27 Wanneer de raad zich zou willen uitspreken voor grotere sluizen, dacht hij dat het toch goed was, dat er wordt gevraagd om een studie, om alsnog die grote sluizen van 24 bij 280 meter in de Oesterdam te krijgen en de gevolgen daarvan nader te onderzoeken om te zien of daarvoor mogelijkheden aanwezig zijn. Alleen daarmee zijn de toekomstmogelijkheden voor de bergse havenontwikkeling volledig bereikbaar. Met een sluis van de kleinere afmeting, zelfs van die van de Burge meester Peeterssluis zal die grotere vaart, met name de duwvaart, niet vanuit die hoek kunnen komen en kan alleen nog maar gebruik maken van het Schelde-Rijnkanaal. Dat hier haast bij geboden is blijkt een pagina verder, waar een tijdschema wordt aange geven waaruit blijkt dat een aanvang van de bouw van de Philipsdam is gepland in dit najaar al. Het is dus een zaak die de hoogste prioriteit moet hebben. De VOORZITTER brengt dan de motie van der Stoel in bespreking. De heer DEKKERS zegt, dat zijn fractie geaarzeld heeft om zelf met een motie te komen. Met de ingediende motie van der Stoel heeft hij geen moeite. Hij vraagt zich alleen af, of die niet te eenzijdig is gesteld. Of het niet belangrijk zou zijn om ook een aantal andere punten die vanavond naar voren zijn gebracht hierbij te betrekken. Dan denkt hij b. v. aan het gestelde van de heer Arnoys over het water. Misschien - en dat laat hij dan maar aan de raad over - of daar ook aan gekoppeld moet worden dat de schets, zoals die vanavond besproken is, wordt onderschreven. De VOORZITTER zegt, dat de heer Dekkers in zijn eerste lezing een paar punten opnoem de die er beslist moesten zijn. De heer DEKKERS zegt dat het daarbij ging om: de kwestie van de Oesterdam en dat de sluis van voldoende afmetingen moest zijn. de goede waterkwaliteit. financiële bijdragen in de recreatiegebieden, een spoedige beslissing over de Zoomweg. Misschien dat dit in een uitgebreide motie van der Stoel gelijk kan worden meegenomen. De VOORZITTER zou willen voorstellen dat dit inderdaad allemaal wordt samengevoegd. Dat men dus als raad - de redactie kan ongeveer dit volgen, maar dan aangevuld - zich uitspreekt over die punten. Dat de raad zegt: wat er nu verder nog gaat gebeuren of niet, als Bergen op Zoom wil men persé die volgende punten. Een goede kwaliteit van het water. Een sluis in de Oesterdam - en hij wil daarbij dan de suggestie van de heer van Vianen volgen - van tenminste die grootte maar bestudeer de mogelijkheid ook eens van een verwisseling van de sluizen van Philipsdam en Oester dam. Een recreatiegebied in het Zoommeer, dat dat er in ieder geval moet komen en dat daarvoor de nodige financiële middelen ter beschikking komen. Er wordt dan mede ingespeeld op de verstedelijkin gsnota in beperkte mate. De Zoomweg moet als eis worden gesteld. De financiële eisen. Als dat nu door het college in een stuk wordt geredigeerd en aan de minister wordt aan geboden, na het eerst een beetje netjes uitgewerkt te hebben. Hij zou willen vragen of de raad daarmee akkoord zou kunnen gaan. Men Iran ook zeggen er een paar punten apart te willen uitlichten, maar hij zou het liever in een groot stuk allemaal bij elkaar willen plaatsen. Als lijst van eisen die de gemeente stelt aan de minister. De heer VAN DER STOEL kan hiermee wel akkoord gaan, maar het effect van een motie is nu eenmaal anders als van een brief, dacht hij. De kwestie van. de sluis zou dan b.v. als motie verkocht kunnen worden, omdat daar zo'n haast mee is, zoals de heer van Vianen opmerkte. De VOORZITTER zegt, dat ook de hele zaak best als motie geredigeerd kan worden. De heer VAN DER STOEL is zo bang dat, als het te lang wordt, de landelijke pers wat zal laten schieten. De heer NIJPELS dacht dat toch eerst de motie van der Stoel in stemming zou kunnen ko men.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 284