18
20Voor ste]_ tot Joekennen_ van_een rantie - subsidie van maxi_rnaal_f. R 500.. aan
§2in de_kosten v.?n_e en j az z~le-stvaI_.°P IJl22
mei 1976^
(Verzameling 1976 nr. AZ/50).
21Yporstel_ tot het Jo ekenn en_ va n_een ga rant ie - subsi die_aan de Christelijke Oratorium-
VArenigiiig uijie_kosten van een op 18 mei 1976 te geven uitvoering van de "Messiah"
van"HandeL™
(Verzameling 1976 nr. AZ/51).
Ëe exPl°*tatiebegroting v2°£jl®t ia^l197Y_vË2_^®
Yan_een ga rant ie-subs idle aan genoemde
stichting.
(Verzameling 1976 nr. AZ/52).
3..Y°.9i£sJ2t Jr2L?®i2en garantie-pubsidie van f._ 2.000. aan "Hetj3ezel-
I®2£j£L 2"ë21l.2EJ?.2221 it!.Y2. h°ste2 van de~op Y en_3"apri! 1976 'teliouden uit-
voeringen.
(Verzameling 1976 nr. AZ/61).
2^*„Y°°J®i2Ll2t2^_Y.a2.^2ll®iLva2 2e2.V e ro rd ening, egelende d e_dageliikse gang van
(Verzameling 1976 nr. AZ/53).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 20 tot en
met 24 aangenomen.
^^•_Yi>°J®i®Li2tjy®jl22iL2S van_dejzittingsduur_van de niet-raadsleden in de Maatschap-
(Verzameling 1976 nr. AZ/57).
De heer BROOS zegt, dat hij indertijd tegen was toen er sprake was van een MAR.
Vanzelfsprekend moet hij dan konsekwent zijn en ook tegen dit voorstel zijn. Daarnaast
betreurt hij het wederom dat het college weer dat prachtige afschuifsysteem in het leven
roept en zegt: kom jongens, doe het nu nog maar een half jaar. Hij begrijpt ook niet
dat die mensen dat willen. Los van de commissie ad hoe dacht hij, dat de raad nu ge
woon moest zeggen - er mag toch gerust eens eens knoop worden doorgehakt dacht hij -
stop. Hij heeft voor bepaalde mensen toch wel een enorm respect en weet dat zij best
wel capaciteiten hebben maar zij krijgen gewoon niet de lengte om zich waar te maken.
Hij persoonlijk is gewoon voor opheffing van de MAR, in zijn totaliteit.
De heer VAN HEUST wil dan vragen, of zij zich dan wel waar kunnen maken.
De heer BROOS zegt: misschien. Als zij zich waar willen maken zonder dat er een or
gaan tussen zit wat remmingen veroorzaakt, is het waarmaken veel re'éler dan wanneer
er wel een orgaan tussen zit. Hij wil niet zeggen het niet met het orgaan eens te zijn.
Hij dacht zelfs op dit punt wel. Hij vindt het echter niet leuk dat grote mensen, die een
bepaald beleid in de stad voeren, op een gegeven moment niet durven kiezen.
Hij begrijpt wel dat het college de handen niet wil branden aan koud water.
Dat mag de raad klaarblijkelijk wel. Die moet dat dan maar doen. Via die commissie
ad hoe. Waarom echter zo lang gepraat. Als het college een mening heeft mag dat toch
rustig worden gezegd, dacht hij. Als er in de raad een meerderheid is die er anders
over denkt, hoort men dat dan ook wel.
Mevrouw ELSEMAN dacht, dat wel bekend was dat de heer Broos hier tegen is. Hij vindt
dan, dat het college nu ook maar moet zeggen tegen te zijn en dat de MAR dan maar
weg moet. Dat wil het college echter niet zeggen. Het kan best zijn, dat de commissie ad
hoe tot de overtuiging komt, dat de MAR niet weg moet. Dat kan toch ook heel goed,
dacht zij. Waarom zouden dan die met-raadsleden die nu zouden moeten aftreden, niet
WoïtYn n°g een half jaartje herbenoemd Zij ziet daar helemaal geen bezwaar in. De MAR
en* heeft zelf het besluit genomen dat er niet zal worden vergaderd als er geen punten zijn.
Zij dacht, dat ook dat heel gezond was. Nu is b. v. medegedeeld, dat er weer enkele
dingen zijn die van onder af zijn binnengekomen en dat men zich daar eens over wil
bezinnen. Zij ziet echt niet in, dat men nu als college moet zeggen: die MAR moet maar
verdwijnen.
De heer BROOS zegt, dat het antwoord van de wethouder evengoed betrekking had kunnen
hebben op een voetbalwedstrijd. Dat was n. 1. niet de kern van zijn vraag. Waar het hem
om gaat is, dat hij gewoon een duidelijk gezichtspunt, een visie van het college wil heb
ben, hoe zij er tegenover staan. Als de wethouder dan zegt wel te zullen afwachten wat