21 De heer NÏJPELS wil vanavond ook nog graag een beslissing over de DC. De VOORZITTER zegt, dat hij direct achter elkaar alle punten gaat opnemen in een een voudige stemming bij handopsteken, zodat B. W. weten hoe een definitief reglement moet worden samengesteld. De heer BROOS wil ook graag stemming over punt 2 van bladzijde 11. De VOORZITTER zegt, dat ook dat ongetwijfeld in orde zal komen. De heer DEKKERS heeft geen verdere behoefte aan een uitgebreide discussie en hij zou graag zien, dat de voorzitter dan maar tot die stemming bij handopsteken overgaat. Dat zal de enigste manier zijn om er snel doorheen te komen. De heer VAN KAAM wil toch nog even terugkomen op de bijstands-commissie. Als men de geschiedenis eens nagaat, ziet men, dat waar inhet verleden er alleen maar een raad was, met raadscommissies, nu al langer hoe meer raadscommissies werden uitgebreid met niet-raadsledendat de mogelijkheid werd geopend om - zij het dan niet in de gemeente Bergen op Zoom - vanaf de publieke tribune aan de discussies deel te ne men. Nu wordt er een poging gewaagd om in een commissie de portefeuillehouder geen voorzitter te doen zijn. Dat zou natuurlijk de mogelijkheid in zich houden, dat een niet- raadslid in zo'n geval voorzitter van een commissie zou kunnen worden. Hij heeft nergens kunnen lezen dat dat niet mogelijk zou kunnen zijn. De VOORZITTER zegt dat de democratiseringamnmissie ook een raadscommissie is en die heeft ook zijn eigen voorzitter. Ook dat is een niet-raadslid. De heer VAN KAAM zegt, dat dit dan wel betekent dat aan de burger steeds meer inspraak wordt gegeven in bestuursbeleid en zo. Daar heeft hij niets op tegen. Het frappeert hem dan wel, dat er één commissie is, waar juist de bevolking en dan nog juist het minst draagkrachtige deel daarvan het meeste bij betrokken is, n. 1. de commis sie voor de verlening van bijstand, en dat daar nu juist de niet-raadsleden het meest uit geweerd gaan worden. Er zijn daar altijd 2 raadsleden en 4 niet-raadsleden geweest. In het verleden zelfs nog met plaatsvervangers. Nu wil men de niet-raadsleden hier terug gaan brengen tot 3. Daar heeft hij toch wel ernstige moeite mee en hij blijft er voor pleiten om toch die verdeling 2 - 4 te nemen» De VOORZITTER zal dan maar beginnen met het opnoemen van een aantal punten en daar over dan de mening van de raad te vragen. Hij wil eerst nog echter de heer van Kaam antwoorden. De commissie voor de verlening van bijstand wordt ingesteld naar aanleiding van een gedelegeerde bevoegdheid van B.& W. De bijstandswet kent de bevoegdheid toe voor het verlenen van bijstand aan het college van B. W. In alle grotere gemeenten doen B. W. dat niet zelf, maar dragen dit op aan een daartoe in te stellen commissie. Het karakter van deze commissie is dus wel heel anders dan al die andere commissies. Het is gewoon een soort deel-B. W» als men dat zo egu willen zeggen. De bevoegdheid om die commissie in te stellen en hoe te bemannen hoort eigenlijk aan B. W. Dat wordt nu ook wel in de raad en in het hele commissiebestand gebracht maar het had ook zo kunnen zijn, dat de hele commissie van bijstand uit dit rapport was gehouden Vandaar dat is gezegd dat 3 raadsleden hierin zitting zouden kunnen nemen en dan nog 3 mensen daarbij uit het maatschappelijk leven. De heer VAN KAAM zegt het het grootste bezwaar te vinden dat het aantal niet-raads leden in deze commissie wordt teruggebracht. De VOORZITTER wil dan maar even een paar punten gaan afchecken» Op bladzijde 4 wil hij vragen, of de raad het eens is met het gestelde omtrent artikel 61 en 62. Er wordt dus een aantal commissies geadviseerd in artikel 61 en een paar in artikel 62. Hij wil vragen of de raad het met die verdeling eens is. De heer VAN DER STOEL niet. Hij vindt, en dat heeft hij ook al in de commissie ad hoe gezegd, dat financiën en economische zaken van hem ook gerust artikel 61 commissies mogen zijn, omdat hij vindt dat dat principe doorgezet moet worden. Hij is daar echter een minderheid in. De heer NIJPELS wil daar dan graag stemming over. Hij vindt de uitspraak hierover belangrijk genoeg om daarover schriftelijk te stemmen, of zeker mondeling.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 222