6 horen. Hij moet verder gewoon constateren dat er op dit ogenblik op de Kortjan sprake is van een slechte situatie. Dat is dan wel enigszins begrijpelijk want ieder- een zit te wachten tot het kamp ergens anders heen kan. Als nu wéér gekeken gaat worden, wéér gespit gaat worden, wéér andere mogelijkheden naar voren worden gehaald waardoor alles weer verschrikkelijk langer zal gaan duren zal dat betekenen, dat, wanneer dat gedaan gaat worden, dan toch wel de eis mag worden gesteld dat aan het huidige kamp de nodige nieuwe zorg zal moeten worden besteed. Dan is dat naar zijn mening niet alleen een kwestie voor het schap maar ook de gemeente Bergen op Zoom zal zich de verantwoordelijkheid bewust moeten zijn van het feit, dat alles zo verschrikkelijk lang gaat duren. Hij moet eerlijk zeggen er eigenlijk weinig voor te voelen om nu weer eens over de Geertruidapolder te gaan praten. Hij ziet zo maar, dat dat minstens wel weer een jaar zal gaan duren. Men zal dat allemaal eerst weer eens moeten gaan bekijken. Als men dan dat geval met het spirituslijntje bekijkt duren zuJke studies nu een maal verschrikkelijk lang. Dén zal er weer een bestemmingsplan voorbereid jmoeten gaan worden. Dan komen er ook weer bezwaarschriften. Hij ziet dan alles bij elkaar wel zo'n jaar of 4 voor zich liggen en dat is dan 1 tot 1~g- jaar langer dan het bestemmingsplan de Linie. Hij kan dan ook zeggen, dat zijn fractie op dit moment achter de Linie kan blijven staan, tenzij - en dat is een nieuw argument wat hij vanavond hoorde van mevrouw Ylug - het Katholiek Woonwagenwerk zou zeggen toch ook wel te willen gaan neigen naar het idee, dat het nieuwe kamp niet aan de Linie moet komen. Hem is bekend een brief van augustus 1977 waarin deze stichting stelt, dat er aan de belangen van de tuinders heel veel belang gehecht zal worden. Lat vindt zijn fractie ook en dat zal ieder redelijk mens wel zo vinden. Van mevrouw Vlug hoorde hij nu, dat die stichting vindt dat dat kamp niet op die plaats zal moeten komen. Als dat dan zo is - hij heeft begrepen dat de stichting een belangenbehartiging is van de woonwagenbewoners zou het kunnen zijn, dat de woonwagenbewoners dak ook vinden en dan zou hij eerst wel weer eens een gesprek mot die stichting willen zien. Hij zou daarom willen voorstellen, om op deze affaire de volgende maand maar eens terug te komen en op zeer korte termijn het college een gesprek te laten hebben met de stichting om te weten te komen wat de stichting nu werkelijk wil. De heer H2RTEL heeft in de raadsvergadering van november 1977 uitdrukkelijk naar voren gebracht, dat er onderscheid gemaakt moest worden tussen het raadsstuk en het bestemmingsplan. Naar hij zich meent te herinneren, dit naar aanleiding van een vraag van de heer P.Franken. Zo kijkt het college nog steeds tegen deze zaak aan. Dit dan even ter inleiding. De heer P.Franken vraagt zich af, of alle belangen op evenwichtige wijze zijn af gewogen. Hij kan daarop antwoorden, dat het college dat heeft getracht te doen. Het zou hovaardig zijn om te zeggen: wij hebben dat gedaan, want men weet natuur lijk nooit of het helemaal goed wordt gedaan. De heer Franken vroeg ook naar de uitkomst van de schade-regeling. Hij weet dan - hij was er n.l. zelf bij - dat hierover een aantal gesprekken met de tuinders zijn geweest, althans met vertegen woordigers van tuinders. Momenteel is het zo ver, dat er gedacht wordk aan oon waarborgfonds bij het schap. Uit de plaats gehad hebbende besprekingen is deze gedachte geboren. Het schap zal contact opnemen met G.S. of heeft dat misschien inmiddels al gedaan, en ook met het ministerie van CRM. Hij weet ook wel dat dat allemaal wel weer even zal gaan duren, maar het zou de lokatie de Linie wel accep tabeler kunnen maken. Hij is het er mee eens als gezegd wordt dat een tuinders- bedrijf erg kwetsbaar is, maar dat kan ook een industrie zijn die vlak naast zo'n kamp zit. Hierbij denkt hij dan met name aan de Geertruidapolder waar diverse raadsleden nu over spraken en vroegen welke mogelijkheden er daar liggen. Hij moet dan zeggen er wel op te rekenen dat van de vele kleine indus fcriën die daar aanwezig zijn, ook bezwaren zullen komen tegen een plan in de Geertruidapol— der voor een dergelijk kamp. Bovendien is de grond waarover men kan beschikken in de Geortruidapolder zo ongeveer 3,7 hectare terwijl de Linie ongeveer 5,5 hec tare groot is. Zou inderdaad tot Kijk in de Pot alles volgestopt gaan worden, dan zou het er we'1 op kunnen, maar dan is er ook geen plaats meer voor de Rand weg-West - thans de minister Bogaertsweg die nu nog niet doorloopt maar straks wel door zal gaan lopen - en door welke weg dan zo'n kamp ook in tweeën gedeeld zou gaan worden. Hij neemt dan verder aan, dat er in de toekomst daar een belang rijk stuk recreatie zal gaan komen en de toegang daarheen zou door dat woonwagen-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1978 | | pagina 114