!i' l'ï 9 Immers, zonder nieuwe initiatieven met betrekking tot de woningbouw, kan Bergen op Zoom over enkele jaren het etiket "vol" worden opgeplakt. Natuurgebieden en de grenzen met de omliggende gemeenten drukken de stad in een geslo ten harnas, echter met één uitweg, n. 1. wat nu nog oosterschelde heet. Hij dacht - en de vorige sprekers hebben dat ook al aangeroerd - dat 2 recente beslis singen van de rijksoverheid geleid hebben tot deze nota, waarvan de basis in de brains van gemeentewerken is ontstaan. Deze 2 beslissingen zijn: de afsluiting van de ooster schelde en de eerder verschenen verstedelijkingsnota, die door een grote meerderheid van de raad is onderschreven. Om de behoefte aan ruimte te creëren, is het plan "Stad aan het Zoommeer" wellicht in versneld tempo gerijpt. Hij moet zeggen dat de visie getuigt van durf. in Maar juist op de dag dat het plan de raad bereikte las hij dagblad De Stem een weinig hoopgevend relaas van de Brabantse milieufederatie en toen begreep hij de haast waar mee de voorzitter aan de slag of wellicht anders gezegd, in de slag wil gaan. Hij citeert uit die krant met grote koppen: Bergen op Zoom geen groeistad. Als de keuze tussen Bergen op Zoom en Roosendaal gaat, moet Bergen op Zoom zeker niet gekozen worden als west-brabantse groeistad. Dat vindt de stichting brabantse milieufederatie, kortweg genoemd: BMF, blijkens een brief over de verstedelijkingsnota aan de raad van advies voor de ruimtelijke ordening. (RARO). Citaat uit die brief: Indien een versterkte groei in west-brabant ergens gelokaliseerd moet worden, dan komt het gebied tussen Roosendaal en Etten-Leur als eerste in aan merking, zelfs eerder dan Breda. Onze voorkeur- nog steeds volgens die brief- berust op de waardering van de landschappelijke kwaliteiten van de beide lokaties. Het kwam bij hem over, dat men met een beetje onbehaaglijk gevoel gaat nadenken en dan komt de vraag naar voren: heeft het college met betrekking tot de verstedelijkingsnota reeds contact gehad met het college uit Roosendaal, afgezien dan van het bruine boekje wat de voorzitter aan het begin toonde. Is het Bergen op Zoom ernst, mede gezien de bijgevoegde uitvoerige toelichting, dan is het zaak, dacht hij, de schouders, alle schouders onder dit plan te zetten. Natuurlijk roept een dergelijke voorstudie alom vragen op, vragen die nu nauwelijks reëel beantwoord kunnen worden. Toch wil hij graag, indien mogelijk worden gerustgesteld over enkele klemmende, knel lende vragen, a. Is dit voor Bergen op Zoom een haalbaar plan. Daarmee bedoelt hij dan, of Bergen op Zoom kan rekenen op steun van de overheid, ook rekening houdend met de teleurstellingen die Bergen op Zoom in het recente verleden heeft moeten slikken. Ook de norm van het aantal inwoners, hetgeen de heer van der Stoel al heeft aangeroerd. b. Valt de gedachte uitbreiding binnen de gemeentegrenzen en aansluitend daarop de vraag, of de gemeente veel gronden van derden dient te verwerven. c. Komen er waarborgen dat het water in het Zoommeer op kwalitatief peil blijft en in dit verband mag hij wijzen op de schriftelijke vragen die zijn fractievoorzitter over het hele oosterscheldeplan heeft gesteld. d. Is woningbouw met de nodige variatie op deze eilanden constructief mogelijk. Uiteraard is het punt werkgelegenheid en wat is nu extra of niet al uitvoerig aan de orde geweest. Van hem nog een persoonlijke suggestie. Wellicht - dat weet hij niet - verdient het plan een lokatie voor het realiseren van een nieuw woonwagenkamp, want daar zit men ook nog mee. Tot slot wil hij zeggen, dat het plan een hele ommekeer kan geven. Het bekende Jubelstadje aan de Schelde zal geschiedenis worden. Maar het is bekend: Regeren is vooruitzien. Hij dacht dat men dat hier wilde nastreven. De heer BROOS zegt, dat men hier vanavond bij elkaar is om over een belangrijk stuk, of althans over wat een belangrijk, stuk kan worden, van gedachten te wisselen. Hij wil er dan op de eerste plaats zijn teleurstelling over uitspreken, dat de beide wet houders die de esthetische contouren van een eventuele uitbreiding voor een groot deel bepalen, vanavond niet aanwezig zijn. Ondanks dat hij hen van harte hun vakantie gunt. Het stuk is van de andere kant zó belangrijk, dat ze hierbij gewoon aanwezig hadden moe ten zijn, cfecht hij. Vandaar ook dat hij het tijdstip van behandeling in deze raad ook niet juist vindt. Van de andere kant heeft hij bemerkt dat het inwoner equivalent vaak de kern vormt van welzijn en welzijnszorg van de inwoners. Het is voor hem helemaal geen vraag of dat wel zo is. Als de inwoners niet zullen toe nemen, krijgt men dan hier minder licht, minder gas, minder water of andere zaken. i. ïj.i i:

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 266