42 Als het werkvoorzieningsschap de prijzen niet aanpast aan de gestegen kosten die overal worden gemaakt en een ander moet dat wel doen, is het duidelijk dat dit - en dan niet bij alle objecten maar dat heeft hij ook niet gesteld - in bepaalde gevallen markt-verstorend werkt. Daarmee wordt dan niet de nadruk gelegd op de economische kant van de zaak, maar juist op de sociale kant want dan gaat men dus mensen in een werkvoorzienings schap aan werk helpen en andere mensen daardoor het werk uit de hand nemen. Hij heeft een voorbeeldje, wat dan niet als doorslaggevend zal gelden, maar het. kwam toch even in zijn gedachten op dat, als wordt gesteld het uitbesteden van de administratie naar Utrecht dit veel duurder zou zijn want daar werken een aantal rijksambtenaren, en als verder wordt gezegd: nu kunnen we veel goedkoper in eigen beheer werken en zet ten we daar 6 eigen mensen aan, dat in principe als gevolg heeft dat er dan misschien in tegenstelling tot die 6 mensen van het schap, dan toch maar 2 of 3 in Utrecht het werk wordt ontnomen. Die 3 ambtenaren daar zouden dan in principe op wachtgeld moeten worden gezet. Hij zegt niet dat dit zo letterlijk moet worden opgevat, maar het is een probleem wat dit betreft. Hij kan dan ook niet zeggen, dat deze zaak nu alleen maar economisch wordt benaderd. Dat zou wel het geval zijn als men het schap zo efficient mogelijk zou willen laten draai en met een optimale productie per man die daar werkt. Dat is het probleem echter hele maal niet. Maar men zal wel met reële marktprijzen moeten rekenen. Anders worden aan de ene kant dingen goed gemaakt en aan de andere kant worden brok ken veroorzaakt. Op dit probleem is noch de wethouder, noch de heer Mastenbroek inge gaan. Dat zou hij nog graag even nader uitgespit willen zien. De heer DEKKERS heeft niets gehoord van wat er over zijn voorstel wordt gedacht. Na alles wat er nu is gezegd, laatstelijk ook nog door de heer Westerhof, dacht hij wel dat het een erg zinvolle zaak zou zijn om eens rond de tafel te gaan zitten om dat alle maal eens goed door te nemen. Hij kan niet precies overzien wat het schap allemaal pro duceert. Daar heeft hij te weinig inzicht over. Hij dacht, dat in veel gevallen een soort hulp werd verleend aan een aantal bedrijven bij het maken van wat artikelen, maar geen directe eindproducten, die zo in de verkoop konden komen. Hij ziet dan ook het probleem wat hier nu wordt geschilderd niet helemaal zitten. Daarom zijn voorstel om op wat breder niveau eens met dit werkvoorzieningsschap te gaan praten en de indruk die vanuit Bergen op Zoom op het schap wordt gevestigd wat te verduidelijken» Indertijd heeft men hier het schap wel gewild maar nu het er een maal is wordt toch wel de schijn gewekt dat men er feitelijk wel van af zou willen want het kost zo veel. Hij dacht niet, dat een meerderheid van de raad daar zo over dacht, al kreeg hij bij sommigen toch wel die indruk. De VOORZITTER dacht niet dat daarover vanavond één woord was gerept. De heer VAN KAAM zegt dat mevrouw Vlug opmerkte, dat, toen de plannen voor een werkvoorzieningsschap indertijd in de raad werden gebracht, zij al een bepaalde waar schuwing liet horen dat het allemaal veel geld zou gaan kosten. Dat was dan in de periode 1970-1974. Hij wil zeggen dat, toen hij wethouder werd, het plan om tot een werkvoorzieningsschap te komen zeker al wel een jaar of 6 of 7 op tafel lag. Misschien nog wel langer. Hij durft dan ook te zeggen erg blij te zijn, dat het in zijn wethoudersschap-periode van de grond is kunnen komen. Dat gebeurde dan met de instemming van 24 gemeenten. Men kan dan nu wel teruggrijpen naar een jaar 1971 waarin dan een bepaalde waarschuwing is geuit. Men heeft echter toen niet kunnen inzien wat het in 1976 zou kunnen worden. Nu, in 1976, zit men met dit schap en hij dacht dat men daarover blij moest zijn. Als mevrouw Vlug verder zei de aanschaf van de compu ter uit de krant te hebben moeten lezen, is hij het met haar eens. Misschien wil de wet houder dat dan ook accepteren. Zij is dan niet op die vergadering geweest. Misschien had men van de zijde van het college de raad toch wel kunnen informeren dat dit besluit in die algemene vergadering was genomen. Dan had men dit niet uit de krant behoeven te vernemen. Die omissie wil hij de wethouder in dit geval ook nog wel vergeven. Hij wil ook nog even wijzen op die detacheringen. En dan wordt er gesproken over zinvol werk. Het is hem bekend - en dat is een stelregel van het schap - dat men, wanneer men een WSW-werknemer op zo'n detacheringsobject plaatst, die dan een non-profit-in- stelling dient te zijn, wordt er altijd naar de mogelijkheid gekeken, dat zo'n man, wan neer hij daartoe in staat is, ook binnen een bepaalde tijd in vaste dienst bij die instelling kan worden aangenomen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 49