46 De VOORZITTER kan dus zeggen dat, wat het college betreft, dit dus geen enkel verwijt treft. De raad ook niet, want die heeft daarover nog niet eens één offerte gehad. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. Hierna sluit de VOORZITTER de vergadering en verzoekt de raadsleden nog even bijeen te willen blijven. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van 27 februari 1976. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 53