26 beslissing van de nederlandse gemeenschap moeten worden. Het is wel een dilemma waarin men op het ogenblik verkeert en waar de middelen om daaruit te komen nog niet zijn gevonden. In de nota zelf wordt daar ook verschillende keren over gesproken. In de nota van de PPR staat, dat een instrument van de gemeente moet zijn het voorkeurs recht voor grondaankoop. Hij zou zeggen: was er maar een voorkeursrecht, maar dat is er nog niet. Er staan nog andere instrumenten aangegeven maar het zijn allemaal instrumenten van landelijke wet geving, waarvan sommige de gemeente zeer welkom zouden zijn. Hij zou willen vragen of men daarop moet wachten met het maken van plannen. Er moet nog al wat gebeuren natuurlijk, willen al dit soort nieuwe mogelijkheden er komen zo dit al in de Kamer wordt aangenomen, want anders zit men ook nog een keer. Als gemeente zal men dan ook niet kunnen zeggen: we doen nog maar niets; we gaan maar eens zitten afwachten. Hij dacht verder in het algemeen wel de nodige instemming te hebben gevonden om dadelijk een paar punten te kunnen opstellen. Hij wil de heer van Vianen even vragen of die iets wil zeggen over de sluis, dan kan naar aanlefling daarvan de motie van der Stoel misschien nog even worden aangevuld. De heer ARNOYS zegt dat de heer Mastenbroek nog vroeg naar de waterkwaliteit. Hij stelde, dat de minister ook maar gevraagd moest worden om schoon water voor de deur van Bergen op Zoom. Hij zou de heer Mastenbroek dan ook willen verzoeken om hierover een motie op te stellen en bij de raad in stemming te brengen, zodat dat aan de minister expliciet kan worden voorgelegd als mening van de raad van Bergen op Zoom. De heer MASTENBROEK snapt niet waarom hij nu juist die motie moet schrijven. De heer ARNOYS zegt: omdat de heer Mastenbroek dat expliciet vroeg. De heer Franken had het er over dat in dit plan buitendijks dezelfde moeilijkheden zullen komen als in de Langeweg. Het is ook zo, nu een raadslid al vroeg of nu zo nodig de cultuurgronden in de Augustapolder bebouwd moeten gaan worden, dat de zaak om wordt gedraaid en dat wordt gezegd dat men op die slikken voor de deur gaat bouwen en de grond in de Augustapolder laat voor wat zij is. Op die slikken zou men natuurlijk ook bos kunnen gaan maken en dan zit men aan alle kanten in het bos. Wie dat moet gaan betalen is dan weer een andere zaak. Wat de grootte van de sluis betreft, dacht hij dat bij de minister in ieder geval het punt voorop zal staan om de sluis zo klein mogelijk te laten want hoe groter of de sluis is, des te eerder komt er conflict met de zout-zoetwaterregie. Bij een grote sluis zou het dan best zo kunnen zijn, dat er eenzelfde installatie moet komen als bij de Kreekrak- sluizen. De heer VAN VIANEN heeft voor zich de analyse van de oost erschelde-alternatieven opgeste ld door Rijkswaterstaat die behoord hebben tot de stukken die de minister kreeg bij de behandeling in de kamer vorige week. Op pagina 14 daarvan staat duidelijk dat er 2 sluizen komen, een in de Philipsdam en een in de Oesterdam. De Philipsdamkrijgt duwvaartsluizen van 24 bij 280 meter grootte. De Oesterdarnsluis wordt 12 bij 90 meter. Dat is dan voortgekomen uit de gedachte, dat een duwvaartsluizen complex zoals dat in de Philipsdam komt een grote zoetwaterlast geeft op het zoute meer, de oosterschelde. De cijfers daarvan zijn, dat het zoetwaterverlies in de Philipsdam 20 m3 per seconde zal zijn en in de Oesterdam maar 1 12 m3 De reden waarom op dit moment gepland is om die grotere sluis in de Philipsdam te ma ken is, dat daar een uitloper van het oo ster schel degebied ligt en dat de zoetwaterlast op het zoute gebied dus daar in het noorden terecht komt en niet naast het Schelde-Rijnkanaal hier naast de Oesterdam, omdat daar in de omgeving juist de wensen liggen omtrent de oester- en mosselcultures. In hoeverre deze zoetwaterverliezen daar inderdaad een grote last voor geven is niet bekend. Dat zou misschien nader kunnen worden onderzocht. Op het ogenblik is het inderdaad zo, dat een grote stroom van de duwvaart die van het kanaal van Zuid-Beveland gebruik maakt en van die hoek komt, niet door de traditionele weg gaat maar wel degelijk langs het Toolse Gat op de Eendracht vaart. Blijkens verdere stukken in dit verhaal kan de Eendracht ook in de toekomst die verkeers belasting wel verwerken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 283