I
'A:.
39
De heer VAN KEMENADE zegt, dat de heer Nijpels het nog niet schijnt te begrijpen.
Hij vindt dat bijzonder jammer. De minderheidsnota wil juist een onderzoek naar alter
natieven.
De heer NIJPELS meent, dat de heer van Kemenade het over alternatieven had, en hij
zou hem willen vragen deze dan toch in vredesnaam te willen opnoemen, zodat de raad
die ook kan horen en kan weten of en hoe en wat. Anders wordt er zo maar wat in de
ruimte gesproken en daar heeft hij een hekel aan.
De heer VAN KEMENADE zegt dat de heer van Heijst opmerkte, dat ondernemers zich
niet in een planologisch vakje laten zetten. De heer van Heijst moet hem dat dan maar
niet kwalijk nemen, maar hij vindt dat gewoon onzin. Hij werkt bij een bijzonder groot
bedrijf, een international, maar zelfs die grote internationals moeten zich in planolo
gische vakjes laten stoppen als zij bedrijven willen vestigen, bedrijven willen uitbreiden,
als zij bepaalde dingen die schade aan het milieu kunnen berokkenen willen doen.
Daar valt in deze moderne maatschappij niet aan te ontkomen.
De heer VAN HEIJST zegt, dat daarom Shell naar Moerdijk komt zeker.
De heer VAN KEMENADE zegt, dat de meerderheid van het college kennelijk voorbij gaat
aan afspraken die zij zelf in 1974 gemaakt hebben. Dat vindt hij toch wel een heilloze
zaak.
Hij heeft nog een vraag. De heer van Heijst zei dat inderdaad naar het slachthuis gevraagd
is.Dat kwam echter helemaal niet in aanmerking. Dat mag blijven staan tot het jaar 2000.
Hij wil graag weten of dat op dat moment de mening was van het college of van de heer
van Heijst persoonlijk. De heer van Heijst, de CDA-fractie en ook de heer Nijpels zeiden
dat er maar lichtvaardig over alternatieven wordt gesproken. De hele minderheidsnota
bedoelt juist om nu eindelijk alternatieven eens serieus te gaan onderzoeken. Hij krijgt
sterk de indruk dat die alternatieven door collegeleden lichtvaardig worden beoordeeld
omdat ze niet behoorlijk zijn onderzocht.
De heer Dekkers zei dat er eerst een beter overleg met de middenstand had moeten plaats
vinden. Hij kan zeggen dat hij de laatste 2 maanden vrijwel constant overleg heeft gehad
met de middenstand en als dat vooraf door het college ook was gedaan was dit hele voor
stel nu niet op tafel gekomen. Daarvan is hij overtuigd.
De heer NIJPELS vraagt, of de heer van Kemenade ook een onderhoud heeft gehad met de
middenstanders van het Piusplein.
Mevrouw VLUG zegt, dat er straks al even over een derde termijn gesproken is. Zij wil
daarom graag niemand in het ongewisse laten en zeggen dat haar fractie aan het slot met
een motie wil komen die in stemming zal worden gebracht.
De tekst daarvan luidt: - de motie is ondertekend door de heren Mastenbroek en van
Kemenade en door haarzelf -
"De raad der gemeente Bergen op Zoom, in vergadering bijeen op 25 juni 1976,
gelet op de beleidsvisie neergelegd in de bestemmingsplannen Parade, Stationsstraat en
omstreken,
gelet op het beleid inzake de ontwikkeling van de binnenstad, en het westelijk stadsdeel,
gelet op het programma van het college van B. W. voor de periode 1974-1978,
gelet op het met dit beleid in strijd zijn van het voorstel tot verkoop van grond aan de
Jacob Obrechtlaan,
BESLUIT het voorstel tot verkoop van grond aan de Jacob Obrechtlaan aan te houden
en het college van B. W. opdracht te geven een oplossing te zoeken waarbij voor een
uitbreiding nabij de huidige vestiging van KaaBee aan de Bosstraat en aan de Lindebaan
maximale medewerking wordt toegezegd en verleend, zodat door de eigenaar geen tijd
verlies geleden behoeft te worden.
Zij meent, dat dit nu verder nog in de discussie betrokken zal kunnen worden.
De heer NIJPELS wil vragen hoe het moet als de heer van Tilburg daar nu niet wil zitten.
Dan is deze motie toch waardeloos, dacht hij.
Mevrouw VLUG zegt, dat de heer Nijpels alles schijnt te weten.
De heer BROOS wil toch wel even terugkomen op het feit, dat de heer van Heijst zoals ge
bruikelijk op leraarachtige wijze iemand probeert voor leugenaar neer te zetten.
Hij wil herhalen, en wel exact, wat hij heeft gezegd en hij is blij - en de heer Dekkers
heeft het ook al gezegd - dat er dus verschillen van mening zijn ontstaan door hetzelfde
kanaal qua informatie, de heer Mastenbroek heeft al gezegd dat men een bepaald woord
niet uit de kontekst van een zin moet halen - door één woordje op een andere plaats te
zetten, krijgt men soms een hele andere betekenis.