25
16. Voorstel tot_aankoop van de panden Noordzyde_Hayen_nrsL66,__66A,__68_ en_68_A_van
mevrouw ~M~ S~ van~den_B erg-Vrjens J;e_'_s-Gra venhage1
("Verzameling f976 nr. RO/5).
17. Voorstel tot het pachtvrij ma ken y_a_n e en_p e r c e el_ g rond, _g el egen aa n_d e JWouw se
straatweg^ In jTacht~by"W .~F ranken _te_Bergyn_op JZoom
(Verzameling 1976 nr. RO/3).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de voorstellen 14 tot en
met 17 aangenomen.
18. Voorstel tot gedeeltelijke ontbinding en_wyzigüi^yan_de_be^aande_gachtoyereeiüromst_
Betreffende het pachtobj eetj^el eg en_Fer_ plaat se |lui jfer_shove_._
("Verzameling 1976 nr. RO/4
De heer P. FRANKEN zegt, dat na een zeer prettige discussie in de commissie grondbe
drijf, zijn fractie met het eerste gedeelte van dit voorstel akkoord kan gaan.
Het pachtvrij maken vindt hij n.l. zakelijk gezien een goede zaak.
Als hieraan een principe-uitspraak wordt verbonden of daar dan ook persé een gemeente
lijke kwekerij moet komen, vindt hij, dat het college eerst eens de afspraken moet nako
men die in de begrotingsbehandeling zijn gesteld, n.l. dat alle economische voorwaarden
die voor een dergelijke kwekerij nodig zijn, dus de financiële konsekwenties, de kapi-
taalslasten enzovoorts eens duidelijk kenbaar worden gemaakt.
Hij gaat dus met alles betreffende de pachtvrij-making akkoord, maar zou het besluit
graag gewijzigd zien in die zin, dat dit ten laste van de dienst grondbedrijf komt en niet
ten laste van de algemene dienst, zodat, wat de bestemming van dat perceel eventueel
betreft, men nog alle kanten op kan.
De heer A. J. FRANKEN heeft hetzelfde, zij het in iets andere bewoordingen, ook al in
de commissie voor het grondbedrijf gezegd. Hij kan zich dan ook helemaal aansluiten
bij de woorden van zijn naamgenoot.
De heer VAN HEIJST dacht dat de essentie van dit voorstel was, de pachtafkoop.
Hij gelooft niet, dat de raadsleden hieruit de conclusie zouden moeten trekken, dat er
ook al een principe-uitspraak zou zijn gedaan voor het vestigen van een kwekerij daar.
De heer WESTERHOF zegt, dat die indruk toch wel gevestigd wordt.
De heer VAN HEIJST zegt, dat dit heel goed mogelijk is, maar hij gelooft dat het colle
ge dan vandaag zonder meer moet erkennen, dat de essentie in deze toch de pachtafkoop
is. Men heeft hier natuurlijk wel een bepaalde bedoeling mee, maar mocht de raad later
zeggen: wij gaan daar toch niet over tot de stichting van een kwekerij, dan lijkt het hem
zeer goed mogelijk om deze grond een uiterst nuttige bestemming te geven.
Hij dacht daar ook in de commissie grondzaken reeds een mogelijkheid voor te hebben
aangeduid.
Om het voorstel zoals dit er nu ligt te wijzigen stuit toch wel op een moeilijkheid, want
dan moet het nog al ingrijpend worden gewijzigd. Die grond zit op dit ogenblik in de al
gemene dienst. Nu de grond pachtvrij wordt, komt de grond ook pachtvrij in de algemene
dienst. Mocht later toch de raad zeggen: wij voelen daar niets voor die kwekerij, dan kan
daarna, dacht hij, altijd nog een begrotingswijziging komen om het vanuit de algemene
dienst naar het grondbedrijf over te brengen.
De raad moet zich dus niet gebonden achten door dit voorstel aan te nemen als zijnde een
eerste aanloop tot een kwekerij daar. De raad zal het vandaag alleen maar moeten zien
als een gewone pachtafkoop.
De heer P. FRANKEN kan het na deze toelichting met het voorstel eens zijn.
De VOORZITTER zag de heer M. Franken erg verwonderd kijken. Hij kan zeggen, dat
alle bosgebieden in de algemene dienst zitten.
De heer M. FRANKEN zegt, dat dit toch een agrarisch gebied is.
De VOORZITTER zegt, dat het toch bij het boscomplex, bij het natuurgebied wordt ge
rekend en dat zit in de algemene dienst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
A