8.
In de werkgroep wordt er gedacht om deze enquête juist ook een breder patroon te geven
en alle mogelijke instellingen, waarvan ook echt nog bestudeerd moet worden wat en wie,
verenigingen en betrokkenen zullen worden benaderd om te bezien of daar tevoren nog
gesprekken mee plaats moeten hebben wat dan eventueel weer in nog een tussen-rapport
verzameld zou kunnen worden. In principe is gevraagd om medewerking voor een enquête,
die beslist gezien moet worden in een ruimer verband.
Allereerst dacht de werkgroep aan een vragen-enquête, te koppelen aan een proefuitzen-
ding, maar nu die proefuitzending door de minister wordt verboden - terwijl de werkgroep
meende die zonder meer in voorraad te hebben naar aanleiding van de niet doorgegane
proefuitzending ter gelegenheid van de opening van het Schelde -Rijnkanaal- is de werk
groep er zonder meer ook van overtuigd, dat niet - zoals een van de raadsleden meende -
het beleid van de minister doorbroken moet worden. Indien er een mogelijkheid voor zou
zijn, zou de werkgroep daartoe inderdaad wel pogingen willen ondernemen. Men staat wat
dit betreft echt wel met 2 voeten op de grond en men weet ook wel, dat daar dus de victo
rie niet begonnen zal kunnen worden.
De bedoeling van de werkgroep is wel, om alle aspecten goed te bezien, voordat deze mi
nister of een eventuele opvolger het licht op groen zal zetten en dat niet dan pas moet ge
keken worden en niet dan pas misschien overhaaste conclusies getrokken zouden moeten
gaan worden, maar dat de werkgroep dan met de taak klaar is en een afgerond geheel
heeft, waar inhoudelijk, financi'éel, organisatorisch en verdere mogelijke aspecten in de
raad bediscussieerd kan worden.
De heer DEKKERS zou nog graag willen weten, wat de financiële konsekwenties zijn voor
het houden van een enquête. De wethouder zei, dat er medewerking toegezegd is.
Het sociografisch bureau zou medewerking gaan verlenen. In de werkgroep zitten al 2
ambtenaren. Wat zijn de gevolgen voor het totale gemeentelijke apparaat als deze werk
groep verder gaat terwijl er toch een soort temporise ring zou kunnen worden toegepast.
De BRT O zou misschien de werkzaamheden zelfstandig kunnen voortzetten, nu er toch
geen realisering op korte termijn mogelijk is.
Hij wil ook graag weten, hoe het nu precies verder gaat met de werkgroep.
De heer MASTENBROEK zegt, dat er nu wel een stichting BRT O is, maar heel duidelijk
wat die stichting nu precies wil, met de radio en televisie in Bergen op Zoom is het
toch niet zo, vindt hij. Zij willen nu al wel een enquête gaan houden. Als men bij ruimte-
lijke-ordening-beleid of bij cultuur-beleid wel eens vraagt om toch inspraak aan de be
woners te geven, komt vanachter de tafel altijd het argument: er moet toch eerst een
voorstel zijn. Dat vindt hij nu ook met de BRT O. Hij vindt, dat eerst eens goed duidelijk
moet zijn wat de BRT O nu precies wil en dat daarna pas een enquête wordt gehouden.
In dit stadium is hij dan ook tegen een enquête.
De heer M. FRANKEN wil, nu er eigenlijk op dit moment alleen maar een financi'éel rap
port is uitgebracht - inhoudelijke vragen blijven op dit moment nog openstaan - zeggen
het zinvol te achten, dat niet de BRT O alleen die enquête en de inhoudelijke kant bekijkt,
maar een zo breed mogelijk samengestelde werkgroep. In die werkgroep zitten in ieder
geval de voorlichtings-ambtenaar, afgevaardigden van de cultuur-commissie, van de
bedrijven en een paar van de BRT O. Mocht blijken, dat de werkgroep een nog bredere
samenstelling moet hebben, om de zaak inhoudelijk te bezien, dan dacht hij, dat het zinvol
was om de werkgroep dan aan te vullen. Als de BRT O het alleen gaat uitzoeken, dacht hij
dat het meer een een-richtingsverkeer aan het worden was.
De heer DE LAET wil nog even wijzen op wat de BRTO in de brief aan de raad heeft ge
steld n.l.dat zijzelf de enquête wil organiseren. Als raad zal men toch niet kunnen
verhinderen, dat een stichting een enquête gaat houden. De wethouder had al toegezegd,
dat daar eventueel hulp bij zou komen van een sociografisch bureau. Hij wil toch wel zeg
gen, dat de aktiviteiten van de BRTO ondersteund moeten worden, naar zijn mening.
Voor de heer VAN DEN BULCK blijft het punt, dat op dit moment - en de heer Dekkers
heeft daar ook al op gewezen - tijd en mankracht, dus geld, wordt gespendeerd aan deze
zaak, zonder dat er een beleids-voornemen met betrekking tot die h@ie radio- en t. v.
zaak is uitgesproken. Wil men tijd en mankracht blijven steken in deze affaire, dan zal
men naar zijn mening eerst eens met elkaar moeten praten over het feit, of dit nu een
zinnige zaak is om daaraan te werken en of de wijze waarop eraan wordt gewerkt goed is.
Hij is niet van plan daar anders tijd en mankracht in te gaan steken. Dan blij it er voor e
BRTO nog alle vrijheid over om eraan te werken, of een enquête te houden of met particu-
lier initiatief dit verder uit te diepen. Dan kan op een bepaald moment met die bevindingen
naar de raad worden gekomen. Hij vindt dus, dat er beleid moet worden gevoerd in de