9
De VOORZITTER ziet niet in wat dit met het voorstel te maken heeft. Iemand koopt een
pand en krijgt daarvoor een hypothecaire lening, die door de gemeente wordt gegaran
deerd. Daar is toch verder niets aan de hand.
De heer BROOS moet toch nogmaals vragen of er al iets bekend is over de functie die
het betrokken pand gaat krijgen.
De heer HMRTEL moet zeggen, dat het nog niet zo ver is. Het pand zal eerst verkregen
moeten worden. Er zijn voorbereidingen bezig om dat pand tot wijkhuis te maken.
De heer BROOS zegt, dat men dus nog niet verder is. Dat is voor hem dan wel voldoende.
Bij q wil de heer BROOS ook nog even opmerken, dat hij bij dit soort zaken toch wel
graag zou zien, dat deze vergezeld zouden gaan van een advies van de bergse commissie
ruimtelijke ordening»
De heer BLANKEN zegt, dat dit vanuit het streekgewest zal moeten gebeuren.
Dat dacht de VOORZITTER eigenlijk ook.
De heer BROOS meent, dat de Zoomweg op zich qua tracée toch. voor Bergen op Zoom
ook wel bijzonder belangrijk is.
De heer HëRTEL dacht ook, dat deze zaken onder andere thuis horen in het streekge
west en vooral ook in de stuurgroep wegenstructuur west-brabant. De moties zijn ge
woon ter kennisneming toegezonden aan alle gemeenten hetgeen dan nog niet betekent,
dat die gemeenten zich moeten gaan uitspreken over b. v. een tracée van de Zoomweg.
Daar wil de heer BROOS zich dan wel bij aansluiten, maar hij moet liet dan tevens wel
betreuren, dat de heer Hërtel daar geen deel meer van uitmaakt.
De heer H'dRTEL kan zeggen, daar nog wel deel van uit te maken.
Zonder hoofdelijke stemming worden de ingekomen stukken voor kennisgeving aangeno
men.
3* 1* ^^o^J^Lseru^scom^issjejte Bergen_op Zoom dd. 9 maart 1978
van"Weyk^VTtep"^nnöTêTT"ïj"-
ES JEL Y®jC® I ®EX hearin£ - s tituut™
en:
2- van Bergen op__Zoom dd. 18 maart
EJLa2.^®i2L%.v*erzPe^v öndërl
De heer DEKKERS zegt, dat er vanavond al veel over de DG gesproken is. Het verzoek
op zich komt alleszins redelijk over. Hij zou eigenlijk de mening van de raad wel eens
willen horen, of die het noodzakelijk vindt dat er zo'n hearing-statuut wordt gemaakt.
Hij meent dat er in de loop der tijden al wel een aantal spelregels waren gemaakt om der
gelijke zaken goed te kunnen laten verlopen. Hij kan zich wel voorstellen - en met hem
de meeste van zijn fractieleden - dat men zich eens wil oriënteren, maar of er nu tijd
ingestoken moet gaan worden om een uitgebreid statuut met alle voorschriften en derge
lijke hoe dergelijke avonden moeten gaan verlopen, op te stellen, heeft hij toch wel de
nodige vraagtekens bij.
De heer BROOS zou het voorstel van de heer Dekkers gewoon willen ondersteunen.
Hij dacht dat men al langer hoe meer een getuigschrift van onvermogen qua bestuurlijke
organisatie aan zich zelf af gaat geven. Daar wil hij persé niet aan meewerken.
Mevrouw VLUG dacht niet dat, wat hetgeen de heer Dekkers stelde, nu aan de orde was.
Aan de orde is alleen of die DC die mijnheer Hasselaar mag horen. Dat wil dan helemaal
niet zeggen dat men alles over moet nemen wat die mijnheer zegt. Misschien kan deze
zelfs nog iets hieruit leren. Het lijkt haar toch wel nuttig dat over en weer men om in
lichtingen vraagt. Men zal er altijd wel iets beter van kunnen worden, dacht zij.
Zolang het niet eens uiteengezet is weet men ook niet wat deze man zal vertellen.
Het zal misschien ook zo kunnen zijn dat men zegt: wat vertelt hij nu allemaal, dat wis
ten we allemaal al lang. Men zou er misschien echter ook nog iets van kunnen leren.
De heer MASTENBROEK heeft ondertussen wat tijd gehad om even na te denken. Hij vindt
0P.de eerste plaats, dat mevrouw Vlug in deze wel gelijk heeft. Er staat nu wel: voorbe
reiding van een hearing-statuut, maar het kan ook best zijn dat wanfieer de DC heeft
gesproken met de heer Hasselaar, deze zegt: het is flauwekul om een hearing-statuut te