13. Dat is de algemene teneur van: we moeten er nu bij zijn. Als de heer Mastenbroek dan zegt: praat nu ook eens met Roosendaal, kan hij zeggen dat dat ook gebeurt. Als Roosendaal dit stuk op tafel legt, dan moet Bergen op Zoom ook een stuk hebben. Men kan niet samen een kontakt hebben over een stuk van Roosendaal en niet zelf ook iets hebben. Dat bilaterale overleg tussen de colleges van B. W. moet uitmonden in een visie, in een ideeeen idee dat gesteund wordtnet zo goed als dat in Roosendaal is gebeurd, door de raad. Anders kan men niet praten. Dan blijft men in algemeenheden steken. Hij heeft het nu alleen over de verstedelijking. Dan kan men daar gericht over praten. De kwestie van het Zoommeer is iets wat hoofdzakelijk de gemeen te Bergen op Zoom aangaat en verder ook Halsteren en Woensdrecht. Ook als men daarover wil gaan praten moet men iets hebben. Dat moet dan niets iets zijn zo maar van een paar mensen van B. W. of van de dienst, maar iets waarvoor een raad van Bergen op Zoom, zij het in hele vage algemene trekken, toch iets voelt. Dat is dus de uitspraak die wordt gevraagd. Dat dus niet wordt gezegd: Dat nooit. Begin daar maar nooit aan. Hij kan zeggen dat bij 3 fracties althans heel duidelijk spreekt, dat dit toch eigenlijk wel heel goed is gedaan. Het college weet nu tenminste, nu er wat door de raad is aangedragen, in welke richting men nu verder moet werken. Dan komen verder natuurlijk al die inspraakprocedures nog. Voor dit soort dingen nog maar dreigen definitief te worden is men wel 2 jaar verder, dacht hij. Het is alleen in de studieperiode van de rijkscommissies dat men er nu bij moet zijn. Dat de aandacht op Bergen op Zoom gevestigd moet worden De bevolking zal nog volop gelegenheid krijgen om zich erover uit te spreken. Of men voor of tegen een groei van Bergen op Zoom is en in welke mate. Hij kan rustig toezeggen, dat dat allemaal nog zal komen. Als het met bestemmingsplannen en dergelijke momenteel al op ruime schaal wordt gedaan, zal dat zeker ook voor deze zeer belangrijke zaak gedaan worden. Hij hoopt dan alleen maar, dat dat dan in een grotere belangstelling zal staan als thans vaak het geval is. Tot de heer Dekkers kan hij zeggen, dat ook hijzelf graag nog wel eens het fijne betref fende die 10.000 woningen of die 10. 000 woningen extra wil weten. De sluis in de Oesterdam wordt natuurlijk een heel belangrijk punt. Inderdaad zal, en dat zal door de raad gestemd moeten worden, een claim op tafel worden gelegd dat de sluis in de Oesterdam tenminste de capaciteit van de Peeterssluis moet hebben, maar liefst de capaciteit van de sluis bij het Kanaal van Zuid-Beveland. Er zijn ook nog scheepvaartroutes zoals de heer van de Watering in Schuttevaer heeft geschreven, dat veel schippers, nu de oosterschelde nog open ligt en er geen Oesterdam is, de andere weg door de Eendracht nemen naar het noorden, ook al komen zij uit het kanaal, en niet de vroegere weg. Die steken nu gewoon over. Er is al een hele nieuwe sluipweg ontstaan van de scheep vaart vanaf het kanaal, dat vroeger dan door het Keten ging en dat nu door de E endracht gaat. Dat is een hele typische ontwikkeling', waar ook aandacht aan besteed moet worden. Bovendien is er de kans, dat de coasters altijd nog een maat groeien. Aan die sluis zal men dan ook als Bergen op Zoom voor de opvaart, eisen moeten stellen. Dat zal ook worden gedaan als dat gesprek met de minister er komt. De minister heeft in de Kamer gezegd dat de kwaliteit van het water en de opvaart voor Bergen op Zoom geen van beiden schade zullen lijden. Dan wil Bergen op Zoom ook wel graag weten hoe. Met de sluis die hij voorstaat, meent Bergen op Zoom dat er wel schade voor de scheepvaart zal ontstaan en over de manier waarop de kwaliteit van het water moet worden beheerst, is Bergen op Zoom niet deskundig, maar het waterschap west-brabant wel, en dat schreeuwt in ieder geval moord en brand. Men zal dan ook in detail moeten weten hoe dat allemaal zit. In de nota van de dienst gemeentewerken staat, dat men er van uitgaat, dat het Schelde- Rijnkanaal wordt afgesloten aan de oostzijde door kades, zodat althans het water van het Schelde-Rijnkanaal enzovoorts wordt afgeschermd. Dat geeft dan verder natuurlijk ook geen details over waterbeheersing. Daarvoor is bij de dienst geen specialistische deskundigheid voor aanwezig. Er wordt gezegd: er gaat nu zoveel in de oosterschelde gebeuren; er ontstaat een Zoom meer. Aan dat Zoommeer kunnen in ieder geval recreatiegebieden komen. Op een nieuwjaar is er nog eens een keer een idee'énschets voor recreatiegebieden gelan ceerd een jaar of 7 geleden, dacht hij.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 270