij neemt tenminste aan dat
die hearing i.v.m. vakanties e.d. vóór de komende gemeenteraadsverkiezingen zal
worden gehouden - of de wethouder dan niet een soort politiek sport-testament
achter zal laten. Op zich heeft hij daar niet zo'n bezwaar tegen, zeker niet om
dat al jaren om die beleids-nota wordt gevraagd. Een punt daarbij is dan natuur
lijk wel, dat/ëen komende wethouder van sportzaken met een beleids-notitie op
gaat zadelen van een vorige wethouder. /men
De heer BROOS meent, dat men een testament niet aan behoeft te nemen.
De heer DE LAET zou willen vragen, of dit een vuurwerk-opmerking van de heer
Broos is.
De heer VAN KEMENADE wil ook nog een opmerking maken over het gestelde van de
wethouder over de bouw van een tweede sporthal. Als de wethouder n.l. in zijn ant
woord stelt, dat de WD de indruk heeft dat de 2e sporthal nu reeds te klein zou
zijn en dat derhalve de WD het gelijk niet aan haar zijde heeft, dan stelt de wet
houder hem toch een beetje teleur. Hij heeft dan n.l. de beschouwingen van de
WD op dit punt althans niet voldoende kritisch gelezen, want er staat duidelijk
dat de WD-fractie concludeerde, dat zij het gelijk aan haar zijde had uit de slot
conclusie van de voorzitter van het forum, de heer Disch n.l., die op de infor
matieavond als slotconclusie die opmerking maakte.
Overigens ziet hij ook nog een beetje discrepantie in het antwoord van de wethou
der als deze enerzijds stelt dat het stichten van een dubbele hal niet tot de fi
nanciële mogelijkheden behoort. Dat zou inderdaad zo kunnen zijn. Overigens zou
volgens zijn informatie een grote, dubbele hal ongeveer 30% goedkoper zijn als 2
kleinere hallen. Even later zegt de wethouder echter, dat spreiding - en mis
schien is dat politiek gezien wel een aardige opmerking - van^ kleinere hallen
over de stad ten goede kan komen aan sociale contacten in de wijk.
Op zich heeft de wethouder dan volkomen gelijk, alleen dacht spreker dat een aan
tal kleinere hallen dan helemaal niet gefinancierd zullen kunnen worden als nu
al een grote niet gefinancierd kan worden.
Wat de coördinatie betreft tussen de dienst gemeentewerken en de dienst voor
sport en openluchtrecreatie inzake civiel—technische werken vindt zijn fractie
de desbetreffende vraag van die betrokken fractie - hij weet niet meer precies
welke - toch wel terecht. Na ingewonnen informatie bij gemeenten van ongeveer
dezelfde grootte als Bergen op Zoom krijgt hij toch wel de indruk - hij zegt het
dan heel voorzichtig - dat natuurlijk niet voor 2 volledige apparaten, maar voor
een deel die coördinatie mogelijk moet zijn en dat derhalve zaken goedkoper kunnen
worden. De wethouder heeft het in zijn antwoord over een verslag. Dat lijkt zijn
fractie een zeer boeiende lektuur en hij zou het dan ook erg op prijs stellen, als
de raad een afschrift van dat verslag zou kunnen krijgen. Dan kan de raad oou zeil