7 Het weinige natuurschoon wat er hier nog is zal wat dat betreft zoveel mogelijk onaange tast gelaten moeten worden, dacht hij. Dat is voor zijn fractie een erg belangrijk uitgangspunt. Ook van de hele nota. In een gecombineerde commissievergadering van enkele maanden geleden heeft hij de^ aandacht gevraagd voor de insteekhaven op de Princesseplaat. Ook in het kader van die hele woon-werkbalans, ook in het kader van de hele planologische indeling van. een derge lijk belangrijk gebied acht hij het zinvol, dat een denken over en een werken aan een insteekhaven op de Princesseplaat dus daar niet alleen industrie maar ook de haven met wat daaraan vastzit, in de verdere discussie en dus niet alleen in de discussie van vanavond, zal worden meegenomen. Hij acht het zeker voor de werkgelegenheid van belang, dat daar grote mogelijkheden zijn als dat in de discussie wordt meegenomen. Wat de Princesseplaat verder betreft, en de inrichting daarvan, dacht hij dat er ook mo gelijkheden zijn om, als een gebied wat vlak aan het huidige Noordland eigenlijk ligt, en men daar woningen gaat ontwerpen, dat het mogelijk zou zijn om om dac woongebied zowel op het Noordland als op de Princesseplaat een gordel van kleine milieu-vriende lijke industrieën te plannen en de andere industriëen wat verder van het woongebied te plannen. De Princesseplaat zou daar z. i. erg goede diensten kunnen bewijzen. Een heel belangrijk punt is ook dat, als de Princesseplaat niet alleen wat betreft indus trieën maar ook wat betreft havenfaciliteiten zou kunnen worden ingepland in dit hele plan, het wel eens zo zou kunnen zijn, dat Bergen op Zoom niet alleen Stad aan het Zoommeer is, maar dat het ook een Stad aan het Schelde-Rijnkanaal wordt. Daar zijn, dacht hij, wat dat betreft, ook voor de werkgelegenheid grote mogelijkheden. De heer VAN DER STOEL zegt dat vanavond al meer is gezegd, dat Bergen op Zoom de laatste tijd zo'n 5 600 woningen bouwt per jaar. De heer Mastenbroek maakte al een rekensommetje, dus dan kan hij nu wel achterwege laten. Dat aantal woningen, waar men dan met zo'n telling op uitkomt, is duidelijk meer dan de autonome, de natuurlijke groei. Het is dan wel mede in het kader van de sub-urbanisa tie geweest, dat men hierop is ingegaan, maar het zou toch een erge ruime groei bete kenen als men hiermee doorging, dacht hij. Daar kan men dan direct aan vastknopen, dat daar helemaal geen ruimte voor is. Dan zou de natuur moeten worden aangetast. Wat dat betreft kan men dan zeggen; ga dan maar het water in, In dat kader gezien, is dit plan dan ook een uitstekende gedachten- gang. Om wat concreter te zijn, wil hij graag van het college weten of men er ai zover mee is of men weet over hoe lange tijd die 10. 000 woningen uitgesmeerd zouden moeten worden. Hij wil daar n.l. bij aantekenen, dat 40.000 mensen, een getal wat genoemd is aan nieuwe inwoners, een verdubbeling dus, hem toch wel wat te ver gaat. De VVD heeft in het verkiezingsprogramma als enige partij in Bergen op Zoom. een streefgetal genoemd waarvan men vond dat het die richting heen moet gaan en dat streef getal werd toen gesteld op 60 65,000 inwoners. Dat is natuurlijk geen heilig getal maar men vond het wel een getal waarbij nog een even wichtige ontwikkeling werd verkregen in vergelijking met de huidige toestand. Het komt er dus op neer dat hij 40. 000 inwoners, waarbij hij zich dan afvraagt hoelang de termijn daarvoor moet zijn, als dat erg snel zou gaan een wat overspannen gedachte vindt. Dan gaan de argumenten die in de nota worden genoemd - en dat is hij met de heer Mastenbroek eens - om te groeien absoluut niet meer op. Er is al eerder opgemerkt en hij wil dat herhalen, dat het Markiezenhof is opgevoerd als groot voorbeeld, en daarbij is dan voor het gemak maar gesteld, dat talrijke culturele, en sociaal-economische voorzieningen eisen dat er daar maar een heleboel nieuwe inwo ners voor moeten bijkomen. Het kan best zijn dat er nu voorzieningen zijn waarvoor wat te weinig inwoners zijn, zo kan men dat ook stellen, maar als er 40. 000 mensen bij gaan komen dan is het vol komen duidelijk dat het huidige centrum te klein is en dat daarnaast het karakter van de stad wordt aangetast in een mate die hij niet wenst. Er is ook al eerder geconstateerd, dat het plan stoelt op 2 pijlers. De afsluiting van de Oosterschelde en de verstedelijkingsnota. Dan komt hij eigenlijk aan een soort ham-vraag. Hij is zich bewust wat de voorzitter in diens inleiding heeft gezegd, dat het allemaal nog niet is uitgespit, maar waarschijnlijk is er toch wel een richting aan te geven waarin het college denkt., Er moet toch vanavond maar over worden gepraat. De vraag luidt dan: Hoeveel nieuwe inwoners zijn er eigen lijk nodig om welk deel van de plannen die nu voorliggen exploitabel te maken.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 264