27 De plaatselijke overheid dient dit bedrijf alle steun en faciliteiten te verlenen, zodanig, dat dit bedrijf zich maximaal kan ontplooien. De vestigingsplaats voor dit bedrijf echter dient zodanig te worden gekozen, dat andere bedrijven niet in hun ontplooiing worden gehinderd. Het is daarom dat hij de minderheids nota van wethouder HSrtel steunt. De politieke aspecten. Helaas heeft hij uit de pers moeten vernemen, dat bepaalde men sen het college ervan verdenken dat politieke achtergronden een belangrijke rol zouden spelen, in het geschil tussen 2 college-leden. Er werd zelfs gesproken over een vieze zssk Echter zowel in de vergadering van de commissie van grondzaken, waar dit punt aan de orde was, als in de commissie ruimtelijke ordening heeft hij van de betrokken wethouders alleen maar kunnen vernemen, dat het hier een zuiver zakelijk verschil van mening betrett over beleidszaken. Een verschil in visie dus. Zeker geen spelletjes. Zijn fractie wil dat ook graag zo houden want KaaBee en Bergen op Zoom zijn alleen ge diend met constructief discussiëren over een zo belangrijke zaak. De opstelling van het college. In de commissie grondzaken heeft hij gezegd: Op dit mo ment ben ik niet jaloers op de wethouder grondzaken, maar zeker ook niet jaloers op de positie van de wethouder van ruimtelijke ordening. Immers, de wethouder grondzaken heeft zoals hijzelf herhaaldelijk heeft betoogd, een winkeltje en zijn waar - dus de grond - moet aan de man worden gebracht. Nu komt bij deze transactie de wethoudei ruimtelijke ordening en die zegt dan via een uitstekend onderbouwde minderheidsnota: Grond verkopen is best, maar dit voorstel klopt niet met mijn planologie, en wat nog zwaarder weegt, niet met hetgeen het college aan het begin van zijn 4-jaren periode heeft afgesproken. Hij zei het al eerder: een moeilijke zaak, maar alle argumenten afwegend, onderschrijft zijn fractie toch de minderheidsnota van de heer Hart el. De kansen voor KaaBee en de overige middenstand. In zijn ogen zijn KaaBee en de overige middenstand voor een deel van elkaar afhankelijk. Immers, KaaBee heefc er baat bij, als veel mensen uit de regio en zelfs daarbuiten naar bergse winkels komen, terwijl de middenstand er baat bij heeft als veel mensen van buiten de stad naar meubels komen kijken, bij KaaBee. KaaBee is niet meer uit deze stad weg te denken en dit bedrijf zal dan ook alle steun gegeven moeten worden die het nodig heeft in het streven tot schaal vergroting te kunnen komen. Echter op een plaats in de stad, waar niet, zoals in de min derheidsnota wordt aangehaald, het planologisch evenwicht verstoord wordt. Het verstoren van dat planologisch evenwicht kan, zoals uit de minderheidsnota maar ook uit brieven van de Kamer van Koophandel en de Rijksconsulent voor de detailhandel te lezen valt, ernstige gevolgen hebben voor het kern-winkelapparaat in de oude stad. Dat is voor zijn fractie on-acceptabel. Het moet mogelijk zijn om, zoals de minderheidsnota duidelijk suggereert, het college te laten zoeken naar een oplossing in de omgeving van Bosstraat-Lindebaan, en wel zodanig, dat voor de eigenaar geen tijd verloren behoeft te gaan. Beleid en geloofwaardigheid. In 1974 is van dit college een gezamenlijk beleidsvoornemen verschenen, waar men de komende 4 jaren mee zou gaan werken. A Dit beleidsplan getuigde van een visie van het college en met name op het gebied van de ruimtelijke ordening zijn er een aantal zaken keihard in deze nota vastgelegd. Voor zover hij zich herinnert, heeft vrijwel de voltallige raad - alleen naar hij meent mevrouw Stroecken distanci'éerde zich - dit beleidsplan onderschreven. Volkomen terecht verwij st wethouder Hartel in de minderheidsnota naar dit beleiasplan. Volkomen terecht verwijst hij naar de daaruit voortvloeiende bestemmingsplannen. Naar de mening van zijn fractie zou het een slechte en heilloze zaak zijn, als nu van dit beleidsplan zou worden afgeweken. Naar zijn mening zouden college en raad ongeloof waardig en onbetrouwbaar bij de bevolking over komen. Betrouwbaarheid weegt voor zijn fractie°erg zwaar en is opnieuw een argument, om de minderheidsnota te onderschrijven. Dan het belang van grondtransacties als instrument. Het is de wethouder van grondzaken die bij herhaling wijst op het belang van de portefeuille van grondzaken en op de zwaarte daarvan. Naar zijn mening is dat volkomen terecht. In de Staten Generaal spreekt men zelfs van ghondpolitiek als een aparte materie. Grond is een instrument in handen van de plaatselijke overheid waarmee op het gebied van planologie goede zaken, maar ook hele slechte zaken tot stand kunnen worden gebracht. Als men als gemeente de grond eenmaal heeft verkocht, kan de koper er mee doen wat hij wil binnen bepaalde grenzen - zoals bestemmingsplannen -, bouwverordeningen - en regeltjes in het koopkontrakt -. Dat dergelijke kontrakten nooit volkomen waterdicht zijn is gebleken bij het "Groothandelscentrum", waar ondanks het feit, dat door collegeleden bii herhaling bij St. Olof en anderen de indruk is gewekt of misschien beter gezegd, de verzekering is gegeven, dat hier geen detailhandel mogelijk zou zijn, nu toch een schoenen-detailhandel gekomen. Wil het college op Plein 13 dergelijke onvoorziene

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 228