17 De heer BROOS wil vragen of dan resumerend kan worden gezegd: Het is nu hier een praatstuk en de punten vullen we later wel in. De VOORZITTER zegt dat heel duidelijk is dat de raad zich moet uitspreken en kan zeg gen: het is allemaal wel leuk maar we zijn het met een paar dingen niet eens en wij willen b.v. zeker niet centraal stellen zo en zo. Als wat de heer van der Stoel zei de mening van de raad wordt, is dat gewoon zo. Dan heeft de discussie toch ook zin gehad, dacht hij. De heer MASTENBROEK zegt, dat het nog nooit vertoond is dat er een plan kwam waar het college het niet mee eens was. Dat is beslist een unicum voor deze raad. De VOORZITTER zegt dat er al wel meer een discussienota in de raad is gebracht als een vrijblijvende van een dienst. De heer ARNOYS meent, dat er nu door verschillende raadsleden gesproken wordt over een plan. Op tafel ligt helemaal geen plan maar een mogelijkheid tot en dan gezien - en dat staat er ook duidelijk in - in het kader van de ontwikkeling in de tijd. Als nu de mogelijkheid zonder meer wordt geinterpreteerd en dan gezegd wordt: 10.000 woningen maal 3 is 30.000 inwoners, dan staat juist ook in deze notitie, dat dat helemaal niet het geval hoeft te zijn en de tendens is feitelijk al jaren lang naar een ge zinsverdunning hetgeen al meer is aangehaald, zodat het best kan zijn dat men straks komt met woningen van dezelfde grootte als nu maar dan voor een persoon. Dan zou men met 10.000 woningen over 10.000 mensen praten. Dat weet men juist niet en men kan niet op de stoel gaan zitten van mensen in 1980 of 1990. Ook de heer Arnoys kan blijkbaar niet lezen, zegt de heer MASTENBROEK. Hij zegt dat het hier niet gaat over een plan. Op bladzijde 4 in het boekje staat: Enkele gegevens over het plangebied De heer ARNOYS zegt dat een plangebied wel heel iets anders is als een plan. De VOORZITTER zegt, dat het college ook geen tijd heeft gehad om het hele stuk zo kri tisch te lezen of te doen herschrijven of tot een plan van B. W. te maken of voor een voorlopige beleidsvisie van B. W. te maken enzovoorts. Het college wilde vanavond alleen enkele uitspraken krijgen van de raad. Een uitspraak is er nu uitgekomen duidelijk. Dat voelt hij wel aan. Dat was dan ook juist de bedoeling. De heer van der Stoel vroeg: hoeveel zijn er nu meer nodig om dit te realiseren Dat zou hij niet weten. Die vraag is natuurlijk niet exact te beantwoorden. Hoe dan ook, dit is door Bergen op Zoom niet alleen te realiseren. Op geen enkele manier. Al zouden er dan nog zoveel inwoners bijkomen, dat zal nooit te halen zijn. Daar komt natuurlijk nog al wat bij kijken. De heer VAN DER STOEL gokte eigenlijk alleen maar op de exploitatie van het stuk grond als er woningen opstaan. Dan moet men zich wel realiseren dat, als er/stuk komt dat voor recreatie bestemd wordt, dat wel dure recreatiegrond zal worden. een Op zich kan hem dat niet zoveel schelen maar men moet er zich wel bewust van zijn. De VOORZITTER zegt, dat er ergens ook werd gesproken over dichte bebouwing. Dat zal men ook relatief moeten zien. In het stuk van de PPR staat: dat moet zeker weer hoogbouw worden. Hij wil daarbij zeggen: dat zeker niet. Als men grote recreatiegebieden in de onmiddellijke omgeving heeft kan een bebouwing in het algemeen iets dichter zijn, dan wanneer de uitloop uit het huis direct zelf in de straat moet zijn. Dat wil dan ook weer niet zeggen, dat de mensen op elkaar worden gepakt. Er staat ergens: 24 woningen per hectare. De secretaris fluistert hem toe, dat in Rotter dam 80 woningen op een hectare staan. Hier noemt men het dan al een dichte bebouwing. De heer van der Stoel zei, dat, nu er hier geen tweede nationale luchthaven komt, dat geen verlies te vinden. Hoe de kwaliteit van het water gehandhaafd moet worden, op die vraag kan hij ook op dit moment echt geen antwoord geven. Dat het een eis moet zijn is duidelijk. De heer VAN DER STOEL zegt dat een onderdeel van die vraag was hoeveel uitgangen er nu eigenlijk zijn, want dat kon hij uit de kaart niet lezen. Wat zijn daarvan dan de moge lijkheden. Gezien het feit dat er een gemiddelde diepte van 1 a 2 meter staat. Hij moet zich dan afvragen of dat allemaal wel zal lukken. De VOORZITTER zegt dat dat ook zaken zijn die helemaal zullen moeten worden uitge zocht. Men zal toch ook in dat meer moeten kunnen komen vanuit 'het havenkanaal.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 274