13 6. Voorgesteld wordt te berichten conform concept-brief_op^ a. Schrijven van De Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie te Bergen op Zoom dd. 28 juli 1975 inzake verkeers-situatie bij Nettomarkt en kruising Breda sestraat- Oude Stationsweg. b. Schrijven van Wijkcommissie Nieuw-Borgvliet te Bergen op Zoom dd. 12 novem ber 1975 inzake speel voorziening en in de wijk Nieuw-Borgvliet. c. Schrijven van Contactorgaan West-Brabant te Breda dd. 27 november 1975 inzake samenwerkingsmogelijkheden t„b. v. industrievestigingen. (Knelpuntennota Werk gelegenheid). d. Schrijven van het bestuur van Horeca Nederland, afdeling Bergen op Zoom dd. 11 december 1975, inzake evenementenzaal "De Stoelemat". e. Schrijven van het bestuur van de stichting "De Peperbus" te Bergen op Zoom dd. 17 december 1975 inzake "Aktie bestrijding hondenpoep". f. Schrijven van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk te Rijswijk dd. 19 december 1975, inzake aanvullende ontwerp-lijst van beschermde monumenten voor de gemeente Bergen op Zoom betreffende het pand Dubbelstraat 4?4a. De heer VAN DER STOEL wil graag reageren op punt b. Er is hier sprake van een brief van dezelfde wijkcommissie, waar men het daarnet ook al over had. Het gaat over speelvoorzieningen en over de Olympialaan in verband daarmee. Hij wil hier wel even nader op ingaan. Hij kreeg een pamflet in handen in een hem wel aangename kleur, van 26 december 1975. Daarin komt op een gegeven moment de kreet voor: Borgvliet verandert in één groot verkeersplein. Zijn fractie staat echt wel welwil lend tegenover wijkcommissies en heeft dat ook al diverse malen laten blijken. Dit gaat hem toch wel rijkelijk ver. Hij kan zich niet indenken, dat dit taalgebruik door de bewoners van Borgvliet op prijs gesteld zal worden en dat een meerderheid van die bewoners daar achter zal staan. Opvallend in dit kader is verder dat de mensen die ach ter die wijkcommissie staan, die die oprichten en dan begeleiden, - hetgeen hij dan tus sen aanhalingstekens zet - het altijd hebben over de basis en dat het van onder af aan moet gebeuren. Hij vindt het dan opvallend, dat dat hier niet zo lijkt te zijn. Hij heeft n.l. zo zijn twijfels aan de representativiteit van deze wijkcommissie. Deze wijkcom missie heeft blijkbaar wel gelegenheid om pamfletten te verspreiden in alle brievenbus sen van de mensen; men heeft blijkbaar wel gelegenheid om enquete-formulieren overal in de bus te stoppen en die ook weer op te halen. Als er echter een wijkcommissie moet worden gekozen, kan dat ineens niet meer. Dat vindt hij toch wel ondemocratisch. Op een gegeven moment wordt dan een stern-formulier in de bus gestopt en er wordt opgeroepen om naar een vergadering te komen. Dan komen daar een handjevol mensen en worden er mensen gekozen - men zou ook kunnen zeggen: aangewezen, maar laat hij toch nog maar even kiezen zeggen - in zo'n wijkcommissie. Als conclusie hieruit wil hij trekken dat, waar zo'n wijkcommissie nu in dit geval zo tegen fulmineert, dat door hen dan veel erger wordt gedaan. Waarom zou op dezelfde manier als met de pamfletten en de enquetes niet ook een verkiezing kunnen worden ge organiseerd, wil hij vragen, zodat daar dan veel meer mensen bij betrokken worden. Dat leidt dan tot de conclusie, dat het bestuur a-representatief is en dat het ook behoor lijk ondemocratisch is. Hij wil hier nog wel bij zeggen, dat hij deze wijkcommissie uitzondert van andere wijk commissies, b.v. de wijkcommissie Oost, waar hij heel wat meer respect voor heeft. De geloofwaardigheid wordt dan ook wel nihil als men probeert een bijdrage aan de leef baarheid te leveren en dat gaat dan zó negatief uitl open, dat dit zelfs kan leiden tot een ophitsen van de mensen en ook nog kan leiden tot het ongelukkig maken van de mensen door hen aan te tonen, op welke manier ze ongelukkig kunnen worden. Hij wil besluiten met een citaat van ex-wethouder Lammers van Amsterdam, die zei: - in de Haagse Post van dit weekend - Het opbouwwerk is wel af en toe bezig stokken te gooien tussen de benen van gekozen bestuurders. De heer MASTENBROEK wil de heer van der Stoel verwijten, dat deze ontzettend veel insinuaties maakt en hij snapt echt niet waar deze die vandaan kan halen. Hoe kan hij weten hoe hij mensen al of niet gelukkig of ongelukkig kan maken. De heer VAN DER STOEL dacht niet dat de heer Mastenbroek erg goed had geluisterd.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 20