22 De heer Broos zei dat hij de industrie en zo niet ziet zitten. Men zal moeten proberen om de werkgelegenheid te behouden die er nu is. Meer aan recreatie denken. Hij zei daarbij ook, dat men Bergen op Zoom niet te hard moet laten groeien maar wel natuurlijk. Spreker dacht dat wanneer men Bergen op Zoom gewoon natuurlijk wil laten groeien,^ zoals het op dit moment groeit, industrieverruiming en handelsfaciliteiten-verruiming erg belangrijk zullen zijn. De voorzitter zei dat Bergen op Zoom al eens in last is geweest omdat het geen industrie terrein had bij een gunstige conjunctuur. Daarmee rekening houdend en alleen al rekening houdend met een normale groei van Bergen op Zoom zou hij willen zeggen: dat moet in deze discussie toch heel nadrukkelijk worden meegenomen. De VOORZITTER had eigenlijk daarstraks al tegen de heer Broos moeten zeggen dat het natuurlijk ook zo is, dat er voortdurend werkgelegenheid afvalt. Het is ook zo, dat men op een gegeven moment bedrijven niet graag meer in de binnenstad heeft. Men kan nu wel op zijn kop gaan staan, -in de verstedelijkingsnota spieekt men ook maar steeds over milieu-vriendelijke industrie - maar het wordt al langer hoe moei lijker in de nationale economie om dat doel ook inderdaad te bereiken. Als men dat wil zal men daar grote offers voor over moeten hebben. A In duitsland heeft de conjunctuur een tijdje aangetrokken en dat heeft niet geleid tot de groei van het aantal arbeidsplaatsen. Als wel eens over fusie van bepaalde bedrijven wordt gesproken is dat over behoud van werkgelegenheid door vermindering van het aan tal arbeidsplaatsen. Met een nieuwe vestiging elders of een uitbreiding. Het wordt op een gegeven moment ruimteextensief en arbeidsarm. De econoom die dat tegen kan houden is misschien al wel geboren maar in ieder geval nog niet bekend. Hoezeer men dat ook zou wensen vanuit een bepaalde maatschappij-visie. Het middel om het te doen is nog niet aangegeven. Om het van het bedrijfsleven af te dwingen. Ook daarom moet men paraat zijn, omdat men anders op alle manieren de boot kan missen. De heer VAN KEMENADE wil aan het slot eigenlijk nog alleen maar zeggen dat zijn fractie het schetsplan zoals het voorligt kan onderschrijven evenals het CDA. Hij wil daarbij toch wel de wens uitspreken - of dat mogelijk is weet hij niet - dat ook de PvdA-fractie dat zou doen. Wat hem opvalt is, dat met name de heer Mastenbroek altijd de mond vol heeft van: wij willen er zo vroeg mogelijk bij betrokken worden. Hij meent dat men er hier nu wel erg vroeg bij betrokken is en of dat dan door omstandig heden is gebeurd of niet doet er dan niet zoveel toe. Als het echte plannen worden zal er hier in de raad zeker nog voldoende over gesproken kunnen worden en misschien wel erg veel. In het belang van deze stad dacht hij, dat het toch wel belangrijk was, als in de raad een unanieme mening werd vertolkt dat men het met deze schets eens is. Later zal dan kunnen worden ingevuld, wat men er eventueel van wil realiseren. De heer MASTENBROEK wil even een misverstand wegwerken. Als hij altijd zegt er zo vroeg mogelijk bij betrokken te willen worden bedoelt hij altijd oe ourgers. Hij gaat er van uit dat de raad overal bij betrokken wordt. De heer BLANKEN vraagt wie de heer Mastenbroek dan vertegenwoordigt. De heer VAN DER STOEL wil aansluiten bij wat de heer Dekkers in eerste termijn vroeg. Hij wil vragen of het de voorzitter mogelijk lijkt aan het slot toch wat conclusies samen te vatten, die uit deze discussie getrokken kunnen worden. Er is iets tussen de wal en het schip gevallen, dacht hij en wel de vraag over de inspraak die west-brabant heeft bij provinciale commissies die o. a. dit plan zullen behandelen. Of men daarin niet wat agressiever kan zijn. Indachtig de woorden van de wethouder van havenzaken wil hij graag een motie indienen die luidt: "De gemeenteraad van Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 2 juli 19 7b, overwegende, dat de minister van Verkeer en Waterstaat in de Tweede Kamer heeft medegedeeld, dat een te bouwen sluis in de Oesterdam van de afmetingen van 12 bij 90 meter voldoende is om aan de behoefte tegemoet te komen,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 279