34 Hij dacht dat ook in zijn nota voldoende duidelijk te hebben gemaakt. Wat hem opviel was, dat de heer Dekkers niet ingaat op de nota maar allerlei franje-ver schijnselen zoals bepalingen - die natuurlijk ook wel belangrijk zijn - erbij haalt en zo eigenlijk een rook-gordijn legt rondom deze nota. Hij had eigenlijk ook niet anders verwacht. Hij schermt met wat duistere voorbeelden, b. v. van Oosterhout, die hem onbekend zijn. Hij zou daar toch wel iets meer van willen weten. Hij wil de heer Dekkers toch in eerste instantie antwoorden, dat het gaat om de plaats van KaaBee en al het andere er omheen is niet, lang niet zo essenti'éel. Momenteel gaat het om de plaats. De heer Mastenbroek ging wel op de nota in. Spreker is het met diens woorden eens. Hij vroeg of in het college over alternatieven is gesproken. Hij moet zeggen dezelfde alter natieven naar voren te hebben gebracht die in de commissie ruimtelijke ordening ook naar voren gebracht werden. Hij wil niet zeggen dat daar een diepgaande studie aan gewijd is. Dat zeer zeker niet. Dat alternatief is echter vrij snel van de tafel geveegd. Anders was hij ook niet met een minderheidsnota gekomen. De heer van Kemenade vroeg om toch alsjeblieft geen tijd te gaan verliezen door deze zaak door te drijven. Dat zal beslist tot gevolg hebben, dat de eerste 5 jaar daar niet op Plein 13 gebouwd zal kunnen worden. Wat is er n.l. aan de hand. Er was in ontwerp - niet een plan - woningbouw gepland en nu komt dit daarvoor in de plaats. Die zaak moet naar de PPC. Daarin zit de rijksconsulent voor het midden- en kleinbedrijf die er het nodige van zal zeggen, die de nodige opmerkingen zal hebben. Artikel 19 zal moeten worden toegepast, wil men snel kunnen handelen. Dat betekent dan dat er bezwaren zullen komen. Dan gaat de zaak naar GS met de bezwaren erbij. Dat wordt door het college verzonden. GS geeft als regel geen toestemming tot toepassing van artikel 19 als er bezwa ren zijn, en toch zeker als er gegronde bezwaren zijn. Dan zegt GS: maken jullie eerst maar eens een plan. Van een plan duurt de procedure zo ongeveer een jaar of 2. Daarbij zijn er 3 momenten waarop men bezwaren kan maken. Ten eerste voordat het door de raad wordt goedgekeurd. Ten tweede voordat het door GS wordt goedgekeurd. Ten derde voor de Kroon kunnen bezwaren worden gemaakt. Zo komt hij dan aan een termijn van ruw-weg 5 jaar. Hij is het volkomen met de heer van Kemenade eens, als deze zegt dat de grondverkoop een belangrijk planologisch instrument is en het is geen schande om daarvan gebruik te maken, als gemeente. Het is n.l. een van de weinige middelen die een gemeente bezit om een actief planologisch beleid te kunnen voeren. De heer Franken zei, dat zijn fractie na een zorgvuldige bestudering van de minderheids nota en van alle verdere andere argumenten, voor de grondverkoop zal stemmen. Hij schermt dan met arbeidsplaatsen die bij deze uitbreiding ook verruimd zouden worden. Hij verzwijgt daarbij dan wel, dat het niet onmogelijk is, en zelfs vrijwel zeker is, dat door deze grandioze verstoring van het evenwicht er natuurlijk elders in het kern-winkel apparaat arbeidsplaatsen verloren zullen gaan. Hij zag de uitbreiding ter plaatse niet zo zitten. Spreker dacht, dat daar onvoldoende op gestudeerd was tot op heden, of die uit breidingsmogelijkheden ter plaatse aanwezig zouden zijn. Hij dacht, dat ze wel aanwezig zijn, zo op het eerste gezicht, maar dat zou nog verder onderzocht moeten worden. Dat vraagt hij ook aan het eind van zijn nota. Gf de raad dus daarin mee kan gaan. De heer Franken vroeg ook nog, waarom spreker niet met de heer van Tilburg heeft ge sproken. Hij kan dan gelukkig even terugvallen op de woorden van de voorzitter die zei, dat wethouder van Heijst voortdurend gesproken heeft met de heer van Tilburg. Hij is wel de afgelopen maandag benaderd door de architect van de heer van Tilburg, of er een gesprek met hem plaats kon vinden. Hij heeft geantwoord, dat hij dat eerst aan B. W. zou vragen in deze precaire situatie. Hij dacht tenminste niet, dat de wethouders nu afzonderlijk konden gaan praten met zo iemand. Dat zou de moeilijkheden alleen maar vergroten. Hij heeft nu echter toestemming gekregen van B. W. Hij zou dan echter wel graag hebben dat de heer van Heijst ook bij die bespreking was. Hij moet overigens wel zeggen, dat in heel veel zaken een goede samenwerking bestaat tussen wethouder van Heijst en hemzelf. Dat wil hij even vooropstellen. Gisteravond hebben zij samen nog een hoorzitting gehad waar ook over én grondzaken én ruimtelijke ordening-zaken werd gesproken en hij kan zeggen - en dat zal de heer van Heijst ook moeten beamen - dat die samenwerking dan uitstekend is. De heer Franken ging overigens nog wel een klein beetje op de nota in toen hij zei: een plaats aan de periferie. Hij zou daaraan willen toevoegen, dat dit dan wel aan de periferie van het centrum van de stad is, die plaats en niet aan de periferie van de gemeente. /"dat h" brengt die voorgestelde planologie toch niet op de helling, althans dat probeert de heer Franken te ontkennen. Spreker dacht- in zijn nota genoeg beleidsvoornemens had aan-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 235