5 16Y °°i jËëL J-2tY§!2_m®i?ewerking voor_het_herstel van_schade aan_de_r._k kleuterschooljPastoor JKuijpersstraat_l (Verzameling 1976 nr. AZ/39). De heer HOPMANS dacht dat de wethouder in zijn antwoord op de algemene beschouwingen heeft beloofd, dat naar een modus zou worden gezocht om kleinere bedragen - waarbij werd gedacht aan 500.ter verantwoordelijkheid te stellen bij de schoolbesturen. Hij wil vragen wanneer zo'n regeling tegemoet kan worden gezien. De heer VAN HEIJST kan zeggen dat, inzake de al of niet medewerking verlenen aan de schoolbesturen voor herstel van schade, en dan wel te verstaan kleine schaden, het colle ge een voorstel heeft gedaan aan de inspecteur. Het college is nog niet geheel op de hoog te, hoe de inspectie daarover denkt. Als met de inspectie tot overeenstemming zal zijn gekomen, zal dat voorstel naar commissie en raad komen. Hij dacht dat de raad nog even geduld zal moeten hebben. In de commissie zal verder ook nog met een nota moeten wor den gekomen inzake mogelijkheden tot vermijding van dergelijke schaden. Misschien kunnen dan al die zaken beter tegelijk aan de orde worden gesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. 17. Voorstel_ tot het opzeggen van de in 1969 met de StichtingJnstituut voor Psychologisch Onderzoek te Rotterdam gesloten overeenkomst inzake psychologische dienstverlening^ op de g.1^0. - en bo_. - s cho 1 en (Verzameling 1976 nr. AZ/46). Mevrouw VLUG zegt dat bij de behandeling van de begroting 1975 door haar fractie is ge steld: "Het instellen van een schoolbegeleidingsdienst behoort binnen het streekgewest - 200.000 inwoners dus - tot de mogelijkheden. Overleg en studie hierover vinden volop plaats in onderwijs- en bestuurlijke organisaties. Waar mogelijk verwachten wij van het college bevordering van deze instelling." Bij de begroting van 1976 werd door haar fractie onder meer gezegd: "We moeten er voor zorgen, dat dit een instituut wordt ten dienste van de kinderen, ouders en onderwijzend personeel, met als hoofdmotief: maximale kansen voor ieder kind. Op deze manier vinden wij het instellen van een schoolbegeleidingsdienst verantwoord, mits ook het Rijk hiervoor ook de benodigde middelen verschaft. Nu is er een voorstel aan de orde of de raad kan meegaan met het opzeggen van het con tract met het IPO. Gezien de stellingen in 1975 en 1976 kan haar fractie daar natuurlijk wel mee akkoord gaan omdat anders de schoolbegeleidingsdienst in zeker opzicht wordt geblokkeerd. Dat houdt echter beslist niet in, dat haar fractie tot elke prijs een dergelijke dienst wil. Zij zou eerst graag eens een inhoudelijke discussie van de raad over deze zaak hebben en wil ook graag precies weten wat van het rijk aan jaarlijkse bijdragen verwacht mag worden. Een startsubsidie alleen vindt zij niet voldoende. Zij gaat dus akkoord met het voorstel om het contract met het IPO op te zeggen om de startmogelijkheid voor een schoolbegeleidingsdienst niet te blokkeren Dit alles is inhoudelijk vanavond niet aan de orde, maar terwille van de duidelijkheid wil zij dit toch wel even signaleren, dat door het meegaan in deze deel-beslissing zij niet bij voorbaat akkoord gaat, dat onder alle omstandigheden een schoolbegeleidingsdienst zal moeten komen. Eerder is al door haar gesteld, dat er zekere prioriteiten gesteld zullen moeten worden gezien de financiën, hetgeen dan weer helemaal afhangt van de financiën die hiervoor zul len afkomen. De heer A. J. FRANKEN kan zeggen, dat zijn fractie zich niet tegen dit voorstel zal ver zetten. Ook hij ziet dit als een formeel besluit. Hij stemt er mee in, dat voor de huidige dienstverlening aan de scholen een andere in de plaats komt. Deze instemming betekent evenwel ook niet, dat al wordt ingestemd met de nieuwe ge dachten over een schoolbegeleidingsdienst. 2 factoren zijn daarbij voor zijn fractie extra bepalend. De directe gerichtheid op de hulp en begeleiding van het kind en verder, dat de kosten niet de pan zullen uitvliegen. Hij realiseert zich, dat de schoolbegeleidingsdienst vanavond nog niet aan de orde is. Wat hij opmerkte, wilde hij toch alvast wel even kwijt. Ook de heer DEKKERS kan zich met het voorstel verenigen. Met beide voorgaande spre kers is hij het eens dat de schoolbegeleidingsdienst op zich nog aan de orde zal moeten komen. Hij zou er nog wel op willen aandringen dat, nu het besluit tot opzegging van het contract met het IPO wordt genomen, in de tussenliggende fase zo goed mogelijk naar een goede oplossing wordt gezocht om de begeleiding van de kinderen te waarborgen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 64