gedragen waaruit blijkt, dat het college tot nu toe overtuigd was, dat bij vestigingen steeds verder naar het oosten, het kern-winkelapparaat hevig werd aangetast. Dat de ondernemers op de Bosstraat gekrenkt zouden zijn doordat spreker een te gïöte invloed aan KaaBee in de Bosstraat naar voren bracht, daarvan is hem niets bekend. Hij dacht ook niet dat dat zo was. Hij heeft wel eens het tegendeel gehoord. De Bosstraat is n.l. in het winkelapparaat hier een moeilijke straat. Een straat die het vrij zwaar te verduren heeft en die een dergelijk vertrek natuurlijk liever niet ziet. Ook al zou er een andere zaak komen. De heer Franken kwam tot de conclusie dat er geen aanvaardbare alternatieven aanwezig zouden zijn. Dat vindt spreker een voorbarige conclusie. Daar is niet voldoende op ge studeerd. De heer van den Bulck schaarde zich achter de woorden van de heer Mastenbroek en van de heer van Kemenade. Terecht is hij bang, dat er precedenten geschapen worden. Men moet niet denken dat, als men dit eenmalig toestaat, dat er dan geen anderen zullen komen. Men zal altijd kunnen zeggen: Hij mocht het toch ook. Waarom mag ik daar dan met mijn zaak niet gaan zitten. Die angst van die precedentwerking van de heer van den Bulck wordt dan ook volkomen door hem gedeeld. De raad onder druk zetten door de heer van Tilburg, doordat hij uit Bergen op Zoom zou vertrekken, dat is iets wat spreker nog niet zo ziet zitten. Hij heeft een keer een kop gelezen in het Brabants Nieuwsblad van: KaaBee overweegt uit Bergen te vertrekken. Hij kan zich voorstellen, dat die man daar als het ware een schot voor de boeg mee heeft willen geven. Hij heeft ook nog een stukje uit het Dagblad De Stem van 12 juni j.l. en de laatste zin van dat stukje luidt: mocht de heer van Tilburg geen toestemming krij gen, dan zal hij uitzien naar een andere ^schikte plaats in Bergen op Zoom. De heer VAN DEN BULCK zegt, dat er ook een uitspraak is van wethouder van Heijst dat het volgende maand wel eens te laat zou kunnen zijn. Dat kan de heer NIJPELS alleen maar onderstrepen. Hij kan verder mededelen, dat de mogelijkheid bestaat, dat hij werkelijk uit de stad gaat en dat is dan geen middel om de raad onder druk te zetten want daar trekt hij zich niets van aan. Hij wil alleen verzeke ren, dat die mogelijkheid inderdaad bestaat. De heer HaRTEL vervolgt en zegt dat de heer Broos zei dat spreker gezegd heeft het niet in de politieke sfeer te willen trekken. Hij heeft inderdaad een beroep gedaan op de commissie ruimtelijke ordening om deze zaak niet in de politieke sfeer te trekken Hij krijgt echter wel de indruk, dat de zaak nu wel in die politieke sfeer getrokken wordt. Hij wil verder zeggen, dat de gemaakte onkosten natuurlijk nooit bij de gemeente ge claimd kunnen worden door de heer van Tilburg, want er wordt altijd verondersteld, of bijgezegd: mits de raad het goedkeurt. Daar hoeft de raad dus niet bang voor te zijn. Er is net al gezegd wie bij de vergadering van Stadsherstel aanwezig waren. Hijzelf was daar dus wel. Hij moet zeggen, dat ongeveer 9/10 gedeelte - misschien mag het ook 8/l0 deel zijn - over zakelijke dingen niet KaaBee betreffende is gesproken. Het was dus toch wel jammer, dat de heer van Heijst daar toen niet aanwezig was. Hij wil nogmaals zeggen volkomen achter de ondernemingsgeest van de heer van Tilburg te kunnen staan en hij is bereid om zijn uiterste best te doen om een goede oplossing mee te helpen vinden. Dat hij te weinig tolerant zou zijn ten opzichte van een zelfstandige ondernemer moet hij ver wegwerpen, want waarom wil hij deze 'zaak graag daar houden, juist om die zelfstandige ondernemers die in die buurt zitten, die in het centrum zitten, mee te laten profiteren van de aantrekkingskracht van KaaBee. De heer HEIJNEN wil vragen of die ondernemers daar dan niet bekwaam genoeg zijn om zich zelf te redden. Dan kunnen ze er ook wel mee stoppen, dacht hij. De wethouder zal het toch ook niet nemen als ze hem naar de Vlierstraat zouden sturen. De heer HaRTEL snapt het niet helemaal maar hij neemt aan, dat de heer Heijnen zich wel zelfstandig kan redden. De heer van Heijst zei verder, dat het bedrijf al eens heeft gezocht naar ruimte in het complex van Asselbergs aan de Lindebaan, gezocht naar schaalvergroting. Dat is inder daad waar. Op dat moment echter was er nog geen zinnig woord te zeggen over de Linde- baan. Hij zegt, dat het verwijzen naar de Lindebaan strookt met sprekers opvattingen: - overigens niet de zijne - - maar van velen - geen winkels aan de Lindebaan. Iedereen weet dan wel, dat het hier gaat over nieuwe zaken, maar een zaak die zich wil uitbreiden zal ook, naar hij aanneemt, van de projectgroep en binnen de mogelijkheden van de dis-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 236