11 Blijft dan toch de ■'/raag, of, als men de lokatie toch blijft handhaven, men binnen een redelijke termijn met een bestemmingsplan kan komen. Het gaat er nu naar uitzien, dat het waarborgfonds een langdurige zaak gaat wor den. Vat de heer Westerhof vraagt, n.l. of de gemeente aansprakelijk kan zijn voor schade, lijkt hem nog al een ingreep. Dat kan hij zo ook allemaal niet overzien, Hen zou dan eerst eens moeten bekijken, wat voor konsekwenties daaraan verbonden kunnen zijn en wat dat zou kunnen gaan kosten. Hij kan zich ook voorstellen, dat de gemeente een paar man in dienst neemt met een brandblusapparaat of zo, en dat zou dan wellicht goedkoper kunnen zijn. Dit dan zo maar„als losse opmerking. De vraag blijft, of men nu deze lokatie moet handhaven ja of nee. De discussie zo wat overziende en ook gezien de antwoorden van de wethouder en terugdenkend aan de discussie van de vorige keer is hij geneigd om te zeggen: ik vind dat de lokatie gehandhaafd moet blijven en dit dan ook wat kijkend naar wat de stichting woonwagenwerk heeft gezegd. Deze geeft nu wel een ommezwaai aan, maar geeft ver der geen alternatief aan. De zaak zou misschien veranderen, en ook de heer Mas tenbroek wees daar al op, als de stichting woonwagenwerk in overleg met de woon wagenbewoners zou zeggen: wij vinden dat toch een betere lokatie. Alleen maar nee zeggen of: het wordt ons nu toch ook een beetje bang te moede, daar komt men niet verder mee. De heer E.M.L. FRANKEN begrijpt dit niet van de heer van den Bulck, Door inspraak is er nu een andere besluitvorming op gang gekomen, die ook door het woonwagen werk v/ordt geaccepteerd en dan wijst de heer van den Bulck ineens af, wat de uit spraak van die inspraak is. De heer VAM DEN BULCK wil het begrip inspraak nog wel eens uitleggen. Gezien de huidige wijze van verdeling ontkomt men er niet aan dat er een instantie is die een besluit moet nemen op een bepaald moment. Dat hij daar wel eens verandering in zou willen hebben is dan even tot daar aan toe. Die instantie die de beslissing moet nemen, moet erg goed luisteren naar wat belanghebbenden zeggen en moet dan, ge hoord de informatie - en dat heeft hij vanavond proberen te betogen - - hij hoort n.l. niets nieuws; het enige nieuwe zou kunnen zijn de ommezwaai van de stichting woonwagenwerk maar uit de stukken begrijpt hij alleen maar dat de stichting het ook een vreselijk probleem vindt, die branden, en wij zien daar ook zo direct geen oplossing voor; wij kunnen ons ook niet garant stellen en hebben ook wat aarze lingen op dit punt - een beslissing nemen. Als hij dan alle inspraakgegevens naast elkaar legt, verandert er feitelijk niets. Doordat mensen nogmaals gebruik maken van hun mogelijkheden via de Arob-commissie, word.t alleen maar hun bezwaar sterker. Dat ziet hy ook wel erg duidelijk. Door de discussie van vanavond is het hem v/el duidelijker geworden waarvan men doordrongen moet zijn als men een besluit neemt. Hij heeft echter geen nieuwe dingen gehoord. De inspraak moet voor hem dan materiaal verschaffen op grond waarvan men als bestuurder kan zeggen ja of nee. Inspraak moet de belangen helder op tafel brengen van diverse groeperingen. Hij dacht, dat dat op dit moment zeker wel het geval was. Dan komt nu eenmaal dat moment, dat er een besluit moet worden genomen en dat belangen afgewogen moeten worden. Op dit moment moet hij dan het belang van een groepering bewoners die - en de voorzitter noemde daarnet het grapje van de kruisweg en het graf enzovoort - in een soort grafsituatie leven met het oog op het wat leefbaar wonen op zo'n kamp, in ogenschouw nemen en dan constateren, dat die situatie zo geen dag langer mag blijven voortbestaan. Als hy dan die belangen allemaal af moet wegen, kan hij niets anders doen dan op dit moment kiezen voor de Linie, tenzij men met elkaar zou overeenkomen om de situ atie op de Kortjan binnen de kortste termijn zo draaglijk mogelijk te gaan maken. Dat er daar een aantal maatregelen worden genomen, zodat zij daar nog een x-tal jaren kunnen wonen. Omdat hij dat ook niet zo ziet zitten zal hij niets anders kunnen doen dan kiezen voor de Linie op dit moment. De heer MASTENBROEK heeft geen bijzonder vooruitziende blik, maar- hij dacht die ook riet direct nodig te hebben om toch wel te kunnen constateren, dat, als dit be sluit nu teruggedraaid gaat worden,/over een half jaar over precies hetzelfde/iüen onderwerp in dezelfde problemen zal zitten. N.l. een aantal bedrijven nabij de Geertruidapolder hebben bezwaren tegen het bestemmingsplan Geertruidapolder of tegen het ontwerp-bestemmingsplan of tegen het praten over een woonwagenkamp daar. Hy zou niet weten waarom die bezwaren die ddn gaan .komen minder zouden

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 119