ima 7 een uitspraak over te doen. Wat de werkgroep op zich betreft, vraagt hij zich af, of het niet verstandig is de BRT O verder te laten studeren en de werkgroep als afgedaan te be schouwen. Daarbij zal het dan uiteraard niet uitgesloten zijn, dat de B. R.T.O. misschien wel eens een gesprek zal hebben met de mensen die nu technische bijstand hebben verleend aan de werkgroep. Mevrouw VLUG wil via de voorzitter graag even reageren op het gezegde van de heer van den Bulck dat er een koekoeks-ei gelegd werd in het nest van de raad. Hij vroeg zich ook af, wat er nu wel uit dat ei zou komen. Zij denkt dan wel, dat de heer van den Bulck met enige zekerheid aan kan nemen, dat daar een koekoek uit zal komen. De heer BROOS meent dat het er wel op lijkt, dat mevrouw Vlug een eier-expert is. De heer M. FRANKEN wil allereerst opmerken, dat het hier niet om een nota gaat van de BRT O, zoals ge-agendeerd staat, maar een nota van de werkgroep betreft. In die werkgroep is de BRT O dan wel vertegenwoordigd. Na de discussies zou hij willen opmerken, dat, vóór er een enquête gehouden wordt, het naar zijn mening toch wel verstandig zou zijn om eerst eens via de werkgroep of via de BRT O contact op te nemen met diverse instellingen om alle mogelijkheden te gaan onderzoeken. De heer ARNOYS kan zeggen dat, naar aanleiding van het initiatief van de Stichting BRTO er een werkgroep is ingesteld door B. W. om de mogelijkheden voor lokale t. v. -uitzen dingen te onderzoeken. Op 20 februari heeft de werkgroep een voorlopige nota aangeboden als voorloper op een nader uit te brengen rapport. In deze voorlopige nota wordt de con clusie getrokken, dat lokale t.v. -uitzendingen in Bergen op Zoom wel technisch mogelijk zijn en wordt voorts een indicatie gegeven voor een organisatie-structuur, b. v. het for meren van een stichting; bovendien bevat deze nota na een aanvulling op verzoek van het college, enige financiële gegevens. De werkgroep stelt duidelijk, dat het hier gaat om een voorlopige visie. Deze interim-nota heeft een inventariserend en oriënterend karakter. Alvorens de zaak verder uit te werken, en nader te bestuderen, stelt de werkgroep dan ook voor, een proefuitzending te houden en daaraan vast te koppelen een enquête. De proefuitz ending is inmiddels door de minister van CRM afgewezen. Deze brief is op de vorige raadsagenda gekomen en behandeld in de commissie voor de gemeentebedrijven en de cultuurcommissie. Globaal gesteld adviseerden beide commis sies, dat de werkgroep niet opgeheven moest worden, maar dat deze de werkzaamheden moest voortzetten en afronden, alsmede om akkoord te gaan met het houden van een enquête. Deze commissie-adviezen hebben bij de raadsstukken ter inzage gelegen. In de vorige raadsvergadering heeft de heer van den Bulck gesteld, dat in de nota van de werkgroep noodzaak, behoefte en doel van de kabel-t.v. en radio niet worden aangetoond. Hij vreest, dat er ook geen stuk zal komen waarin dit alsnog zal gebeuren. De heer van den Bulck heeft gedeeltelijk gelijk. Noodzaak, behoefte van een kabel- t .v. - of radio zijn nog niet nader onderzocht of aangetoond. De werkgroep heeft slechts enkele aspecten uitgediept, en het resultaat daarvan vervat in een interim-rapport, hetwelk aan het gemeentebestuur is aangeboden. Juist om een aantal andere kanten van de zaak, waar onder ook de door de heer van den Bulck en anderen genoemde nader te onderzoeken stuk ken is gevraagd, de werkgroep te laten doorwerken en een enquête te houden. B. W. hebben intussen reeds toegezegd, medewerking te willen verlenen bij het opzetten van een enquête via het sociografisch bureau en door het verstrekken van adressen-mate riaal. De vraag is nu, of ook de raad instemt met het laten doorwerken van de werkgroep, en het houden van een enquête. Wil men toekomen aan een Inhoudelijke discussie, zoals de heer van den Bulck bedoelt, dan zal deze vraag bevestigend moeten worden beantwoord. Expliciet zou de werkgroep gevraagd kunnen worden, om bij de verdere werkzaamheden en de voorbereiding en uitwerking van de enquête te betrekken, c.q. aandacht te besteden aan de noodzaak, de behoefte en het doel van kabel- t.v. en radio. De meeste sprekers hebben hun waardering uitgesproken voor de nota hetgeen hij alleen maar in dank kan aanvaarden en aan de werkgroep wil overbrengen. Zoals hij daarnet al zei, is dit in feite een interim-nota, waarbij alleen gekeken werd naar de technische mogelijkheden en om dan pas te gaan kijken, of het inhoudelijk zin heeft daar nog verder op door te gaan. Men kan natuurlijk ook andersom beginnen en eerst over het inhoudelijke gaan praten, maar dan zouden waarschijnlijk andere raadsleden - en naar zijn mening ook terecht - de vraag kunnen stellen: waarom wordt er eerst niet gekeken of dit wel kan, of het technisch te realiseren valt en of het eventueel financiëel haalbaar is. Het is dan ook de bedoeling van de enquête, en de heer Franken heeft daar ook al op gezinspeeld, dat niet alleen een aantal kaarten uit het gemeentelijke adressen bestand wordt geprikt om die mensen dan een bepaald aantal vragen te stellen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 208