44 De heer BROOS zegt, dat dan duidelijk wordt, dat de wethouder die grond niet direct zelf heeft aangeboden. Dat is dan in duidelijke tegenspraak met een krantenartikel. De heer VAN HEIJST zegt dat er ook een angst wordt uitgesproken voor precedent-werking. Als dit doorgaat aan Plein 13, is er voor iets anders geen enkele plaats meer over, dus daar hoeft men niet bang voor te zijn. Hoogstens zullen er nog wat kleinschalige kan toortjes kunnen komen. De heer MASTENBROEK zegt: en kleinschalige winkeltjes? Nee, zegt de heer VAN HEIJST. Dat kan men met bestemmingsbepalingen voorkomen. De heer MASTENBROEK zegt: waarom dan die winkeltjes voorkomen en dit niet. De heer VAN HEIJST zegt dat de raad heus niet hoeft te verwachten dat daar onderhande lingen over zullen beginnen. De heer MASTENBROEK vraagt: en waarom dan wel hierover. De heer VAN HEIJST zegt: omdat men dit als enig alternatief ziet. Er is echt geen ander alternatief voorhanden op dit moment. Volgens hem is dat gewoon gezwam in de ruimte. Dat zegt hij gerust. De heer VAN KEMENADE zegt, dat dit niet is onderzocht. De heer VAN HEIJST zegt te geloven, dat het college in meerderheid best bereid is oei met de ondernemer en ook intern tot overleg te komen over een juiste omschrijving van de te stellen voorwaarden voor een woning-inrichtingsbedrijf. De door de heer Dekkers genoemde voorwaarden zal het college ook best willen realiseren. Hij persoonlijk heeft de indruk, - en dat heeft hij juist al toegelicht - dat de ondernemer daarmee akkoord zal gaan. De heer H'dRTEL zegt van de heer Dekkers een verwijt te hebben gekregen, dat er niet is ingegaan op de franje - zoals hij dat heeft genoemd - hetgeen dan nu terecht is gebeurd door de wethouder grondzaken Hij vroeg ook, of er met de commissie voor de midden stand geen overleg is gepleegd. Hij kan zeggen dat dat er wel is geweest maar hij moet daar eerlijkheidshalve bijzeggen, in een vrij laat stadium. De heer Dekkers meende dat, als spreker zegt dat het op Plein 13 5 jaar zal gaan duren, voor er iets gerealiseerd kan worden, dat ook aan de Lindebaan het geval zal zijn. Hij dacht van niet, want daar zal men met weinig bezwaren kunnen rekenen. De heer VAN HEIJST zegt, dat er daar nog wel een heel bedrijf uitgekocht moet worden. Dat zal ook geen flauwekul zijn. De heer HaRTEL zegt, dat er bezwaren zullen komen tegen de plannen op de Zwarteweg en die zal men op de Lindebaan niet ondervinden. De heer Mastenbroek zei dat de vrije ondernemer in een planologisch vakje zit. Dat is inderdaad zo. Men tracht verdere verwinkeling, en zeker naar de oostzijde, te voorko men. Dat is een uitgangspunt van het college-beleid en daarom is deze 1J dan ook totaal in tegenspraak met dat beleid. Overigens zit de ondernemer niet alleen in dat planologisch vakje, maar in vele vakjes net zo goed als iedereen m vele vakjes zit. De heer Mastenbroek vroeg of de visie van het college is veranderd. Wat hem betreft zeker niet. Hij kan achter de motie van mevrouw Vlug staan. Hij vindt het jammer dat er instaat het voorstel tot verkoop aan te houden. Hij zou dat liever gewijzigd zien in: verwerpen. De heer Broos zei, wat er in de KaaBee komt weet ik niet. Spreker weet dat ook niet. Er komt in ieder geval wel een behoorlijke hoeveelheid vloeroppervlak bij. Terwijl het CNK-rapport juist pleit voor geen uitbreiding van het vloeroppervlak. Als immers de KaaBee deze zaak verlaat, komt daar èn aan de Vierwinden vloeropper vlak vrij die anders - althans zeker in de Bosstraat - niet vrij zou komen als men er in zou slagen om daar een alternatief te vinden. De heer BROOS zou graag weten of een zo essenti'éel punt niet door een collega-wethou der van het dagelijks bestuur ook mag worden geweten. Hij dacht dat dit toch wel behoorlijk van invloed kon zijn op een mening. De VOORZITTER zegt, dat dit er maar aan ligt onder welke omstandigheden de wethouder dat heeft gehoord. Hij heeft al gezegd geen vrijheid te hebben dat bekend te maken. De heer BROOS zegt, dat de wethouder wel zou kunnen vragen of hij het aan zijn collegae mee zou mogen delen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 245