I ll: 25 De wethouder zei. toen, dat de huidige statuten alleen een juridische status inhielden en dat daar niet teveel gewicht aan gehecht moest worden. Het was toen nog prematuur om daarover toen een diepgaande discussie te houden. In de raadsvergadering van augustus 1975 werd er een werkgroep ingesteld en mevrouw Stroecken vroeg om de zaak niet alleen technisch doch ook inhoudelijk te bekijken. De wethouder zei toen, dat het de taak van de werkgroep was om deze zaak niet alleen technisch te onderzoeken maar alle mogelijke zaken, ook inhoudelijk, te bezien. Om zodoende bouwstenen te verkrij gen voor een rapport aan de raad. Mevrouw Stroecken merkte toen daarbij op, dat, gezien die taakstelling, de werkgroep dan wel erg eenzijdig was samengesteld omdat er nog al wat technische mensen inzaten. Op 20 februari is er een nota van de werkgroep uitgekomen over de lokale t. v. -uitzendin gen. Hierin was echter niet de noodzaak, het nut en het doel aangegeven, zoals door de wethouder was beloofd. De nota gaf alleen een organisatie-structuur waarin overigens het stichtingsbestuur nog al wat touwtjes in handen had en het bijzonder onduidelijk bl ijft, wie nu precies het stich tingsbestuur benoemt. Er werd verder een rapport in het vooruitzicht gesteld. In de vorige raadsvergadering is de brief van B. Ws aan de orde geweest waarin de mi nister wordt gevraagd om een proef-uitzending te accorderen. De heer Franken vroeg toen, of de raad alle zaken kon krijgen zodat deze zaak goed besproken kon worden. Op 28 april komt er antwoord van de minister en terecht weigert hij een proef-uitzending. Het is n. 1. nog al een erge smalle basis om op te gaan werken. De minister wijst er op, dat de werkgroep niet naar de mogelijkheid heeft omgezien om ook een lokale radio-uitzending mogelijk te maken. Hij vroeg verder naar de doelstel lingen van deze stichting. Waarom wil men een lokale t. v. - en radioomroep van de grond krijgen. Op 10 mei komt er een brief van de BRT O, die concludeert, nadat de weigering is ge signaleerd, en wel lakoniek, dat een enquete ook zonder proefuitzending kan worden ge houden. Zij zei daarbijdat zij dat dan wel even zouden willen doen. Het is overigens niet de eerste keer dat zij iets willen doen, want zij zijn een en al be reidwilligheid. Verder wordt voorgesteld om de werkgroep maar te laten voortbestaan en uiteraard te gaan bekijken hoe de lokale radio kan worden verwezenlijkt, welke mogelijkheden dat geeft enzovoorts. Gezegd wordt verder, dat ook het interim-rapport wat ondertussen ver schenen is, grondig bestudeerd moet worden, want daar staat b. v. in te lezen, dat raads vergaderingen erg in trek zijn bij het publiek van de lokale t. v. -omroep. Nadat zij aangeboden hebben om de enquete te houden, vragen zij of zij daar dan over mogen adviseren. Met geen woord wordt gerept over een inhoudelijke discussie. Ook in de cultuurcommissie en de commissie gemeentebedrijven van deze maand werd niet gevraagd om een inhoudelijke discussie. Na dit alles kan hij niets anders concluderen, dan dat er nog steeds geen stuk is en het er ook niet naar uitziet dat er zoiets komtwaarin de noodzaak, de behoefte en het doel van lokale radio- en t. v. -uitzendingen wordt aangetoond. Dat er wel een technisch stuk is waarin een o rgani sat ie - structuur wordt aangegeven hetgeen dan weer erg veel vragen oproept, met name naar de rol van het stichtingsbestuur. Hij moet ook concluderen, dat de BRT O bezig is een koekoekei in het nest van de raad te leggen. Wat gaat er n. 1. uit de bus komen zolang de raad ook niet weet wat precies het doel van een en ander gaat worden. S amenvattend moet hij zeggen dat er een huis wordt gebouwd zonder dat men weet of men wel een huis wil, wie er in moet wonen, wie de verhuurder wordt. Kortom, er wordt een slecht beleid gevoerd. De heer DE LAET wil vragen, waarom, zoals in de vorige vergadering is gevraagd, de nota niet op de agenda is geplaatst. Alleen de brief van de minister staat op de agenda.Dat vindt hij toch wel jammer. Hij begrijpt, dat er nu toch wel over de nota gepraat zal worden. Hij kan zeggen, dat de werkgroep toch wel een duidd ijk rapport heeft samengesteld over de lokale t. v. -uitzendingen. Er zijn een aantal vrij technische aspecten naar voren ge komen. Hij dacht ook, dat dit zeer noodzakelijk wasAls men naar het doel van de werk groep kijkt was het toch zo, dat men tot een proefuitzending zou komen met daaraan ver bonden een enquete. Louter en alleen om juist in Bergen op Zoom te peilen hoe nu de belangstelling ligt voor lokale televisie. Hij wil ook wijzen op de nota inspraak-procedures die de raad heeft aangenomen. Juist zo'n aspect, waarin de burger zijn mening moet ken baar maken over het al of niet wenselijk zijn van lokale televisie, vindt hij een zeer goede aanzet om tot een vorm van inspraak te komen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1976 | | pagina 194