Bergen op Zoom, 28 juni 1976. De voorzitter van de raad der gemeente Bergen op Zoom roept de leden op in openbare vergadering, te houden ten stadhuize op VRIJDAu 2 juli 1976, des namiddags om 20.00 uur precies. De voorzitter, Drs. L.J.M. van de Laar. A G E TT D A s Gedachtewisseling over verdere groei van Bergen op Zoom en over de eisen, welke Bergen op Zoom redelijkerwijs moet stellen ten aanzien van de inrichting van het Zoommeer. (Een notitie over wenselijkheid van beperkte verdere groei van Bergen op Zoom in het licht van de Verstedelijkingsnota alsook een ideeenschets Stad aan het Zoommeer" hebben wij u aan het begin van de raadsvergadering van 25 juni jl. ter hand gesteld.) Daar staat dan tegenover een vermoedelijk voordeel bij de centrale verwarming van 12.000. Dat is van hem dan de hoogste inschrijving van de verschillende vormen van de inschrijving. Er zijn n.l. 4 verschillende inschrijvingen geweest, met en zonder risicoverrekening en dat dan ook nog een keer met of zonder leerlingbouwplaats. Dat laatste is dus met leerlingen die pas van school komen en dat die daar ingeschakeld /is kunnen worden/feitelijk min of meer een voorwaarde van de DACW. Als er niet voldoende leerlingen beschikbaar zijn wordt dit een verrekening en wordt het goedkoper. B. W» heeft naar zijn mening geen machtiging om dit te gunnen en daarom is de vraag aan de raad nu, om met dit bedrag van in totaal 341.000. - exclusief B.T.W. akkoord Éft gaan, dit zonder risicoverrekening en als leerlingenbouwplaats. De heer VAN KAAM weet niet of hij de wethouder goed heeft verstaan, maar hij sprak over de hoogste inschrijver. De heer ARNOYS zegt dat er 5 aannemers hebben ingeschreven en dat elke aannemer^ 4 inschrijvingen heeft gedaan. Een prijs zonder risicoverrekening, een prijs met risico verrekening, met leerlingenbouwplaats zonder risicoverrekening en met leerlingenbouw plaats met risicoverrekening. Dit door hem genoemde bedrag van de firma de Kok is dan het hoogste bedrag van die 4. Hij is dus wel de laagste van de 5 inschrijvers. De heer VAN KAAM heeft nog een 2e vraag. De wethouder zei van die 16.000. - over schrijding, dat dit was exclusief BTW, althans hij sprak over het totaalbedrag ook over exclusief BTW. Hij moet dan vaststellen, dat de overschrijding dan ongeveer wel 20. 000. - zal zijn. De VOORZITTER zegt, dat de heer van Kaam goed gerekend heeft. De heer VAN KAAM zegt, dat net wordt gedaan of de overschrijding 16. 000.- is, maar in feite is het ongeveer 20.000.--. De heer ARNOYS zegt, dat dit het maximale is. Als de aannemer niet over voldoende leer lingen kan beschikken wordt het bedrag lager. Dan wordt er verrekend. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. jjciimaiuiadii vo aiincihij uvoi swinjui ue ucgruuug vau uc uiciiöt met j j.u. uuu.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 257